Afgezette Koreaanse president opgepakt voor verhoor

Een nieuwe twist in de politieke crisis in Zuid-Korea, de vierde economie van Azië. Met flink wat machtsvertoon heeft het onderzoeksbureau voor corruptie van hoge functionarissen (CIO) in de nacht van dinsdag op woensdag Yoon Suk-yeol gearresteerd in de presidentiële compound in Seoul. Volgens het arrestatiebevel moet de afgezette president 48 uur in hechtenis blijven, wat verlengd kan worden naar 20 dagen.

Yoons arrestatie ging niet zonder slag of stoot. Begin januari hadden de ordediensten bij een eerste poging al eens de aftocht moeten blazen na een confrontatie met 200 leden van een militaire eenheid en de presidentiële beveiligingsdienst. Afgelopen nacht kwam het opnieuw tot een urenlange standoff, maar onder meer met behulp van ladders en draadknippers slaagden de agenten erin binnen te dringen en Yoon te arresteren.

Vlak voor zijn arrestatie had Yoon een videoboodschap opgenomen en online gezet. 'De rechtsstaat in dit land is ingestort. Ik heb beslist de ondervraging van het CIO te ondergaan om bloedvergieten te vermijden. Dat betekent niet dat ik het onderzoek van het CIO erken. Dat blijft wat mij betreft illegaal. De staat van beleg afroepen is geen misdaad, maar een presidentieel recht.'

Noord-Korea

De ongeziene politieke crisis in Zuid-Korea barstte in december los, toen Yoon de staat van beleg had afgekondigd. Onder druk van het parlement en na massaal straatprotest trok de president zijn beslissing even later in. Dat was niet voldoende voor de oppositie, die haar overmacht in het parlement gebruikte om Yoon opzij te schuiven. Het grondwettelijk hof moet die afzetting wel nog bevestigen, waarna binnen de twee maanden nieuwe presidentsverkiezingen gehouden moeten worden.

Yoon, de leider van de conservatieve PPP-partij, had de staat van beleg afgekondigd voor 'vermeende dreiging door Noord-Koreaanse strijdkrachten'. De liberale oppositiepartij sprak van een nauwelijks verholen poging tot staatsgreep om het parlement buitenspel te zetten. Het CIO begon daarop een onderzoek wegens machtsmisbruik en het aanzetten tot rebellie. Het arrestatiebevel kwam er nadat de afgezette president drie dagvaardingen voor ondervraging had genegeerd.