Zelfstandigen die door omstandigheden hun activiteit (al dan niet in een vennootschap) een tijdlang of misschien zelfs definitief moeten stopzetten, kunnen gebruikmaken van het overbruggingsrecht. Ze krijgen dan tot 12 of 24 maanden een financiële uitkering en hoeven intussen geen sociale bijdragen te betalen, maar behouden wel een aantal sociale rechten.
Doorgaans zijn er vier mogelijke situaties waarin een zelfstandige een beroep kan doen op dat overbruggingsrecht: bij een faillissement, collectieve schuldenregeling, gedwongen onderbreking en economische moeilijkheden.
Waar hebt u recht op?
Het overbruggingsrecht bestaat uit twee delen: een uitkering en een gelijkstelling.
- Een uitkering: maximaal 12 maanden lang ontvangt u een financiële uitkering van 1.291,69,37 euro per maand zonder gezinslast en 1.614,10 euro per maand met gezinslast.
- Een gelijkstelling: maximaal 4 kwartalen lang behoudt u toch rechten op medische verzorging, gezinsbijslag/groeipakket en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Tijdens het overbruggingsrecht bouwt u geen pensioenrechten op.
Als u al minstens 60 kwartalen sociale bijdragen als zelfstandige heeft betaald, verdubbelt de maximale duur tijdens de volledige loopbaan: 24 maanden voor de uitkering en 8 kwartalen voor de sociale rechten.
Aan welke voorwaarden moet u voldoen voor het overbruggingsrecht?
Om aanspraak te maken op het overbruggingsrecht, moet u aan zes algemene voorwaarden voldoen:
- Uw hoofdverblijfplaats is in België.
- Uw was zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenoot (in maxistatuut) in het kwartaal waarin het feit zich voordeed én minstens ook in de drie daaraan voorafgaande kwartalen.
- U was tijdens diezelfde kwartalen sociale bijdragen verschuldigd.
- U hebt minstens vier kwartaalbijdragen betaald in de loop van de voorafgaande 16 kwartalen (het gaat hier om effectief betaalde bijdragen, vrij- of gelijkgestelde kwartalen tellen niet mee).
- U hebt geen enkele beroepsactiviteit meer.
- U bent jonger dan 65 jaar en kan geen aanspraak maken op een vervangingsinkomen (werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, pensioen…).
Zelfstandigen in hoofdberoep en meewerkende echtgenoten - of ze nu vader zijn of meeouder - hebben sinds 2019 recht op 10 dagen vaderschaps - of geboorteverlof.
Voor elk van de vier situaties waarin u kunt gebruikmaken van het overbruggingsrecht gelden er nog bijkomende voorwaarden, boven op de algemene voorwaarden.
- Faillissement
Was u in uw vennootschap zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot, dan is de voorwaarde dat u die functie nog uitoefende op het moment van het faillissement. Stel dat u een maand vooraf ontslag hebt genomen, dan kunt u geen beroep doen op het overbruggingsrecht.
- Collectieve schuldenregeling
Als u binnen drie jaar na een collectieve schuldenregeling uw zelfstandige activiteiten hebt stopgezet, kunt u een beroep doen op het overbruggingsrecht.
- Gedwongen onderbreking
Als u door externe omstandigheden uw activiteit moet stopzetten, kunt u een beroep doen op het overbruggingsrecht. Over welke omstandigheden het gaat, is duidelijk afgelijnd:
- Brand.
- Natuurramp.
- Beschadiging van de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting of een allergie, veroorzaakt door het uitoefenen van uw beroep.
- Gebeurtenis met economische impact. Denk aan langdurige en zware wegenwerken, of de vestiging van een grote concurrent in de onmiddellijke omgeving van uw bedrijf.
- Ook als u door de coronacrisis uw activiteiten moet onderbreken, valt u hieronder.
- Economische moeilijkheden
Als u door economische moeilijkheden uw activiteit officieel moet stopzetten, kunt u een beroep doen op het overbruggingsrecht. Hiervoor moet u aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
- U ontvangt op het ogenblik van de stopzetting een leefloon en kan dit bewijzen met een attest van het OCMW.
- De Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen of het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) heeft u vrijgesteld van sociale bijdragen in de 12 maanden die voorafgaan aan de maand van stopzetting.
- In het jaar van de stopzetting én het jaar daarvoor was uw netto belastbaar inkomen niet hoger dan 13.993,78 euro als zelfstandige of helper, of 6.147,47 euro als meewerkende echtgenoot.
U kunt als zelfstandige meerdere keren een beroep doen op het overbruggingsrecht, al kan de totale duur tijdens de volledige beroepsloopbaan nooit langer zijn dan 12 maanden voor de uitkering en 4 kwartalen voor de sociale rechten.
Een bijkomende voorwaarde als u het overbruggingsrecht aanvraagt wegens economische moeilijkheden is dat u een minimaal aantal kwartalen kunt aantonen waarvoor u pensioenrechten hebt opgebouwd. Hoe meer kwartalen u kunt aantonen, hoe langer u een beroep kunt doen op het overbruggingsrecht:
Als u al minstens 15 jaar pensioenrechten hebt opgebouwd als zelfstandige, verdubbelt de maximale toekenningsduur van het overbruggingsrecht. U kan dan in uw hele loopbaan maximaal 24 maanden een financiële uitkering genieten en 8 kwartalen uw sociale rechten vrijwaren. De maximale toekenningsduur per afzonderlijk feit blijft wel beperkt tot 12 maanden uitkering en 4 kwartalen behoud van rechten.
Hoe vraagt u het overbruggingsrecht aan?
U moet het overbruggingsrecht aanvragen bij een sociaalverzekeringsfonds. Doe dat voor het einde van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin u uw zelfstandige activiteit hebt onderbroken of stopgezet. Voeg bij uw aanvraag de nodige documenten waaruit de oorzaak van uw onderbreking of stopzetting blijkt.
Wat als u meermaals pech hebt?
U kunt verscheidene keren een beroep doen op het overbruggingsrecht. Voorwaarde is wel dat de totale duur tijdens de volledige beroepsloopbaan niet langer is dan 12 maanden voor de uitkering en 4 kwartalen voor de sociale rechten. Als u bijvoorbeeld naar aanleiding van een beschadiging (gedwongen onderbreking) al 6 maanden een uitkering hebt ontvangen, hebt u op een later moment, bijvoorbeeld naar aanleiding van een faillissement, nog recht op de overige 6 maanden uitkering.
Terwijl werknemers en ambtenaren minder kunnen gaan werken via stelsels als tijdskrediet, thematische verloven of loopbaanonderbreking, is de boodschap voor zelfstandigen duidelijk: minder of niet werken betekent meestal minder tot geen loon.
Er bestaat geen stelsel voor zelfstandigen om een onderbreking te nemen van hun werk met behoud van rechten en eventuele uitkeringen door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), aangezien er geen arbeidsrelatie is (geen arbeidsovereenkomst en dus geen werkgever).
Mantelzorg
Zelfstandigen in hoofdberoep en meewerkende echtgenoten - of ze nu vader zijn of meeouder - hebben sinds mei 2019 net als kersverse vaders/meeouders in loondienst recht op 10 dagen vaderschaps - of geboorteverlof. Bovendien hebben zelfstandigen die als mantelzorger een familielid verzorgen, recht op een uitkering van 1.266,37 euro per maand. Wie zijn activiteit niet volledig onderbreekt, maar die wel met minstens 50 procent vermindert, heeft recht op de helft van dat bedrag. Per aanvraag heeft u recht op maximaal 6 maanden uitkering. Over uw hele loopbaan kunt u maximaal 12 maanden een uitkering ontvangen.
Zodra u minstens drie opeenvolgende maanden een volledige uitkering als mantelzorger hebt ontvangen, wordt u vrijgesteld van sociale bijdragen. Dat geldt alleen bij een volledige onderbreking. De vrijstelling wordt toegepast voor het kwartaal waarin u de derde uitkering ontvangt. Ontvangt u zes maanden een uitkering, dan wordt ook het kwartaal waarin u de zesde maand uitkering krijgt, vrijgesteld. Hoewel u geen bijdrage verschuldigd bent, behoudt u toch al uw rechten voor deze kwartalen.
Om als mantelzorger te worden erkend, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen.
- De persoon aan wie u mantelzorgen geeft, is:
- uw echtgenoot of partner met wie u wettelijk samenwoont;
- een familielid tot de tweede graad;
- iemand met wie u feitelijk samenwoont;
- uw gehandicapt kind (op voorwaarde dat het jonger is dan 25 jaar).
- U bent zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenoot in maxistatuut tijdens de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal waarin u uw activiteit onderbreekt of vermindert én in alle kwartalen van de onderbreking. Zelfstandigen in bijberoep komen alleen in aanmerking als hun wettelijke voorlopige bijdrage minstens gelijk is aan de minimumbijdrage van een zelfstandige in hoofdberoep.
- U hebt in de twee kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal waarin u uw activiteit onderbreekt, uw sociale bijdragen betaald.