Paleis der Natie | Wees niet bang, en steel niet
De stembusslag draait om de betaalbaarheid van het sociaal systeem. Dit is niet het moment voor wankelheid. Want nog gevaarlijker dan angstige partijen en politici zijn humeurige kiezers.
Het ergste is achter de rug: de verkiezingscampagne. De echte inzet van de verkiezingen is de vraag hoe dat gigantische begrotingstekort van 4,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2025 - bijna 30 miljard euro, nagelaten door de vorige regeringen - kan worden weggewerkt zonder sociale malheuren. Als in de vele debatten die vraag werd gesteld, volgde veelal beeld zonder klank.
Kortom: de stembusslag zondag draait om de betaalbaarheid van het genereuze sociaal systeem dat door vorige generaties werd opgebouwd, maar dat de afgelopen decennia slordig werd beheerd. Dit is dus niet het moment voor wankelheid in het stemhokje. Want nog gevaarlijker dan angstige partijen en politici zijn humeurige kiezers. Die blijken zeer gevoelig voor de populistische verleiding van communistisch links en extreemrechts, althans volgens de jongste peilingen.
Het waren de beleidspartijen die zonder uitzondering met hun ongeordende optreden tijdens de voorbije regeerperiode het extremisme nog aanwakkerden.
Als die de uitkomst van de stembusslag weergeven, verdeelt de humeurigheid verder het land, dat zelfs in periodes van relatieve politieke rust op twee snelheden draait. Het waren de beleidspartijen die zonder uitzondering met hun ongeordende optreden tijdens de voorbije regeerperiode het extremisme nog aanwakkerden. Wat de mogelijkheden om een stabiele parlementaire meerderheid te vormen nog beperkter maken dan ze al waren.
Op maandag 10 juni overvalt de politieke werkelijkheid de nieuwe verkozenen, en die dreigt op veel vlakken heel confronterend te worden, zowel federaal als regionaal. Al was er geen verkiezing nodig om dat duidelijk te maken. Nog voor het begin van de campagne liet vicepremier en minister van de Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) zich ontvallen: ‘Wat we voor de volgende regering nodig hebben, is een premier die zich na zijn regeerperiode niet meer verkiesbaar stelt.’
De nota van Algoed
Toen Tsjechoslowakije door de instorting van het Oostenrijkse keizerrijk in 1918 van de ene dag op de andere onafhankelijk werd, heerste grote onrust. Zelfs onder Tsjechische nationalisten was de onafhankelijkheidswens allesbehalve intens. Thomas Masaryk, de eerste president van Tsjechoslowakije, stelde zijn landgenoten gerust met de woorden: ‘Wees niet bang, en steel niet.’ Met die ‘steel niet’ bedoelde hij naar eigen zeggen dat die onafhankelijkheid moest worden verdiend.
Masaryks goede raad is ook dienstig voor de federale en de regionale politici die straks het schip van de staat moeten rechthouden. Dat vaart volgens de Engelse politiek filosoof Michael Oakeshott op een oeverloze en peilloos diepe zee, zonder haven om te schuilen, zonder bodem om te ankeren, zonder afvaartplaats en zonder bestemming. Wat in dit geval een bovenmaatse opdracht is.
Om de situatie te keren is niet alleen een sterke coalitie nodig, maar ook een premier met gezag in het noorden en in het zuiden van het land.
De komende weken zal blijken wie die taak kan opnemen, zowel op federaal niveau als in Wallonië, Brussel en Vlaanderen. Allemaal zitten ze met dezelfde budgettaire kopzorgen, zelfs in Vlaanderen. Tijdens de verkiezingscampagne werd zedig gezwegen over de pijnlijke nota waarin Koen Algoed, secretaris-generaal Financiën en Begroting van de Vlaamse Gemeenschap, meegaf dat de Vlamingen vanaf 2025 vooral belastingen zullen betalen om de begrotingsgaten te dichten en de schulden van de Vlaamse Gemeenschap af te betalen.
Ondertussen kampt Wallonië met een dramatische begrotingssituatie. In het Brussels Gewest regeert de budgettaire chaos. De volgende federale premier moet dat allemaal onder controle krijgen. Voor de Europese suppoosten maakt het niet uit welke entiteit de tekorten en de schulden opstapelt. Zij kennen alleen België. De deelgebieden beschouwen ze zelfs als hinderlijk.
Het land kan zich geen lange formatiecrisis veroorloven zoals die in Nederland. De schuld tikt elke dag aan, het budgettaire tekort wordt er ook niet beter op, en de facturen van de gezondheidszorg en de pensioenen stapelen zich op. Om de situatie te keren, zelfs al toont de Europese Unie zich meegaand bij het stellen van een deadline, is niet alleen een sterke coalitie nodig, maar ook een premier met gezag in het noorden en in het zuiden van het land.
Cincinnatus
Tijdens de campagne ontbrak het niet aan kandidaat-premiers. Iedereen, zelfs Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken, zag zich in die rol. N-VA-voorzitter Bart De Wever ging het verst in het etaleren van zijn ambitie. Zijn voorstel komt erop neer dat de federale regering, niet veel groter dan het huidige kernkabinet, wordt gevormd door partijen die regionaal besturen. Zo’n regering, die hij graag zelf wil leiden, zet zich dan aan de saneringsoperatie, legt nieuwe belastingen op en zal tegelijk een staatshervorming voorbereiden. Dat is een evenwichtsoefening zonder voorgaande, waarbij de Vlamingen noch de Franstaligen zich bestolen mogen voelen - de ‘steel niet’-regel van Masaryk.
Volgens de jongste peilingen is een coalitie nodig van de N-VA met de drie traditionele families en de groenen om een tweederdemeerderheid te vormen voor een staatshervorming en om een bijzondere meerderheid te verzekeren voor een noodzakelijke hervorming van de bijzondere financieringswet, die het inkomen van de deelstaten bepaalt. Dat laatste is nodig om Wallonië en Brussel uit het budgettaire moeras te slepen.
Eigenlijk schakelen Paul Magnette en Bart De Wever elkaar uit als mogelijke premier.
Tegelijk moet de federale regering een sanering doorvoeren die volgens De Wever zal bestaan uit het terugbrengen van de onbeperkte werkloosheid tot maximaal twee jaar, het opnieuw aan het werk krijgen van langdurig zieken en het knippen in sommige uitkeringen en pensioenen. Terwijl de nieuwe belastingen vooral de Vlamingen zullen treffen, raakt het snoeiwerk vooral Wallonië en Brussel.
Dat Franstalige partijen dit aanvaarden, is al twijfelachtig. Bovendien komt de PS hoe dan ook gehavend uit deze verkiezingen: de rivaliserende PTB/PVDA haalt volgens de opiniepeilers meer zetels dan de partij van Paul Magnette. Dan nog eens toetreden tot een regering geleid door een Vlaams-nationalist, die een sanering van die omvang doorvoert, zou het einde van de partij betekenen.
Eigenlijk schakelen Magnette en De Wever elkaar uit als mogelijke premier. Wat maakt dat na de gebruikelijke voorrondes in de formatie koning Filip weinig keuze heeft voor de leiding van deze federale regering van het onmogelijke.
Een meevaller voor het staatshoofd is de opmars van Les Engagés, de voormalige Cdh en PSC. Die versterkt het christendemocratische kamp, waar ze iemand in huis hebben die politiek en intellectueel is uitgerust om een operatie van deze omvang te leiden in vertrouwen met de deelregeringen en met Europa: Koen Geens. Hij beheerst de communautaire materies, is bezorgd om het sociaal systeem en kent als geen ander de weg in de wandelgangen van de macht. Bijkomend voordeel: na die noodzakelijke saneringsoperatie, waarbij het Globaal Plan van Jean-Luc Dehaene een vingeroefening lijkt, hoeft hij niet opnieuw verkozen te worden. Geens kan dan als Lucius Cincinnatus terug naar zijn erf.
Volg alles over de verkiezingen - analyses, interviews, podcasts, opinies - in onze liveblog en ons dossier Verkiezingen 2024. Vanavond kan u ook de eerste analyses verwachten met algemeen hoofdredacteur Isabel Albers, columnist Rik Van Cauwelaert en chef politiek Jasper D'Hoore.
Check ook onze kieswijzer: vergelijk de programma’s van de politieke partijen.
Meest gelezen
- 1 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 2 Fabien Pinckaers, de man achter miljardenbedrijf Odoo: ‘Ons grote geluk is dat de concurrentie shit is’
- 3 De must-reads van het weekend
- 4 Belgische olie-invoer spekt Russische oorlogskas en Poetins paleis
- 5 Chinees gepoker met grondstoffen kan Europa zuur opbreken