Iedereen wint bij kleiner wonen

De Vlaamse Bouwmeester dringt er al een tijdje op aan: we moeten wat dichter bij elkaar en compacter gaan wonen, om zo de beschikbare vrije ruimte verstandiger te benutten. Die oproept lijkt te werken. Mensen verruilen de laatste jaren opnieuw steeds vaker het platteland voor de stad, weet Stefaan Leliaert, voorzitter van het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars. ‘In steden wordt nu eenmaal kleiner gebouwd. Die trend blijft geenszins beperkt tot België. Ook in andere Europese landen, met Scandinavië op kop, worden flats steeds kleiner.’

Compactere appartementen worden vandaag doorgaans sneller en makkelijker verkocht, omdat ze budgetvriendelijker zijn. ‘De financiële instapdrempel voor nieuwe eigenaars ligt bij kleinere appartementen lager. Investeerders zien die flats bovendien sneller verhuurd worden, omdat ook de huurprijs lager ligt. Zo ontstaat voor iedereen een win-winsituatie.’

Divers aanbod blijft noodzakelijk

Toch blijft een gediversifieerd woningaanbod uiterst belangrijk, om de markt niet uit evenwicht te halen, beklemtoont Marc Dillen, directeur-generaal bij de Vlaamse Confederatie Bouw. ‘Tot twintig jaar geleden bestond de markt uit 65 procent huizen en 35 procent appartementen. Vandaag is die verhouding zowat omgekeerd. Er blijft er nog altijd vraag naar wooneenheden die veel groter en soms zelfs een stukje kleiner zijn dan de gemiddelde 65 à 69 vierkante meter bewoonbare oppervlakte.’

Kleine flats worden bovendien niet alleen bewoond door ouderen die compacter willen wonen of van het platteland naar een dorpskern of stadscentrum verhuizen. ‘Een klein appartement is voor een alleenstaande of een koppel soms ook een starterswoning. Zodra er een partner of kinderen bijkomen, volgt de overstap naar een grotere flat of een huis. De gemiddelde leeftijd van mensen die een hypothecaire leeftijd afsluiten, is de laatste jaren trouwens gestegen. Veel jonge gezinnen krijgen, ondanks de lage rentevoeten, niet voldoende spaargeld bij elkaar voor een grote lening.’  

Klein is niet altijd fijn

Kleinere appartementen kennen ook nadelen, ondervindt Stefaan Leliaert, die ook als syndicus werkt. ‘Hoe dichter mensen bij elkaar wonen in flats, hoe vaker er problemen ontstaan: van samenwerkingen die minder vlot lopen tot zelfs burenruzies. Alleen wanneer medebewoners over een compatibele mentaliteit beschikken, is compacter en dichterbij elkaar wonen praktisch haalbaar, denk ik.’ 

Toch zit er in de nabije toekomst niets anders op dan dichter bij elkaar te gaan wonen, besluit Marc Dillen. ‘Onbebouwde percelen in ons land worden elk jaar schaarser, en daardoor ook duurder. We merken dat ook aan de bouwevolutie van vrijstaande huizen naar tweegevelwoningen en appartementen. Onder druk van de stijgende prijs per vierkante meter van de bouwgrond zullen er volgens mij over 10 jaar geen vrijstaande woningen meer gebouwd worden.’