Mijn geld Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Zo bouwt u een aanvullend pensioen op als zelfstandige

Zelfstandigen hadden lange tijd niet dezelfde mogelijkheden om een aanvullend pensioen op te bouwen als werknemers. Maar met het VAPZ, de IPT en de POZ is daar verandering in gekomen. Wat betekenen die initiaalwoorden? En, vooral, wat leveren ze op?

Zelfstandigen krijgen vandaag exact hetzelfde minimumpensioen als werknemers. Toch is victorie kraaien nog lang niet aan de orde: het minimumpensioen bedraagt amper 1.291,69 euro en is uitsluitend voor u weggelegd na een loopbaan van 45 jaar. Een bedrag dat niet volstaat om echt te genieten van een welverdiende oude dag.

Dus is het nodig om te sparen voor een extra pensioen. Net zoals iedereen kan een zelfstandige jaarlijks storten in het systeem van het pensioensparen. Dat levert een fiscaal voordeel op van 25 of 30 procent, afhankelijk van het bedrag dat u jaarlijks opzijzet.

Advertentie

Maar zelfstandigen hebben pensioenspaaropties die fiscaal nóg aantrekkelijker zijn. Die systemen behoren tot de zogenaamde tweede pensioenpijler, net zoals de groepsverzekering (zie blz. 32) waarmee werknemers een aanvullend pensioen kunnen opbouwen. Zelfstandigen die werken zonder vennootschap kunnen een vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) combineren met een pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ). Zelfstandigen die wel een vennootschap hebben, kunnen boven op het VAPZ nog sparen via de individuele pensioentoezegging (IPT).

Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ): interessant of niet?

De jongste jaren heeft het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) aan populariteit gewonnen bij zelfstandigen. Intussen stort al zowat de helft van de zelfstandigen in hoofdberoep jaarlijks een premie. Er bestaan twee vormen van VAPZ: het ‘gewoon VAPZ’ is nog altijd de eerste keuze, maar een derde van alle zelfstandigen die voor de VAPZ-formule kiezen, kiest voor een ‘sociaal VAPZ’. Dat is een formule die onder meer zekerheid biedt bij arbeidsongeschiktheid.

  • Optie 1: gewoon VAPZ
63%
Een zelfstandige kan tot 63 procent van zijn VAPZ-premie recupereren.

Het VAPZ is een zeer flexibele formule. Als zelfstandige kiest u zelf hoeveel u stort en wanneer u dat doet. De betaalde bedragen zijn fiscaal aftrekbaar, maar het maximumbedrag is wel beperkt tot 8,17 procent van het netto belastbaar inkomen, met voor 2020 een maximum van 3.291,30 euro.

Met een VAPZ betaalt een zelfstandige ook minder sociale bijdragen. Het inkomen waarop die bijdragen worden berekend, gaat namelijk naar beneden, omdat de premie voor het VAPZ ervan wordt afgetrokken. Daardoor kan een zelfstandige tot 63 procent van zijn VAPZ-premie recupereren.

Advertentie

In principe kan elke zelfstandige in hoofdberoep met de spaarformule beginnen. Als zelfstandige in bijberoep kunt u alleen een VAPZ afsluiten als de sociale bijdragen die u betaalt minstens gelijk zijn aan de minimale bijdrage voor een zelfstandige in hoofdberoep.

Het contract voor een vrij aanvullend pensioen (VAPZ) kunt u afsluiten bij uw sociaal verzekeringsfonds, bij een verzekeraar of bij een pensioenfonds. Via een VAPZ-contract belegt u zo goed als altijd in een tak21-product. Dat betekent dat u een gegarandeerde rente krijgt, eventueel aangevuld met een winstdeelname die afhankelijk is van de prestaties van de onderliggende beleggingsportefeuille.

  • Optie 2: sociaal VAPZ

Het sociale VAPZ creëert niet alleen pensioenopbouw, maar biedt ook een beperkte sociale bescherming. Bij een sociaal VAPZ wordt namelijk 10 procent van de betaalde premie gespendeerd aan solidariteitsprestaties. Welke dekkingen er precies zijn, hangt af van de aanbieder. De zelfstandige kan niet eigenhandig bepalen welk deel van de premie naar welke bescherming gaat. Daartegenover staat wel het voordeel dat wie aansluit geen medische vragenlijst hoeft in te vullen of een medisch attest moet kunnen voorleggen.

De voordelen van een sociaal VAPZ

Extra bescherming door bijkomende dekkingen:

  • Verdere pensioenfinanciering bij arbeidsongeschiktheid

Als een zelfstandige met een klassiek VAPZ arbeidsongeschikt wordt door bijvoorbeeld een ziekte of een ongeval, valt zijn pensioenopbouw via het VAPZ stil. Wie arbeidsongeschikt is, is vrijgesteld van sociale bijdragen. Maar dat betekent dat u ook geen bijdragen voor het VAPZ meer kunt betalen. Met een sociaal VAPZ komt de pensioenopbouw niet in het gedrang. De verzekeraar zal de premie in de plaats van de zelfstandige doorbetalen tot aan de pensioenleeftijd.
 

  • Vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid 

Een zelfstandige die ziek wordt of niet kan werken door een ongeval, valt zonder inkomen. Een sociaal VAPZ vangt dat inkomensverlies voor een deel op door een maandelijkse uitkering uit te betalen. 

Let op! De premie die in het sociaal VAPZ gespendeerd wordt aan de dekking arbeidsongeschiktheid is beperkt, wat een maandelijkse uitkering oplevert die zeker niet zal volstaan om het volledige inkomensverlies te compenseren. Ook wie een sociaal VAPZ heeft, sluit dus maar beter een verzekering gewaarborgd inkomen af.

  • Forfaitaire kostenvergoeding bij ernstige ziekte

Sommige verzekeraars bieden een forfaitaire vergoeding aan om de kosten van een ernstige ziekte te dekken. Het gaat om ziekten die de minister van Sociale Zaken erkent, zoals kanker, leukemie, multiple sclerose, tuberculose, ziekte van Parkinson, ziekte van Hodgkin… De vergoeding is afhankelijk van de premie die u betaalt en wordt belastingvrij uitgekeerd.

  • Premie na zwangerschap

Bepaalde verzekeraars betalen vrouwelijke zelfstandigen een geboortepremie.

Groter fiscaal voordeel

De premie die gestort kan worden in een VAPZ is wettelijk begrensd. Voor een sociaal VAPZ ligt die grens hoger dan voor een klassiek VAPZ. De bijdrage in een klassiek VAPZ is geplafonneerd op 8,17 procent van het beroepsinkomen waarop sociale bijdragen worden betaald, met in 2020 een absoluut maximum van 3.291,30 euro. Voor een sociaal VAPZ ligt dat plafond op 9,4 procent van het beroepsinkomen, begrensd op 3.786,81 euro. Dat betekent dat 15 procent meer premies fiscaal kunnen worden afgetrokken.

Grotere pensioenopbouw

Wettelijk moet de gestorte premie van een sociaal VAPZ gebruikt worden voor het sociale luik. Aangezien er in een sociaal VAPZ 15 procent meer premies gestort kunnen worden, kan er voor 5 procent meer aan de pensioenopbouw worden besteed.

 

Pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ): interessant of niet?

Zelfstandigen met een eenmanszaak of vrije beroepers kunnen ook premies storten in een pensioenovereenkomst voor zelfstandigen of POZ. Dat is een extra mogelijkheid naast het VAPZ om pensioen op te bouwen. De POZ-premies worden gestort in een tak 21-spaarverzekering of tak 23-beleggingsverzekering. De premies leveren een belastingvermindering op van 30 procent. Zelfstandigen die 5.000 euro storten in de POZ krijgen dus een korting op hun belastingfactuur van 1.500 euro.

Zelfstandigen die 5.000 euro storten in de POZ krijgen een korting op hun belastingfactuur van 1.500 euro.

In tegenstelling tot het VAPZ kunnen zelfstandigen zoveel storten in de POZ als ze zelf willen, zolang ze zich maar houden aan de 80 procentregel. Die houdt in dat de som van het wettelijk pensioen (de eerste pensioenpijler) en het opgebouwde kapitaal via VAPZ en POZ niet hoger mag zijn dan 80 procent van het gemiddelde inkomen van de afgelopen drie jaar.

De POZ is minder fiscaalvriendelijk dan het VAPZ en bovendien ook minder interessant dan het pensioen- en langetermijnsparen. Zelfstandigen betalen op hun POZ-premie een premietaks van 4,4 procent. Die is er niet bij het VAPZ en pensioensparen, terwijl die ook bij het langetermijnsparen met 2 procent nog opvallend lager is.

Het slimst is daarom om eerst alle andere potjes uit de tweede en derde pensioenpijler te vullen. Als er daarna nog financiële ruimte is, kan het interessant zijn om te kiezen voor een POZ.

Individuele pensioentoezegging (IPT): interessant of niet?

Voor bedrijfsleiders van ondernemingen is er ten slotte de individuele pensioentoezegging (IPT). Bij die formule is het bedrijf de verzekeringsnemer, terwijl de bedrijfsleider zowel verzekerde als begunstigde is.

Om fiscaal interessant te zijn, moet het bedrag van de premie beperkt blijven tot de 80 procentregel. Die stelt dat de som van uw wettelijk pensioen en uw aanvullend pensioen niet meer mag bedragen dan 80 procent van uw laatste normale jaarsalaris. U kunt bovendien inhaalbijdragen storten voor de jaren waarin u actief was vóór u een IPT afsloot, en dat tot tien jaar terug.
Het rendement hangt af van de formule die u kiest. U hebt de keuze tussen systemen met of zonder gewaarborgd rendement, dus: tak21 of tak23.
De onderneming kan de premies voor 100 procent aftrekken. Op de eindvervaldag is de belasting dezelfde als voor een groepsverzekering voor loontrekkenden. Vanaf uw 65ste is het kapitaal dat u ontvangt onderworpen aan een solidariteitsbijdrage, een RIZIV-bijdrage en een belasting van 10 procent.

Advertentie
Gesponsorde inhoud