Aziatische beurzen zakken verder weg

Na de opheffing van de westerse sancties mag Iran weer volop olie en gas uitvoeren. De komende maanden zal het land zijn uitvoer wellicht met 500.000 vaten per dag opschroeven. Dat vooruitzicht duwt de olieprijs naar nog lagere regionen. Maandagochtend zakte de prijs van een vat Brent tot onder 28 dollar, waarbij een dieptepunt van 27,67 dollar werd bereikt. Dat is de laagste prijs sinds 2003.

De neergang op de beurzen gaat zo zijn derde week in. De markten maken zich meer en meer zorgen dat de groei van de wereldeconomie verder zal vertragen, onder meer omdat de Chinese economie trager groeit.

In Tokio sloot de Nikkei maandag met 1,1 procent verlies en zakte de Topix 1 procent. De Japanse beurs zit daarmee bijna in een berenmarkt, bijna 20 procent onder zijn vorige piek dus.

De Chinese beurzen kleurden aanvankelijk ook rood, maar kozen de goede richting toen bodemvissers in actie kwamen. Zij pikten vooral kleinere aandelen weer op die waren afgestraft. Rond 9 uur noteert de beurs van Shanghai 0,4 procent hoger en Shenzhen 1,9 procent. Vorige week belandden de Chinese beurzen al in een berenmarkt.

Zondag presteerden de beurzen in het Midden-Oosten al erg slecht. De terugkeer van Iran op de oliemarkt bezorgde met name de beurzen van Saudi-Arabië en Qatar een pandoering.

Vrijdag deed ook Wall Street het erg slecht, nadat bekend raakte dat de kleinhandelsverkopen onverwacht waren gedaald en de industriële productie voor de derde maand op rij was afgenomen. De Dow Jones eindigde 2,4 procent in de min. Maandag zijn de beurzen in New York dicht omdat de Amerikanen Martin Luther King Day vieren. Intussen komt het resultatenseizoen op volle toeren.