Het Belgische erfrecht is een bloedrecht. De regels zijn opgesteld om het familievermogen in de familie te houden. Daarom is elk kind een wettelijk beschermde erfgenaam die altijd recht heeft op een bepaald omschreven deel van uw erfenis. Dat wettelijke minimum bedraagt de helft van uw nalatenschap, dat uw kinderen gelijk onder elkaar moeten verdelen. Met de andere helft kunt u wel vrij doen en laten wat u wenst.
Dat beschermde erfdeel – de reserve in het jargon – kunt u uw kinderen niet afnemen. Probeert u dat toch, dan kan dat kind zich daartegen verzetten. Stel dat u in een testament een van uw kinderen onterft. Gaat dat kind bij uw overlijden daar niet tegen in, dan zal uw testament naar uw wens uitgevoerd worden. Maar als dat kind op zijn strepen staat, zal uw testament niet worden uitgevoerd. Zekerheid hebt u dus niet.
In de praktijk bestaan er mogelijkheden om het erfdeel van (een van uw) kind(eren) te beperken tot het absolute minimum. We zetten een aantal methodes voor u op een rij. Elke methode heeft haar onzekerheden en beperkingen.
1. U leeft alles op
U zorgt ervoor dat u arm sterft. Niets of niemand kan u verbieden uw volledige vermogen op te souperen.
Deze methode in de praktijk brengen is moeilijker dan het lijkt. Omdat ze ingaat tegen de menselijke aard om een appeltje voor de dorst te houden. Want de dood houdt geen kalender bij. Wat als u vroeger dan gehoopt sterft? Dan blijft er toch nog geld over dat uw kind zal erven. Of, en dat scenario is waarschijnlijk nog erger, wat als u uw vermogen te snel hebt opgesoupeerd? Waar moet u dan nog van leven in de jaren die u nog resten?
2. U stelt een testament op
In theorie zou u in uw testament uw kind volledig kunnen onterven. Want als uw kind vindt dat het testament zijn rechten schaadt, is het aan dat kind om zich daartegen te verzetten. Doet het dat niet, dan zal uw wil toch geschieden. Probleem is echter dat u daar niet gerust op kunt zijn.
Wel kunt u in een testament de erfenis van (een van) uw kind(eren) beperken tot zijn wettelijke reserve. Om uw kind in het gareel te krijgen, kunt u werken met een soort boetebeding. U stelt uw kind dan voor de keuze in uw testament: het krijgt bepaalde goederen (in omvang groter dan zijn reserve), maar dan moet het bepaalde voorwaarden naleven. Is het daar niet toe bereid, dan zult u zijn of haar erfenis beperken tot het wettelijke minimum.
3. U schenkt aan één kind met voorbehoud van vruchtgebruik
U schenkt een bepaald goed met voorbehoud van vruchtgebruik of op lijfrente aan uw kind dat u wilt bevoordelen. Tegelijk verklaart het kind dat u daarmee benadeelt in de schenkingsakte uitdrukkelijk dat het akkoord gaat met deze schenking.
Aangezien ze in de wet staat, is deze methode erg sluitend. Maar ze is niet altijd mogelijk. Het kind dat u wilt benadelen, moet daarmee instemmen. Het is dus onmogelijk om het ‘achter zijn rug’ om te doen.
4. U laat alles na aan uw echtgenoot
Dat kan via een ‘langst leeft al heeft’-clausule in uw huwelijkscontract. Een voordeel hiervan is ook dat uw kinderen bij het overlijden van de eerststervende geen zicht krijgen op de omvang en samenstelling van uw vermogen.
Het grootste ‘nadeel’ is echter dat deze oplossing slechts tijdelijk werkt. Bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot erven de kinderen de hele huwgemeenschap.
5. U verkoopt uw huis op lijfrente
Bij de meeste gezinnen neemt de gezinswoning het gros van het vermogen in. Ze verkopen is vaak geen optie. Maar de verkoop op lijfrente wel. Dit houdt in dat u uw woning verkoopt aan een vreemde, maar dat u overeenkomt dat u erin mag blijven wonen tot uw dood. Bij uw overlijden dooft de lijfrente uit en krijgt de koper van de lijfrente alle rechten op uw gezinswoning. De woning verdwijnt zo uit uw nalatenschap.
Door naar, bijvoorbeeld, het Verenigd Koninkrijk te verhuizen, kunt u uw kinderen wel degelijk onterven.
Maar daarmee verlegt u gewoon het ‘probleem’. De verkoop op lijfrente is louter een betalingstechniek. Behalve een eenmalige hoofdsom zult u, tot uw dood, maandelijks een lijfrente ontvangen. Het enige wat u doet, is van uw onroerend vermogen een roerend vermogen maken.
6. U betrekt niet al uw kinderen bij een gesplitste aankoop
Deze techniek wordt vaak gebruikt door ouders bij hun erfenisplanning om erfbelasting uit te sparen. U koopt het vruchtgebruik op een woning en uw kinderen kopen de blote eigendom. Bij uw overlijden dooft het vruchtgebruik uit en worden uw kinderen volle eigenaar, zonder dat zij erfbelasting moeten betalen.
Niets verplicht u om al uw kinderen bij zo’n gesplitste aankoop te betrekken. U kunt perfect een van uw kinderen uitsluiten. Bij uw overlijden zal uw vruchtgebruik aangroeien bij de blote eigenaars en het kind in kwestie kan zijn reserve daarom niet laten gelden.
7. U verhuist naar het buitenland
Door naar een ander land te verhuizen zet u de Belgische erfenisregels buitenspel. Elk land heeft zijn eigen erfenisregels. De Belgische wet hecht veel belang aan de erfenisrechten van de kinderen, maar er zijn landen waar de kinderen niet beschermd worden. Het VK bijvoorbeeld ken geen reserve voor de kinderen.
Ook hier geldt echter een belangrijke maar. Een verhuizing op papier volstaat niet. U moet echt verhuizen en uw leven in België achterlaten. De banden met het thuisland (en dus de familie) doorknippen is niet zo evident.
In ieder geval levert zo’n verhuizing geen enkel voordeel op voor de te betalen erfbelasting op uw onroerende goederen die in België gelegen zijn. België heft immers altijd erfbelasting op onroerende goederen gelegen in ons land, ongeacht waar de erflater woont.
Onterven via levensverzekering? Niet langer mogelijk!
Stel dat u wilt dat uw erfenis naar uw twee dochters uit uw tweede huwelijk gaat en niet naar uw zoon uit uw eerste huwelijk met wie u al jaren geen contact meer hebt. Dan kon u in het verleden een levensverzekering afsluiten waarbij uw dochters een belangrijk kapitaal krijgen als u overlijdt en er weinig of niks overblijft voor uw zoon. De verzekeringswet bepaalde immers dat de premies die voor een levensverzekering zijn betaald, geen deel uitmaken van de erfenis.
Dat leverde rare situaties op. Want als u het geld van de premies had geschonken aan uw dochters, dan viel het wél in de nalatenschap. Uw zoon kon dan zijn deel ervan wel opeisen. Net wegens deze discriminatie tussen schenkingen en levensverzekeringen werd het achterpoortje met ‘de truc van de levensverzekering’ enkele jaren geleden gesloten.