<B>Commentaar over beursgang Google:</B>Amateurs.com

Die oprichters, Larry Page en Segey Brin, worden dankzij de beursgang miljardair. Is dat vooruitzicht de dertigers naar het hoofd gestegen? Eerst blijkt dat ze de SEC, de instelling die toezicht houdt op de Amerikaanse financiële markten, 'vergaten' melding te maken van aandelenverkopen aan het personeel.

Vervolgens staan Page en Brin een interview toe in het septembernummer van Playboy. Wanneer een bedrijf naar de beurs gaat, moet het gedurende enkele weken een 'stille periode' respecteren. Dat betekent zoveel als een spreekverbod. Brin en Page zeggen dat het interview werd afgenomen vóór het begin van de stille periode. Helaas verschijnen de septembernummers van Amerikaanse bladen al in augustus. Voor Google midden in de stille periode.

Gisteren riep Google de stille periode dan weer in om niet te moeten antwoorden op vragen van journalisten. Die vragen hadden te maken met de plotse beslissing om de prijsvork van de IPO fors te verlagen. Google acht zich plots 30 procent of 10 miljard dollar minder waard.

De plotse afwaardering doet sterk vermoeden dat de veiling van de Google-aandelen de afgelopen dagen geen erg groot succes is geweest. Google hanteert een veilingprincipe dat de introductieprijs doet overeenkomen met de (voor de beleggers) laagst mogelijke prijs waartegen alle aangeboden aandelen een nieuwe eigenaar vinden. Wellicht heeft Google van zijn bankier te horen gekregen dat aan de initiële prijsvork de aandelen niet allemaal geplaatst raakten.

De fel omstreden keuze van Google voor het zogenaamde 'Dutch Auction'-systeem via het internet lijkt zich dus tegen het bedrijf te hebben gekeerd. Het systeem laat de bepaling van de introductieprijs in de handen van de beleggers in plaats van die van de begeleidende zakenbankiers. De beleggers hebben geoordeeld dat Google minder waard is dan het zelf dacht.

Blijkbaar zijn voor sommigen de lessen uit het verleden nog niet getrokken. Het uiteenspatten van de dotcom-luchtbel enkele jaren geleden belet niet dat sommige bedrijven nog altijd geloven dat in cyberspace alles mogelijk is.

Dat een bedrijf als Google zichzelf 36,6 miljard dollar waard acht, getuigt van weinig realiteitszin. Zo'n waardering impliceert voor de komende jaren een enorme groei, en dat is gelet op de toenemende concurrentie niet echt waarschijnlijk. Overigens levert de lagere prijsvork Google nog altijd een waardering op die overeenstemt met die van Ford. Deze autofabrikant heeft wereldwijd 340.000 mensen in dienst, Google een kleine 2.000.

Luc Van Aelst