Normaal overlijden ouders voor hun kinderen, waardoor de kinderen van hen erven. Maar wat als een kind overlijdt voor zijn ouders?
Het erfrecht werkt aan de hand van orden en graden. Kinderen komen in de eerste orde, maar bij afwezigheid van kinderen komen de andere orden in aanmerking om te erven.
Familieleden zijn volgens hun bloedverwantschap met de overledene in vier ORDEN ingedeeld. De orde die het meest verwant is, erft.
Binnen de orde heb je dan GRADEN of generaties: de dichtste generatie erft.
Er zijn vier orden volgens bloedverwantschap:
- Kinderen en andere afstammelingen (klein- en achterkleinkinderen)
- Wanneer er geen afstammelingen zijn: Ouders, broers en zussen (en hun kinderen)
- Bij gebrek daaraan: (Groot)ouders
- Wanneer er ook geen grootouders zijn: Ooms, tantes en hun kinderen (neven en nichten), grootooms en groottantes.
De ‘dichtste’ bloedverwanten of eerste orde erft. Pas wanneer er niemand in de eerste orde is, komt de tweede orde aan de beurt, enzovoort.
Ouders zijn nog steeds erfgenamen, maar sinds 2018 is het mogelijk om hen te onterven en zo anderen te bevoordelen.
Voorbeeld: Dirk is overleden bij een verkeersongeval. Zijn ouders leven nog. Hij heeft twee kinderen, Thibaut en Julie. De ouders van Dirk erven in dit geval niets. De kinderen maken namelijk deel uit van de eerste orde. De ouders komen niet aan bod want zij zitten slechts in de tweede orde.
Vroeger waren de ouders van een alleeenstaande zonder kinderen beschermde erfgenamen. Die zogenaamde ouderlijke reserve werd in 2018 afgeschaft. De ouders zijn nog steeds erfgenamen, maar sindsdien is het mogelijk om hen te onterven en zo anderen te bevoordelen. Om de afschaffing van de ouderlijke reserve wat te compenseren bepaalt de wet wél dat behoeftige ouders recht zullen hebben op een levensonderhoud.
Als beide ouders nog leven op het ogenblik dat u overlijdt, erven zij samen de helft van uw nalatenschap, uw broers en zussen erven samen de andere helft. Als er bij uw overlijden nog één ouder zou leven, krijgen uw broers en zussen samen drie vierde van uw vermogen. Alleen als beide ouders overleden zijn, wordt uw volledige nalatenschap in gelijke delen verdeeld onder uw broers en zussen.
U kunt uw hele vermogen nalaten aan uw broers en zussen. Maar fiscaal is dat nadelig, omdat zij veel hogere tarieven erfbelasting betalen dan uw ouders.
Leven uw ouders nog, dan kunt een testament opstellen waarin u uw hele vermogen nalaat aan uw broers en zussen. Maar fiscaal is dat nadelig. Uw broers en zussen betalen veel hogere tarieven erfbelasting dan uw ouders. Terwijl uw ouders op de eerste 50.000 euro 3 procent erfbelasting betalen (en op de volgende schijf van 200.000 euro 9 procent), worden broers en zussen belast tegen 25 tot 55 procent. Fiscaal is het opzijschuiven van de ouders dus helemaal niet interessant.
Nadat u bent overleden en de nalatenschap is opengevallen, zouden uw ouders uw nalatenschap kunnen verwerpen. Dan komen uw broers en zussen in de plaats van uw ouders. Maar ook dan betalen zij op wat ze erven de hogere erfbelastingtarieven in rechte lijn.
Een alternatief is dat de ouders na uw overlijden via een doorgeefschenking de erfenis binnen het jaar schenken aan uw broers en zussen. De erfbelasting in rechte lijn die ze al betaalden, worden afgetrokken van de schenkbelasting die daarop betaald zou moeten worden, waardoor die doorschenking mogelijk gratis kan.