Negatieve dividendrendementen op aandelen van activabeheerders? Is het denkbaar dat van de aandeelhouder van een holding, of van om het even welk ander beursgenoteerd bedrijf, ooit wordt gevraagd te betalen om aandelen aan te houden in plaats van zelf een dividend op te strijken, zoals bij houders van een spaarboekje bij een negatieve rente het geval is? Wees gerust, zover zal het nooit komen.
In het slechtste geval zou dat betekenen dat de bedrijven geen winst meer maken. En winst realiseren is toch de belangrijkste bestaansreden van elke onderneming. Die winst bepaalt ook de richting waarin de aandelenkoersen evolueren. Wanneer een onderneming geen winst maakt, kan ze ook moeilijk verwachten dat de koers van haar aandeel stijgt. Want ze zal geen beleggers meer aantrekken.
Uw wapen tegen de negatieve rente
Welke invloed heeft de negatieve rente op uw portefeuille? Is duurzame dividendaandelen kopen een goed idee? Of gaat u toch beter voor papieren bakstenen? En hoe werkt diversificatie met fondsen nu juist?
Als u een inkomen uit uw beleggingen wil halen, weet u maar beter een antwoord op bovenstaande vragen. Twijfelt u? Geen nood: u vindt alle antwoorden in de Aandelengids. Een uitgebreide gids vol tips en adviezen van specialisten, inclusief gedetailleerde fiches van 50 aandelen.
In tijden waar miljarden euro’s aan obligaties die zijn uitgegeven door de Europese landen negatieve rendementen opleveren, is beleggen in beursgenoteerde aandelen meer dan ooit aan de orde. Opteren voor aandelen van holdings biedt bovendien het voordeel dat u kunt profiteren van de expertise van ervaren beheerders.
De Brusselse beurs telt de jongste jaren iets minder holdingaandelen dan vroeger. Toch kan de belegger nog altijd kiezen uit een ruime waaier. Om er maar enkele te noemen: GBL, Sofina, Ackermans & van Haaren (AvH), Compagnie du Bois Sauvage, Brederode, Solvac, KBC Ancora en Financière de Tubize.
1. De ene holding is de andere niet
Holdings zijn ondernemingen die participaties aanhouden in een of meer bedrijven die beursgenoteerd zijn of niet (we spreken dan over ‘private equity’). Zij nemen soms actief deel aan het beleid van de ondernemingen waarin ze een aandeel hebben. GBL, Sofina en AvH zijn zulke holdings. Soms beperken ze zich tot het aanhouden van een participatie met als belangrijkste doel meerwaarde te realiseren. Dat is het geval bij Brederode. Sofina en Brederode zijn de holdings die vandaag het actiefst zijn in ‘private equity’. AvH en GBL zijn dat ook, maar in mindere mate.
Sommige holdings beheren het ‘spaargeld’ van de families van de vroegere ‘captains of industry’. Denk aan Sofina, dat in handen is van de familie Boël. Andere holdings dan weer zijn ontstaan uit de samenwerking van een reeks bedrijven die vroeger actief waren in de mijnbouw - denk aan Brederode. En er zijn ook holdings die in de financiële wereld ‘monoholdings’ worden genoemd, omdat ze tot doel hebben het kapitaal van een groot beursgenoteerd bedrijf te stabiliseren (sommigen noemen het ‘vergrendelen’). Voorbeelden hiervan zijn Solvac (dat 31 procent aanhoudt in de chemiereus Solvay), Financière de Tubize (dat 35 procent bezit van de biofarmagroep UCB) en KBC Ancora (dat eigenaar is van 18,6 procent van de 416 miljoen aandelen die het kapitaal uitmaken van KBC).
2. Mikt u op een mooi dividend…?
WIST U DAT?
Sofina en vooral Brederode presteerden de voorbije tien jaar uitstekend: respectievelijk 265 en 447 procent. Zij haalden voordeel uit het feit dat ze vooral actief zijn in ‘private equity’, sinds enkele jaren een van de meest lucratieve segmenten op de financiële markten.
Hoe kiest u als belegger uit die waaier aan holdings? U moet in de eerste plaats uitmaken wat voor u primeert: het dividend of de meerwaarde. Als het dividend primeert, mikt u het best op aandelen zoals Solvac en GBL. Op basis van de huidige koersen leveren die effecten een brutorendement op van respectievelijk 4,5 en 3,3 procent.
KBC Ancora levert nog meer op: het brutodividend bedraagt liefst 6,8 procent, zeer aantrekkelijk dus. Maar zo’n hoog dividend moet u tot voorzichtigheid aanmanen: het zou erop kunnen wijzen dat de markt twijfelt aan het vermogen van het bedrijf om het huidige dividend te behouden. Waarom die twijfel? Waarschijnlijk deels omdat de dividendpolitiek van het bedrijf de voorbije jaren niet echt constant was. Door de financiële crisis moest KBC Ancora sinds 2008 tot tweemaal toe de uitkering van zijn dividend uitstellen.
De aandeelhouders van GBL en Solvac hadden op dat vlak meer geluk. Niet alleen kregen ze sinds 2000 elk jaar een dividend uitgekeerd, het dividend per aandeel groeide ook jaarlijks. Voor GBL bedroeg het 1,1807 euro bruto in 1999. In het boekjaar 2018 liep dat op tot 3,07 euro bruto, of een stijging van 160 procent vergeleken met twintig jaar geleden. Bij Solvac steeg het brutodividend van 2,786 naar 5,44 euro. Ook AvH heeft met uitzondering van de crisisjaren op de beurs (begin jaren 2000 en 2008-2009) zijn dividend geregeld opgetrokken.
3. …Of gaat u voor meerwaarde?
GBL en Solvac behoren op basis van hun aanzienlijk dividendrendement (in procent) tot die holdings die geschikt zijn voor beleggers met een renteniersvisie, beleggers die een jaarlijks dividend verkiezen boven een meerwaarde. Al is het interessant te vermelden dat sinds enkele jaren de bestuurders bij GBL hebben beslist om voortaan de nadruk te leggen op hun beleggingspolitiek eerder dan op het dividend. De groep wil het dividend nog wel elk jaar doen stijgen, maar GBL blijft graag herhalen dat ‘de creatie van meerwaarde op lange termijn’ de belangrijkste doelstelling is geworden.
Brutorendementen
Alle rendementen die we in dit artikel vermelden, zijn brutocijfers. Dat wil zeggen: vóór aftrek van de roerende voorheffing. Waarom? Enerzijds omdat sinds 1999, de periode waar wij het over hebben, de belasting onophoudelijk is gewijzigd. Anderzijds omdat particuliere beleggers sinds kort de mogelijkheid hebben om de roerende voorheffing die de financiële instelling voor de Belgische staat inhoudt en die vandaag 30 procent bedraagt, te recupereren via hun belastingaangifte.
Vorig jaar kon u de roerende voorheffing die wordt ingehouden op het brutobedrag dat u aan dividenden ontving voor maximaal 640 euro recupereren. Dit jaar zal u voor de dividenden die u in 2019 kreeg iets meer dan 800 euro kunnen recupereren.
Die koerswijziging heeft zich de voorbije jaren op de beurs vertaald in een mindere prestatie van het aandeel. Wie sinds eind 1999 aandelen van GBL in bezit heeft en besliste om telkens de uitgekeerde dividenden te herbeleggen in aandelen van het bedrijf, realiseerde volgens de berekeningen van Bloomberg tot vandaag een brutoreturn (koers + herbelegde brutodividenden) van 370 procent. Het grootste deel van die winst werd wel gerealiseerd tussen 1999 en 2009. De jongste 10 jaar bedroeg het percentage nog slechts 108 procent.
U zou kunnen denken dat op termijn het vooruitzicht op meer kapitaalwinst (meerwaarde) in de koersprestatie van het GBL-aandeel het zal overnemen van de stijging van het dividend. Dat lukt zeer goed bij de Antwerpse holding AvH. Die heeft in zijn portefeuille namen zoals Bank Delen en de BTP CFE-groep. Maar het brutodividendrendement van het aandeel bedraagt nauwelijks 1,65 procent.
Toch hebben beleggers die het aandeel al lange tijd in portefeuille hebben en het dividend niet als een prioriteit beschouwen, iets om zich over te verheugen. Want op twintig jaar, en opnieuw op voorwaarde dat ze alle dividenden opnieuw in aandelen van het bedrijf hebben herbelegd, hebben ze een fabelachtige return van 605 procent bruto gerealiseerd. Zelfs Warren Buffett, de legendarische beheerder van de Amerikaanse holding Berkshire Hathaway, is er niet in geslaagd zo’n prestatie neer te zetten. Al komt hij wel in de buurt: zijn aandeel, dat noteert op Wall Street en nooit een dividend uitkeert, kende de voorbije 20 jaar een stijging van 525 procent. Ter vergelijking, de Bel20-index steeg over diezelfde periode met 20 procent. Rekening houdend met de uitgekeerde en herbelegde dividenden liet de Bel20 meer dan een verdubbeling van de return optekenen.
Net zoals GBL behaalde de Antwerpse holding AvH tussen 1999 en 2009 zijn beste rendement. Die vaststelling geldt eigenlijk voor de meeste holdings. Wil dat zeggen dat de gouden tijden voor de holdings op de Brusselse beurs achter ons liggen? Zeker niet. Sofina en vooral Brederode bewijzen het tegendeel. Die aandelen presteerden de voorbije tien jaar beter dan tijdens de periode 1999-2009: respectievelijk 265 en 447 procent. Zij haalden voordeel uit het feit dat ze vooral actief zijn in ‘private equity’, sinds enkele jaren een van de meest lucratieve segmenten op de financiële markten.
4. Monoholding of onderliggend aandeel?
Gezien hun prestaties sinds 1999 verdienen ook de waarden van de ‘monoholdings’ het om uw interesse te winnen. Met uitzondering van Financière de Tubize
Liggen de gouden tijden voor de holdings op de Brusselse beurs achter ons? Zeker niet.
(0,9 procent) bieden ze aantrekkelijke rendementen. Meer nog, voor wie zich richt op aandelen van monoholdings komt het er eigenlijk op neer dat ze aandelen Solvay, UCB of KBC verwerven tegen een lagere koers dan die op dat ogenblik van kracht is op de beurs. Toch mag dat niet de belangrijkste reden zijn om voor dit soort aandelen te kiezen. Want de korting van het onderliggend actief is een constant gegeven. Dat was gisteren zo, en zal waarschijnlijk ook de volgende jaren zo zijn.
De vraag rijst of het niet winstgevender is rechtstreeks te beleggen in die aandelen die de monoholdings in portefeuille houden. Met andere woorden, doen de aandelen van bedrijven zoals Solvay, UCB en KBC het niet beter dan de holdings die hun belangrijkste aandeelhouders zijn? Het antwoord op die vraag is verrassend genoeg negatief. Wie eind 1999 in aandelen van Solvay belegde en die aandelen nog altijd in zijn bezit heeft, realiseerde een return van 160 procent, tegenover 315 procent voor Solvac. Hetzelfde geldt, weliswaar in mindere mate, voor de aandelen KBC en UCB. De return van KBC bedraagt 160 procent, tegenover 227 procent voor KBC Ancora. Die van UCB 170 procent, tegenover 190 procent voor Financière de Tubize.
5. Holdings volgen de beurs
De prestaties die de holdingaandelen neerzetten, zouden met andere woorden elke belegger moeten overtuigen er een deel van zijn vermogen in te investeren. Aan u om te bepalen wat primeert: het dividend of de meerwaarde op lange termijn. Zonder te vergeten dat prestaties uit het verleden geen garantie zijn voor de toekomst.
Nog dit: de aandelenkoersen van holdings ontsnappen doorgaans niet aan de algemene trends op de beurs. Ze stijgen wanneer de beurs het goed doet, en ze dalen als de beurs somber gestemd is. In dat laatste geval kan dat een koopopportuniteit betekenen, omdat de korting op de holdings (onderwaardering van het bedrijf op de beurs in verhouding tot de prijs van de aangehouden activa) de neiging heeft toe te nemen.
Beter dan Warren Buffett
Aandeelhouders van Ackermans & van Haaren die de voorbije twintig jaar hun dividenden opnieuw in aandelen van diezelfde holding hebben belegd, hebben een fabelachtige return van 605 procent bruto gerealiseerd. Zelfs Warren Buffett, de legendarische beheerder van de Amerikaanse holding Berkshire Hathaway, is er niet in geslaagd zo’n prestatie neer te zetten.