Het wettelijke erfrecht schept het kader waaraan iedereen die zijn erfenis plant zich moet houden. U kunt proberen buiten de lijntjes te kleuren, maar dat zal alleen lukken als al uw erfgenamen zich daar vredig naar schikken. Staan zij op hun strepen, dan zal uw laatste wens geen werkelijkheid worden.
Het komt er dus op aan om de contouren van het erfrecht te kennen, zodat u weet binnen welke lijnen u moet kleuren. Dit zijn de basisprincipes.
1. Uw erfenis plannen is geen must
Alvast een geruststelling: uw nalatenschap verdwijnt niet automatisch in staatshanden als u niets schenkt of geen testament hebt opgesteld. Als u niets onderneemt, zal uw nalatenschap onder uw wettelijke erfgenamen worden verdeeld volgens de wettelijke regels.
2. Uw erfenis plannen kan niet naar eigen goeddunken
Minder opbeurend: wie denkt zijn erfenis volledig naar eigen goeddunken te kunnen verdelen, komt bedrogen uit. Tijdens uw leven mag u met uw vermogen doen en laten wat u wilt: u mag wegschenken wat u wilt en u mag in uw testament zetten wat u verkiest. Maar bij uw overlijden wordt nagegaan of u zich tijdens uw leven gehouden hebt aan het wettelijke kader dat het erfrecht u oplegt. Blijkt uit die oefening dat u buiten de lijntjes van uw 'beschikbare deel' gekleurd hebt, dan kunnen de poppen aan het dansen gaan.
3. U laat meer na dan u bezit
Bij uw overlijden wordt de 'fictieve massa' berekend: dat is de optelsom van alle goederen die u bezit op de dag van uw overlijden én alle goederen die u tijdens uw leven hebt weggeschonken.
De fictieve massa is de basis om te berekenen of elke wettelijk beschermde erfgenaam krijgt waar hij wettelijk recht op heeft.
4. Er zijn wettelijke erfgenamen en wettelijk beschermde erfgenamen
• Uw wettelijke erfgenamen zijn uw echtgenoot, in beperkte mate uw wettelijk samenwonende partner en al uw bloedverwanten in op-, neergaande en zijlijn: dus uw kinderen en uw ouders, maar ook uw broers en zussen.
• Uw echtgenoot en uw kinderen zijn wettelijk beschermde erfgenamen. Dat betekent dat u ze niet kunt onterven.
Uw wettelijk samenwonende partner is geen wettelijk beschermde erfgenaam.
Uw feitelijk samenwonende partner is geen wettelijke erfgenaam, laat staan een wettelijk beschermde erfgenaam. Dat betekent dat hij alleen van u zal erven als u daar zelf het nodige voor regelt, bijvoorbeeld in een testament.
5. Wettelijk beschermde erfgenamen kunt u meer geven dan de wet vooropstelt, maar niet minder
Het minimale erfdeel van uw wettelijk beschermde erfgenamen wordt de 'reserve' genoemd. Hetgeen rest, wordt het 'beschikbare deel' genoemd.
Hoe groter de reserve, hoe kleiner uw beschikbare deel en dus hoe minder bewegingsvrijheid u hebt om een bepaalde erfgenaam meer te geven of om een deel van uw erfenis na te laten aan iemand die geen erfgenaam is.
Wie denkt zijn erfenis volledig naar eigen goeddunken te kunnen verdelen, komt bedrogen uit.
Hoe groot de reserve is, hangt af van welke wettelijk beschermde erfgenamen u nalaat.
- De langstlevende echtgenoot erft minstens het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap, met als ondergrens het vruchtgebruik op de gezinswoning en het huisraad.
- De reserve van de kinderen is gelijk aan de helft van de nalatenschap, gelijk te verdelen onder alle kinderen.
6. De erfregels gaan ervan uit dat ouders al hun kinderen gelijk willen behandelen
Daarom dat standaard wordt geacht dat een schenking aan een toekomstige erfgenaam zoals een kind bedoeld is als een 'voorschot op de latere erfenis'.
Ouders die schenken, vermelden voor de zekerheid dus het best in de schenkingsakte wat hun bedoeling is: het kind bevoordelen en meer geven uit de erfenis (dus buiten erfdeel) of het kind sneller zijn deel uit de erfenis geven (dus als voorschot op de erfenis).
Ouders kunnen een van hun kinderen dus meer geven dan de andere kinderen door te schenken buiten erfdeel. Maar dat kan maar in de mate dat elk kind toch krijgt waar het minstens recht op heeft. Een kind alles schenken in de hoop zo het andere kind volledig te kunnen onterven, is dus niet mogelijk.
7. Gegeven is gegeven
Wie schenkt, staat de eigendom over het geschonken goed onmiddellijk en onherroepelijk af aan iemand anders, die de schenking aanvaardt. Een schenking is dan ook een overeenkomst tussen twee partijen en niet, zoals vaak wordt gedacht, een eenzijdige handeling van de schenker.
'Gegeven is gegeven.' Behalve tussen echtgenoten. Zij kunnen een eerder gedane schenking terugdraaien. Toch kunt u voorwaarden aan een schenking koppelen. Als die voorwaarden niet worden nageleefd, wordt de schenking ontbonden.
8. Een testament is altijd herroepbaar
Een testament is altijd de uitdrukking van een hoogstpersoonlijke wil van degene die het testament ondertekent. Bijgevolg kan een testament nooit door twee mensen samen ondertekend worden, bijvoorbeeld door beide echtgenoten. Zij kunnen wél elk apart een 'spiegeltestament' opstellen.
Een testament kan op elk moment herroepen worden. Om discussies te vermijden over welk testament het recentste is of uw laatste wil het best weergeeft, begint u elk testament het best met te zeggen dat u 'al uw vorige wilsbeschikkingen herroept'.
Een testament wordt pas uitgevoerd als de persoon overlijdt die het testament heeft opgesteld. Tot die dag blijft de inhoud ervan geheim. Een testament kan geregistreerd worden. Dat biedt de zekerheid dat het effectief boven water komt als de opsteller van het testament sterft.
9. Een schenking of testament, niets biedt 100 procent zekerheid
Op het moment dat u schenkt of uw testament opstelt, kan nooit de zekerheid gegeven worden dat de schenking behouden kan blijven of het testament volledig uitgevoerd zal worden bij uw overlijden. Want op het ogenblik dat u schenkt of uw testament opstelt, is niet geweten hoe uw vermogen er zal uitzien wanneer u overlijdt. Wat u schonk tijdens uw leven, moet worden 'ingebracht' met als doel de gelijkheid tussen uw erfgenamen te herstellen. Hebt u tijdens uw leven te veel weggeschonken of overschrijdt u in uw testament uw beschikbare deel, dan kunnen uw wettelijk beschermde erfgenamen 'inkorting' eisen.
10. Schenken is goedkoper dan erven
Wie erft, betaalt erfbelasting. Die tarieven zijn progressief, wat betekent dat ze stijgen naarmate de waarde van de erfenis groter wordt.
Op schenkingen moet in principe schenkbelasting betaald worden. Voor roerende goederen zijn die evenwel vlak: het tarief blijft gelijk, ongeacht de waarde van de schenking. Voor onroerende goederen zijn de tarieven wel progressief, maar die tarieven zijn lager dan de tarieven van de erfbelasting.