Jaarlijks gaan zo’n 10.000 bedrijven failliet. Failliet gaan kan beangstigend zijn. Want het is een mislukking en de gevolgen ervan kunnen zwaar doorwegen op de lange termijn.
'De wet vermeldt geen schuldbedrag dat aangeeft dat u failliet bent’, zegt Olivier Delaere, directeur bij de vzw Dyzo. De wet op de insolventie van bedrijven bevat twee voorwaarden waaraan u moet voldoen om uw bedrijf of activiteit failliet te laten verklaren: ‘de schuldenaar die op duurzame manier ophoudt te betalen en wiens krediet geschokt is, bevindt zich in staat van faillissement.’
Als u zich in zo'n situatie bevindt, moet u het volgende doen:
1 Uw faillissement aanvragen
‘Over het algemeen is er geen geld meer over om de leveranciers te betalen omdat de curator voorrang moet geven aan de terugbetaling van de fiscus en de sociale zekerheid.’
Ofwel verklaart u zichzelf failliet. U moet dan binnen de maand volgend op de stopzetting van uw activiteit uw balans digitaal neerleggen op www.regsol.be. Bent u niet in staat dit elektronisch te doen, dan mag u een schriftelijke aangifte indienen bij de griffie van de bevoegde rechtbank. Kondig uw faillissement tijdig aan. Zo vermijdt u extra schulden en beperkt u de schade.
Ofwel doen uw schuldeisers of het openbaar ministerie dat in uw plaats.
2 Het faillissement regelen
Wanneer de rechtbank het faillissement wettelijk heeft uitgesproken, stelt ze zowel een curator als een rechter-commissaris aan. De curator is belast met de verkoop van de resterende voorraad van uw bedrijf. De rechtbank moet uw dossier sluiten door een vonnis tot sluiting van het faillissement uit te spreken.
Zodra de curator uw dossier in handen neemt, kunt u niet meer tussenbeide komen. ‘Nadat de rechtbank de aanvraag tot faillissement heeft aanvaard, beslist de curator wat er met uw activa gebeurt. Het is dus ook de curator die beslist welke schuldeisers terugbetaald worden. Doorgaans is er geen geld meer over om de leveranciers te betalen omdat de curator voorrang moet geven aan de terugbetaling van de fiscus en de sociale zekerheid’, voegt Delaere eraan toe.
Er zijn twee soorten faillissementen: een faillissement als natuurlijk persoon en als vennootschap.
Failliet als natuurlijk persoon
In het eerste geval verliest u wellicht veel. U bent namelijk aansprakelijk voor al uw activa.
‘In dat geval kan de curator uw huis, uw auto enzovoort verkopen. Dat is een zeer moeilijke situatie, maar het voordeel is dat de rechtbank u kwijtschelding van schulden kan toekennen’, vervolgt Delaere. ‘Dankzij die schuldkwijtschelding moet u niets terugbetalen aan uw bank, de sociale zekerheid, de belastingen enzovoort.’
Drie zaken moet u evenwel altijd blijven betalen: strafrechtelijke boetes, onderhoudsgeld en schadevergoedingen.
Failliet als vennootschap
Als u een vennootschap heeft, is het scenario verschillend. De regeling van uw schulden wordt dan bepaald in functie van de al dan niet beperkte aansprakelijkheid van uw vennootschap.
‘Ook al heeft u een beperkte aansprakelijkheid, dan nog kan het gebeuren dat de curator de privégoederen van de zaakvoerder van het bedrijf viseert. Bijvoorbeeld, als de boekhouding van uw bedrijf niet in orde is, kan de curator een andere boekhouder aanstellen en u de factuur opsturen’, vervolgt de directeur van Dyzo.
3 Uw dossier afsluiten
Vervolgens bent u verplicht uw inschrijving bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) en uw dossier bij uw verzekeringsfonds te schrappen. Dat moet u doen binnen de maand die volgt op de stopzetting van uw activiteiten als zelfstandige.
4 Het overbruggingsrecht aanvragen
Als u failliet bent, kunt u in bepaalde gevallen een overbruggingsrecht genieten. Dat geeft een tijdelijke bescherming aan zelfstandigen.
Het overbruggingsrecht is voorbehouden aan personen die geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering. Alleen krijgen de meeste zelfstandigen wel een werkloosheidsuitkering. ‘Als een zelfstandige zijn activiteiten stopt, al dan niet als gevolg van een faillissement, heeft hij recht op een werkloosheidsuitkering, op voorwaarde dat hij niet langer dan 15 jaar als zelfstandige heeft gewerkt en hij voordien als loontrekkende aan de slag was’, zegt Delaere. De werkloosheidsuitkering heeft dus voorrang op het overbruggingsrecht.
De inkomsten uit het overbruggingsrecht zijn beperkt tot 12 maanden. Dat is een van de grote verschillen met de werkloosheidsuitkering, die onbeperkt is in de tijd.
U kunt aanspraak maken op het overbruggingsrecht als u meer dan 15 jaar actief bent als zelfstandige, zelfstandige helper of meewerkende echtgenoot (in het maxistatuut) en failliet bent of niet meer in staat bent om uw boedelschulden te betalen. Ook als u zaakvoerder, bestuurder of actief vennoot bent van een failliet bedrijf komt u in aanmerking voor het overbruggingsrecht. U moet uw sociale bijdragen betaald hebben gedurende minstens 4 van de 16 kwartalen voorafgaand aan het faillissement. Als u bijvoorbeeld op 11 februari failliet gaat, moet u de sociale bijdragen van het al gestarte eerste kwartaal van 2021 nog betalen. Maar voor de overige kwartalen van het jaar bent u vrijgesteld van betaling.
‘Het overbruggingsrecht is beperkt tot 12 maanden. Dat is een van de grote verschillen met de werkloosheidsuitkering, die niet beperkt is in de tijd. Een ander groot verschil bestaat erin dat wie recht heeft op een overbruggingsrecht, geen volledige sociale bescherming geniet. Het geeft in tegenstelling tot een werkloosheidsuitkering geen recht op een pensioen’, vervolgt Delaere. Door corona is daar tijdelijk wel een uitzondering op: wie tussen 1 april 2020 en 31 maart 2021 failliet verklaard werd, behoudt zijn pensioenrechten gedurende maximaal vier kwartalen zonder daarvoor bijdragen te moeten betalen.
‘Het bedrag van het overbruggingsrecht schommelt naargelang u in het kader van de ziekteverzekering bij uw ziekenfonds, al dan niet personen ten laste heeft. Zonder personen ten laste bedraagt de tegemoetkoming 1.291,69 euro per maand. Met gezinslast is dat 1.614,10 euro per maand. In tegenstelling tot een werkloosheidsuitkering is het overbruggingsrecht een vast bedrag dat niet schommelt in functie van uw vroeger inkomen als loontrekkende.
5 Herstarten?
Als u failliet gaat, wil dat niet zeggen dat u nooit meer een nieuwe zaak mag oprichten. In principe heeft u het recht om met een nieuwe activiteit te beginnen. In principe kan alleen de ondernemingsrechtbank of de strafrechter u dat verbieden. Meestal gebeurt dat als u zelf aan het faillissement van uw bedrijf heeft bijgedragen door een zware fout te plegen. Als dat zo is, is dat verbod geldig voor minimaal 3 en maximaal 10 jaar.
Schrijf u tegelijk ook in als werkzoekende. Als u in Vlaanderen woont, kunt zich op elk ogenblik inschrijven bij de VDAB voor uw zoektocht naar een nieuwe job, om een opleiding te volgen of om een werkloosheidsuitkering aan te vragen. In Wallonië kunt u daarvoor terecht bij Forem en in Brussel bij Actiris.