opinie

Familiebedrijven evolueren het best naar bedrijfsfamilies

Gewoon hoogleraar KU Leuven Center for Business Families

Een familie die onderneemt, moet een duidelijk plan en een visie op haar ondernemerschap in de brede zin ontwikkelen. De focus moet niet liggen op het familiebedrijf als dusdanig, maar op innovatief en duurzaam ondernemerschap,

In een redactioneel commentaar vorige week legt Stefaan Michielsen naar aanleiding van de problemen bij Van Hool de zwaktes van een familiaal bedrijf bloot. Hij wijst op het belang van professioneel extern management, familiale akkoorden die de neus in dezelfde richting zetten en de aanwezigheid van ervaren onafhankelijke bestuurders. Rik Vera voegt er in een opinie nog een zwakte aan toe: de familiale weerstand tegen innovatie en de hoop op een status quo.

Familiebedrijven zijn nog altijd de ruggengraat van onze economie en garanderen in principe een langetermijnvisie die vaak robuuster is dan de kortetermijn- en snelgewinbenadering van sommige consultant-managers. Die langetermijnvisie is een troef die bijdraagt tot de verankering van bedrijven in onze Vlaamse economie. Maar ondernemende families moeten begrijpen dat de methodieken om die doelstellingen te realiseren in onze razendsnelle technologische en AI-wereld drastisch gewijzigd zijn.

Advertentie

Vasthouden aan de oude visie van familiale controle en zelfs dominantie in zowel het management als in de raad van bestuur is een recept dat wellicht tot almaar meer economische en familiale drama’s zal leiden. Eigenlijk was dat vijftig jaar geleden ook al zo, heb ik zelf ervaren. Als kind van zeven heb ik gezien hoe bij het plotse overlijden van mijn grootvader twee neven van mijn vader uit de derde generatie het bedrijf in geen drie jaar vakkundig naar de knoppen hebben geholpen. Het was evident dat het bedrijf door familieleden zou worden voortgezet. Bij hun kennis werden geen vragen gesteld, bij hun megalomane karakter evenmin. Toegegeven, er speelden ook andere factoren, zoals de slechte conjunctuur na de oliecrisis midden jaren zeventig.

Vasthouden aan de oude visie van familiale controle en zelfs dominantie in zowel het management als in de raad van bestuur is een recept dat wellicht tot almaar meer economische en familiale drama’s zal leiden.

In onze uitdagende economie en samenleving moeten ondernemende families beseffen dat een switch nodig is van een familiebedrijf naar een bedrijfsfamilie. Een familie die onderneemt, moet een duidelijk plan en visie op haar ondernemerschap in de brede zin ontwikkelen. De focus moet niet liggen op het familiebedrijf als dusdanig en wie van de familie daarin welke rol kan of wil opnemen. De focus ligt op innovatief en duurzaam ondernemerschap, los van dat ene specifieke bedrijf zoals het er op dat eigenste moment uitziet. Zo behoudt de familie de kracht van het langetermijnperspectief zonder de verblinding van de kortetermijnmacht en invloed van de familie in het bedrijf.

Een mature bedrijfsfamilie bekijkt de zaken vanop een zekere afstand en in een breder kader. Zo gaat ze als vanzelf nieuwsgierig rond- en vooruitkijken, de nieuwste ontwikkelingen opsnuiven en zich laten challengen over de ondernemersstrategie. Die bedrijfsfamilie beschouwt het familiebedrijf niet als een leengoed waar sommige kinderen of kleinkinderen aan de bak moeten komen, maar als een onderneming die in een breder kader past en die duurzaam en verantwoord moet worden gerund. Daarbij is professioneel extern management vaak een must en zijn echte onafhankelijke bestuurders een garantie tegen jaknikkers en bloempotbestuurders, groepsdenken en valse hoop.

Een bedrijfsfamilie zet in op verantwoord en duurzaam ondernemerschap, niet door familieleden te pushen om in het management van het bedrijf te stappen, maar door te garanderen dat in de familie voldoende leden de nodige opleiding en capaciteiten hebben om het strategisch ondernemerschap in de volgende generaties voort te zetten. Tegelijk waakt ze erover waken dat familieleden met minder zin voor ondernemerschap toch een minimale betrokkenheid behouden en elk op hun manier en in hun eigen rol worden gerespecteerd. De bedrijfsfamilie ontwikkelt zo een flexibel familiekompas - zeker geen familiecharter, want dat is statisch -  met een doordachte en aangepaste familie- en business governance.

Op die manier kan een bedrijfsfamilie effectief een baken zijn van langetermijnondernemerschap en soepel en vooruitziend navigeren op de woelige wateren van een onvoorspelbare samenleving en economie. Dat is in het belang van de familie zelf, en van onze Vlaamse economie en werknemers.

Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud