Een gewaarschuwde fossiele industrie is er twee waard
De sleutel om de klimaatcrisis te bezweren ligt bij het terugdringen van fossiele energie. Dat brengt risico’s mee voor de producenten en voor de wereld.
Omdat vier vijfde van alle CO2-uitstoot afkomstig is van fossiele energie, is het reduceren van de consumptie van steenkool, olie en gas de sleutel voor ons klimaatprobleem. We moeten die brandstoffen vervangen door hernieuwbare energie, zoals zonne- en windenergie. Elektrische auto’s en warmtepompen zijn de toekomst.
Lang tijd ging men ervan uit dat fossiele rijkdom zijn waarde behield. Olie en gas kon je produceren en verkopen of onder de grond laten zitten. Met die gedachte maakt de energietransitie komaf, wat bij de fossiele producenten onrust veroorzaakt. Om hun opbrengsten te maximaliseren willen ze nu zoveel en zo snel mogelijk olie en gas oppompen. Dat leidt tot meer olie en gas op de mondiale markt, wat onze klimaatproblemen versnelt.
- De auteur
Moniek de Jong is onderzoeker aan de Universiteit Gent en coauteur van het klimaatessay ‘Staat de wereld in brand?’. - De kwestie
Het terugdringen van fossiele energie brengt belangrijke risico’s mee voor de producenten en voor de wereld. - De conclusie
Toch ligt precies daar de sleutel voor het oplossen van de klimaatcrisis. De sector moet op zoek naar alternatieven.
Daarnaast zijn enkele producenten sterk afhankelijk van olie-inkomsten. Hun toekomst staat op het spel. In Saoedi-Arabië is er een sociaal contract tussen de koninklijke familie en de rest van de Saoedische samenleving. Dat houdt in dat burgerlijke vrijheden - stemrecht of mensenrechten - nogal te wensen over laten, in ruil voor lage belastingen en goedbetaalde banen. Het wegvallen van de olie-inkomsten is een nachtmerrie voor menig heerser in het Midden-Oosten en daarbuiten. Een beproefde tactiek in zulke situaties is de creatie van een externe vijand, met alle regionale politieke gevolgen van dien.
Als we klimaatneutraliteit nastreven, kan tegen 2036 de helft van de fossiele activa waardeloos zijn. Dat leidt tot gigantische financiële risico’s.
Hoewel we weten dat we moeten afkicken van onze fossiele verslaving worden nieuwe olie- en gasprojecten gefinancierd. Na de recordwinsten van 2022 voor big oil, zoals de grote olie- en gasbedrijven samen vaak worden genoemd, is er hernieuwde interesse in fossiele projecten. BP kondigt aan dat het juist meer gaat investeren om de fossiele productiecapaciteit te verhogen.
Big oil voelt zich gesteund in die beslissing, omdat regeringsleiders nieuwe projecten goedkeuren. De Amerikaanse president Joe Biden heeft begin dit jaar de ontwikkeling van het olieproject Willow in Alaska goedgekeurd. De Britse regering heeft in september toestemming gegeven voor het controversiële Rosebank-olieveld in de Noordzee. Een slechte zaak voor het klimaat.
Die investeringen, gefinancierd dankzij pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders, lopen het risico vroegtijdig te worden uitgefaseerd. Als we klimaatneutraliteit nastreven, kan volgens wetenschappelijk onderzoek tegen 2036 de helft van de fossiele activa waardeloos zijn. Dat leidt tot gigantische financiële risico’s, waarschuwt het Internationaal Energieagentschap. In een klimaatneutrale wereld is er geen nood aan lng-terminals, oliepijpleidingen of steenkolencentrales, maar aan windturbines en elektrische auto’s.
Greenwashing
Waar ligt de oplossing? Fossiele producenten en bedrijven moeten meebewegen naar een klimaatneutrale wereld. Hun economie en activiteiten moeten ze diversifiëren. Enkele olieproducerende landen hebben met goedgevulde soevereine staatsfondsen voorzichtige stappen gezet om hun inkomsten in andere sectoren te investeren, zoals het Saudi Vision 2030-project.
Ook big oil claimt zijn activiteiten te vergroenen, al vallen die vaak onder de noemer greenwashing en blijft onduidelijk welke acties ondernomen worden en hoe groen die zijn. Het Noorse staatsoliebedrijf Statoil veranderde in 2018 zijn naam naar Equinor om het imago te vergroenen, maar aan het businessmodel van het bedrijf verandert weinig.
Big oil en andere fossiele producenten hebben er baat bij de fossiele transitie zoveel mogelijk uit te stellen. Jarenlang hebben ze de klimaatverandering ontkend en succesvol gelobbyd om vooral hun kostbare olie- en gasprojecten te sparen. Met de COP28-klimaattop lijken ze geïnfiltreerd in de belangrijkste klimaatonderhandelingen. Het gastland Dubai, een olieproducent, heeft Sultan Al Jaber, de CEO van het oliestaatsbedrijf Abu Dhabi National Oil Company, aangesteld als gastheer. Het land zou ook klimaatmeetings hebben gebruikt om olie en gas te verkopen. Een teleurstellende ontwikkeling, terwijl de wereld schreeuwt dat de klimaatverandering moet stoppen.
We mogen niet vergeten dat de fossiele producenten de veroorzakers zijn van het klimaatprobleem. Juist zij moeten een tandje bijsteken om de energietransitie te realiseren. Ze dreigen evenwel het debat te kapen, met desastreuze gevolgen voor onze planeet.
Meest gelezen
- 1 'Rusland zet Jemenitische strijders in aan front Oekraïne'
- 2 Toch akkoord op klimaattop: ontwikkelingslanden krijgen 300 miljard dollar per jaar
- 3 Brusselse beurs hoopt op boost door alle beleggers te ontmaskeren
- 4 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 5 De gewaagde strategie van bitcoingigant MicroStrategy