Franse industriële productie krijgt klappen
Er hangen donkere wolken boven de Franse economie. De industriële productie zakte in mei met 1,7 procent maand-op-maand. Ook in Nederland viel de industriële productie terug.
De industriële productie is een van de sleutelindicatoren voor de economische dynamiek in een land. Afgaande op het cijfer voor mei stevent Frankrijk al op een zwak tweede kwartaal. Ook in de eerste drie maanden van dit jaar boekte het land geen groei.
De krimp van 1,7 procent in vergelijking met mei was groter dan verwacht. De analisten van BNP Paribas bijvoorbeeld hadden een daling van 0,2 procent maand-op-maand voorop gesteld.
De maakindustrie was de hoofdverantwoordelijke voor de inzinking. Daar bedroeg de krimp in mei 2,3 procent, meldde het Franse statistische instituut Insee donderdag.
Feestdagen
BNP Paribas merkt op dat de negatieve groei deels te verklaren is door de vele feestdagen in mei. Die maand vielen liefst drie feestdagen op een donderdag, waardoor veel Fransen er meteen een verlengd weekend van maakten.
Maar die situatie is niet voldoende om de groter dan verwachte daling te verklaren. Ook over de laatste drie maanden waarvoor er cijfers zijn (maart, april en mei) lag de industriële productie 0,7 procent lager dan een jaar eerder.
Dat belooft weinig goeds voor de economische groei. BNP Paribas verwacht dat het Franse bbp in het tweede kwartaal met 0,3 procent groeit tegenover het voorgaande kwartaal. Maar dat kan dus lager uitvallen.
Nederland
De Nederlandse industriële productie daalde in mei met 1,9 procent tegenover april. Dat was een serieus verschil met april, toen nog een stijging met 2,4 procent werd genoteerd.
De cijfers die de kortetermijnontwikkeling weergeven, fluctueren de laatste maanden nogal, merkt het Centraal Bureau voor de Statistiek op. De productie lag de afgelopen 3 maanden wel lager dan in de 3 maanden daarvoor.
In mei lag de gemiddelde dagproductie in de Nederlandse industrie 0,5 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee is de productiegroei aanzienlijk afgevlakt ten opzichte van voorgaande maanden. In april was nog sprake van een toename met 2,9 procent.