1. De grootouders regelen niets en de ouders hoeven de erfenis niet
De ‘erfenis- of generatiesprong’ is een techniek waardoor kleinkinderen rechtstreeks kunnen erven van hun grootouders. Het principe? De grootouder overlijdt, het kind verwerpt zijn deel van de erfenis en zo komt de erfenis vervolgens bij het kleinkind terecht.
Een fiscaal interessante formule, omdat er geen twee keer erfbelasting wordt betaald op dezelfde erfenis: een eerste keer als het kind erft van de grootouders en een tweede keer als het kleinkind erft van de ouders. Toch is de generatiesprong eerder een noodoplossing als de grootouders zelf niets geregeld hebben.
Het initiatief van de generatiesprong ligt immers volledig bij de ouders, die zelf beslissen of ze verzaken aan de erfenis in het voordeel van hun eigen kinderen. Daarmee is het vooral een techniek voor de tussengeneratie, maar niet voor de grootouder die de uitdrukkelijke wens heeft iets na te laten aan de kleinkinderen.
Bovendien is de generatiesprong een alles-of-nietsverhaal: het is niet mogelijk om slechts een deel van de erfenis te verwerpen. Stel dat een ouder 25.000 euro cash erft, de ouderlijke woning en nog eens een beleggingsportefeuille van 50.000 euro. De ouder wil misschien wel dat het kleinkind al meteen de 25.000 euro erft, maar nog niet onmiddellijk ook de woning en de beleggingen. Met een generatiesprong heeft hij die keuze niet.
2. De grootouders regelen niets en de ouders willen maar een deel van de erfenis
Om het gebrek aan flexibiliteit van de generatiesprong te counteren bestaat in Vlaanderen de ‘doorgeefschenking’.
Dat is een schenking in twee stappen: de grootouder overlijdt en diens nalatenschap gaat naar zijn kind, waarna het kind de nalatenschap (of een deel ervan) vervolgens schenkt aan het kleinkind. Het kind betaalt erfbelasting, maar het kleinkind betaalt daarna geen schenkbelasting als zijn ouder binnen het jaar ‘doorschenkt’. En de ouder beslist zelf welk deel van de erfenis hij belastingvrij ‘doorschenkt’.
Voor de tussengeneratie is de doorgeefschenking dus zeker een goed alternatief voor de generatiesprong. Toch zijn niet alle experts fan van de techniek. Ze wordt dan wel naar voren geschoven als een fiscaal interessante techniek, maar dat is ze niet noodzakelijk, merken zij op.
Stel: een opa met een vermogen van 1 miljoen euro cash heeft één zoon en drie kleinkinderen. Als de zoon het volledige vermogen erft, betaalt hij 222.000 euro erfbelasting. Vervolgens kan hij wel belastingvrij ‘doorschenken’ aan zijn drie zonen. Maar mocht de opa via zijn testament aan zijn zoon en elk van zijn drie kleinkinderen 250.000 euro nalaten, dan zou de totale belastingfactuur uitkomen op 78.000 euro. Dat is een besparing van 144.000 euro tegenover de zogezegd fiscaal vriendelijke doorgeefschenking.
Daar komt nog bij dat de zoon maar een jaar de tijd heeft om het vermogen fiscaal vriendelijk door te schenken aan zijn zonen. Een jaar lijkt lang, maar er gaan al snel enkele maanden voorbij tussen het overlijden van de opa en het verdelen van de erfenis. Nadien moet ook de doorgeefschenking worden voorbereid, waarvoor eveneens tijd nodig is.
Conclusie: ook de doorgeefschenking is vooral nuttig bij een onverwacht overlijden.
De generatiesprong is een alles-of-nietsverhaal: het is dus niet mogelijk om slechts een deel van de erfenis te verwerpen.
3. De grootouders willen al tijdens hun leven iets aan de kleinkinderen geven
Een van de alternatieven is dat de grootouders al bij leven een schenking doen aan de kleinkinderen. Via een bankgift kan dat zelfs belastingvrij, maar dan moet de grootouder wel nog drie jaar in leven blijven. Overlijdt hij of zij sneller, dan moet er alsnog erfbelasting betaald worden.
Maar die factuur hoeft niet hoog op te lopen. Wie van een ouder of grootouder niet meer erft dan 50.000 euro krijgt een vermindering op de erfbelasting. En wie niet meer dan 12.500 euro erft, krijgt zelfs een korting die even groot is als de erfbelasting, zodat de kleinkinderen in geen geval erfbelasting zullen moeten betalen.
4. De grootouders nemen de kleinkinderen op in hun testament
Sommige grootouders zijn niet geneigd om al tijdens hun leven iets weg te schenken. Het testament is dan een goed alternatief om de nalatenschap te spreiden over verschillende kleinkinderen. Grootouders kunnen, als ze dat zouden wensen, de helft van hun erfenis nalaten aan de kleinkinderen zonder dat de eigen kinderen daartegen kunnen protesteren.
Het is altijd mogelijk om de kleinkinderen zelfs wat meer toe te schuiven, maar de kinderen hebben bij de verdeling van de erfenis dan wel het recht om hun tekort op te eisen. In de meeste gevallen is dat eerder theorie dan praktijk, want de meeste ouders hebben er geen probleem mee dat de erfenis van de grootouders naar hun kinderen vloeit, zolang de gelijkheid tussen de erfgenamen wordt nageleefd.
5. De grootouders willen duidelijke afspraken op papier
Grootouders kunnen ook met hun kinderen en kleinkinderen een ‘erfovereenkomst’ afsluiten. Met zo’n overeenkomst is het mogelijk om al bij leven afspraken te maken over een aantal aspecten van de latere erfenis.
Er zijn verschillende situaties waarin een erfovereenkomst zinvol is:
- Het is een goed instrument als grootouders aan hun kleinkinderen een vermogensdeel willen nalaten dat de wettelijke reserve overschrijdt. Als de tussengeneratie daarmee akkoord gaat (en daarover een erfovereenkomst laat opstellen), kunnen oma of opa pas echt zeker zijn dat hun kinderen uiteindelijk toch hun deel niet zullen opeisen.
- Een erfovereenkomst heeft ook nut wanneer niet elk kind of kleinkind hetzelfde soort vermogen krijgt (het ene kind cash, het andere een beleggingsportefeuille, een huis of een bouwgrond). In een erfovereenkomst kan de waardering van die verschillende activa worden vastgelegd, zodat er daarover bij het verdelen van de erfenis geen discussie kan ontstaan.
- Ook bij een ongelijk aantal kleinkinderen is de erfovereenkomst nuttig: bijvoorbeeld een zoon met drie kinderen en een dochter met twee kinderen. Wanneer de grootouders elk kleinkind hetzelfde bedrag willen nalaten, kan dat betekenen dat de ene familietak meer erft dan de andere. In de praktijk merken notarissen dat de gelijkberechtiging van kleinkinderen, met ongelijkheden tussen de familietakken, gevoelig ligt bij de tussengeneratie. Via een erfovereenkomst kan de tussengeneratie zich akkoord verklaren om de schenkingen aan de kleinkinderen aan te rekenen op hun erfdeel, zodat die ongelijkheid bij de verdeling van de nalatenschap van de grootouder wordt rechtgezet en zodat uiteindelijk elke familietak toch gelijk wordt behandeld.