Opvallend meer snelheidsboetes uitgeschreven in Vlaanderen

'Niemand mag nog ontsnappen.' Met die woorden kondigde minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) in de zomer van 2021 een strengere aanpak van hardrijders in ons land aan.

De pakkans moest omhoog, de tolerantiemarges omlaag en de trajectcontroles en flitscamera's moesten actiever gebruikt worden. Een gecentraliseerd nationaal verkeersparket - voorlopig onder leiding van de procureur-generaal van Bergen - moet bovendien ook de inning van de boetes stroomlijnen.

Uit de cijfers van de federale politie die De Tijd analyseerde, blijkt dat het aantal snelheidsboetes door die nieuwe manier van werken al gevoelig is gestegen. In de eerste zes maanden van 2022 werden meer dan 3 miljoen snelheidsovertredingen vastgesteld, een record.

Het vorige halfjaarrecord - de 2,3 miljoen boetes voor te snel rijden uit de eerste helft van 2021 - verbleekt bij dat nieuwe cijfer. Ten opzichte van diezelfde periode in 2021 is het aantal snelheidsboetes met ruim een derde toegenomen. In vergelijking met vijf jaar geleden ligt het aantal overtredingen bijna dubbel zo hoog.

Meerderheid kleine overtreding

Bij de overgrote meerderheid van de vastgestelde overtredingen gaat het om een eerder beperkte overschrijding van de toegestane snelheidslimiet. In bijna twee op de drie gevallen reed de geflitste bestuurder - na correctie - 1 tot 10 kilometer per uur te snel. In absolute cijfers gaat het om 1,98 miljoen overtredingen.

Een kleine 870.000 chauffeurs reed 11 tot 20 kilometer per uur te snel, ruim 260.000 bestuurders maakten het met 21 kilometer per uur of meer helemaal te bont op de weg. Net geen 20.000 onder hen werden geflitst aan meer dan 40 kilometer per uur boven de maximumsnelheid.

Vooral Vlaanderen

Opmerkelijk is dat de toename van het aantal snelheidsboetes een pak meer uitgesproken is in Vlaanderen dan elders in het land. Per 100.000 inwoners werden in het Vlaams Gewest in de eerste zes maanden van 2022 bijna 34.000 snelheidsovertredingen vastgesteld. Goed voor een stijging van 35 procent ten opzichte van de eerste helft van 2021.

In Wallonië gaat het om een kleine 18.500 overtredingen per 100.000 inwoners, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om 14.800 snelheidsboetes per 100.000 inwoners.

De Antwerpenaar loopt het vaakst tegen de lamp, blijkt uit een diepere analyse van de verkeersstatistieken. Per 100.000 inwoners liep het aantal snelheidsovertredingen in de provincie Antwerpen op tot ruim 41.500. In de provincie Luik ligt het aantal snelheidsboetes ruim een kwart lager.

Meer Vlaamse trajectcontroles

Een deel van de verklaring voor die geografische verschillen ligt in het aantal trajectcontroles. Uit cijfers die minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) eind vorig jaar in de Kamer bekendmaakte, blijkt dat Vlaanderen goed is voor ruim acht op de tien, 155 van de 186, actieve trajectcontroles in ons land. In Wallonië zijn volgens Verlinden amper 25 trajectcontroles actief.

Nog eens 235 trajectcontroles, waarvan 172 in Vlaanderen, zouden in de loop van dit jaar geactiveerd worden. In totaal zullen op die manier 422 trajectcontroles de snelheid meten. De federale regering maakt zich sterk om over voldoende personeel te beschikken om alle extra snelheidsboetes die die nieuwe camera's zullen opleveren te innen.

Opnieuw meer alcohol

Niet alleen het aantal snelheidsovertredingen zit in de lift, ook het aantal bestuurders dat betrapt wordt op rijden onder invloed van alcohol ligt opnieuw een pak hoger.

Na anderhalf jaar van een aanzienlijk lager aantal geïntoxiceerde bestuurders steeg het aantal chauffeurs met een glas te veel op in de tweede helft van 2021 opnieuw naar meer dan 20.700. In de eerste zes maanden van vorig jaar bleken bijna 23.000 Belgen te veel gedronken te hebben. Daarmee zitten we opnieuw bijna op het niveau van voor de coronapandemie.