Klimaatzaken zijn de rechtsstaat in actie
Klimaatzaken zijn geen testcase voor onze democratie met rechters als putschisten. Voor de ongekende crisis waar we op afstevenen zijn ze veeleer een begrijpelijke reactie als het overheidsbeleid volgens de burgers faalt.
De tijd dat Anuna en Greta het nieuws domineerden in plaats van Marc, Steven en Erika, lijkt ver achter ons te liggen. Vandaag huiveren we misschien bij het idee hoe dicht bij elkaar die jongeren over straat marcheerden. Geen tiener die nog denkt aan spijbelen na maanden van thuis leren.
Het succes van de klimaatzaak in Nederland is geen garantie voor succes in België. Het is wel een leerschool voor wat ons te wachten staat: verhitte discussies en mogelijk polarisatie.
Maar vlak voor de lente ontwaakt de klimaatdiscussie uit haar winterslaap. Weldra kijken we behalve naar de coronacurves dagelijks naar de klimaatveranderingscurves, als de Belgische klimaatzaak van start gaat.
In die zaak roept de vzw Klimaatzaak de federale en de gewestelijke overheden op het matje voor hun klimaatbeleid. Er zouden meer inspanningen nodig zijn, met als doel een versnelde reductie van de broeikasgasemissies naar 0 in 2050. Klimaatzaak verwijt de overheden twee zaken: een burgerrechtelijke fout en een schending van fundamentele rechten. Via beide wegen luidt de eis: hou de overheden verantwoordelijk.
Framing
De Belgische klimaatzaak lijkt sterk op de succesvolle Nederlandse klimaatzaak. De rechter veroordeelde de overheid tot een reductie met minstens 25 procent van de jaarlijkse Nederlandse broeikasgasemissies tegen 2020 vergeleken met 1990. Het succes van de klimaatzaak in Nederland is geen garantie voor succes in België. Het is wel een leerschool voor wat ons te wachten staat: verhitte discussies.
Zet u schrap voor een partijtje framing van het debat als een tegenstelling tussen geitenwollensokkendromers en techno-optimisten.
Zoals vaak bij maatschappelijk gevoelige onderwerpen - denk aan de coronamaatregelen, de IS-moeders of de stikstofmegastallen - dreigt polarisatie. Zet u schrap voor een partijtje framing van het debat als een tegenstelling tussen geitenwollensokkendromers en techno-optimisten, maar vooral, tussen democratisch verkozen beleidsmakers en activistische rechters. Polarisatie verkoopt nu eenmaal goed. En dat is jammer. Het klimaatdebat verdient beter.
Dat tegen de overheden juridische stappen mogelijk zijn, is normaal. Ook overheden zijn in een rechtsstaat aan de rechtsregels gebonden. Ze onderschreven de fundamentele mensenrechten. Al geruime tijd geldt dat ze, zoals de burger, principieel aansprakelijk kunnen zijn voor eventuele fouten. Dat die vragen op het bord van de rechter komen, verbaast niet.
Mijnenveld
Voor het beantwoorden van die vragen zal de rechter zich in een mijnenveld begeven. De rechter moet bepalen hoever overheden (minstens) moeten gaan in het beschermen van mensenrechten, wetende dat die rechten doorgaans niet absoluut zijn en dat de middelen niet volstaan om ze allemaal hoog op de prioriteitenlijst te plaatsen. De rechter moet ook bepalen welke afdwingbare verplichtingen de overheden hebben onderschreven in het klimaatbeleid. Denk aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. Binden die de overheden wel? En zo ja, hebben de overheden ze dan niet gerespecteerd? Nog gevoeliger is de vraag hoever de rechter kan gaan om niet-nageleefde verplichtingen af te dwingen. Kan de rechter de overheid enkel terug naar de tekentafel sturen? Of is een bevel om specifieke maatregelen te nemen ook mogelijk? Die vragen zijn boeiend, maar bij de huidige wetgeving en rechtspraak niet zonneklaar.
De rechters maken geen beleid, maar zien toe op de naleving van het recht.
De rechter doet bij het beantwoorden van die moeilijke vragen een beoordeling van het gevoerde klimaatbeleid. Die vaststelling volstaat voor velen om 'help, daar zijn de activistische rechters!' te schreeuwen.
Die heisa is volgens ons niet nodig. De rechters maken geen beleid, maar zien toe op de naleving van het recht. Daarnaast is het niet omdat de rechterlijke controle betrekking heeft op beleid dat elke controle onmogelijk is. De grens bewaren tussen rechtspreken en beleid maken is allesbehalve gemakkelijk, maar moeilijk gaat ook.
De rechter is de ultieme bewaker van de rechtsgrenzen. Volgens ons is dat precies hoe een democratische rechtsstaat werkt. Een wetgever die te weinig doet en de rechten van burgers schendt, zal door de rechter teruggefloten worden. Omgekeerd creëert de wetgever het raamwerk, de lijntjes waarbinnen de rechter moet kleuren. Hoe vager en ruimer dat rechtskader, hoe meer marge voor de rechter en hoe meer verantwoordelijkheid ook.
We roepen op om de rechterlijke toetsing niet te framen als een oorlogsverklaring aan de wetgever en de beleidsvoerders. De wetgevers, beleidsvoerders en rechters vormen elkaars checks and balances. Ze houden elkaar in evenwicht.
Françoise Auvray (verbonden aan het instituut voor verbintenissenrecht, KU Leuven), Tim Bleeker (verbonden aan het Centre for Water, Oceans and Sustainability Law, Universiteit Utrecht), Christopher Borucki (verbonden aan het instituut voor verbintenissenrecht, KU Leuven), Laura Burgers (verbonden aan het Amsterdam Centre for Transformative Private Law, Universiteit van Amsterdam), Pieter Gillaerts (verbonden aan het Leuven Centre for Public Law, KU Leuven), en Thijmen Nuninga (verbonden aan het instituut voor privaatrecht, Universiteit Leiden). Schrijven in eigen naam.
Meest gelezen
- 1 Met levering landmijnen aan Oekraïne gooit Biden volgend wapentaboe overboord
- 2 Belfius wil stad Bergen niet financieren na doorbraak extreemlinkse PTB
- 3 Topinvesteerders klimmen aan boord bij Waalse techparel Odoo
- 4 ECB waarschuwt voor comeback schuldencrisis
- 5 Nvidia overtreft opnieuw de verwachtingen