Binnenkort verhuizen Olivier De Croock en Hannes Lefevere naar een appartement boven Nectar, hun nieuwe conceptstore aan de Leopoldplaats in Antwerpen. Wij mochten binnenkijken.
Wie onlangs nog het Antwerpse vijfsterrenhotel Botanic Sanctuary is gepasseerd, heeft ongetwijfeld de grandioze kerstdecoratie van Olivier De Croock gespot. Wie hem op Instagram volgt, heeft deze maand ook zijn weelderige bloemenstyling voor een Belgisch trouwjubileum in de Schotse Highlands gezien. Wie Serax volgt, heeft zijn tips voor feesttafels als conversation starter al zien voorbijkomen. En wie Sabato leest, ontdekt hieronder hoe de allround-estheet woont.
Eigen conceptstore
Bloemenkunstenaar Olivier De Croock kun je kennen als contentcreator bij Graanmarkt 13. In juli vertrok hij bij de Antwerpse conceptstore om zich volledig te storten op Studio Croock: zijn eigen bedrijf dat stylings, setdesign en florale installaties verzorgt voor events, particulieren en hotels.
Zijn vriend Hannes Lefevere was acht jaar maître in het restaurant van chef Seppe Nobels bij Graanmarkt 13. Hij vertrok er op zijn beurt om zijn eigen lunch- en traiteurszaak Cèpes in Antwerpen te openen. Zowel bij Lefevere als bij De Croock bleken dat vingeroefeningen voor het grote werk: hun eigen zaak op de Leopoldplaats, op een boogscheut van Botanic Sanctuary. ‘Nectar wordt tegelijk een bloemenatelier, interieurboetiek, bar-restaurant en privé-eventlocatie. We openen in maart 2025’, zegt De Croock. ‘Ik cureer de bloemen en de interieurobjecten, Hannes doet het restaurant en de bar.’ Lefevere: ‘Verwacht geen sharinggerechten of natuurwijntjes in een studentikoos interieur. We kiezen voor een klassevolle zaak met donkere lambrisering, bruin terrazzo en mooie meubelen. In het weekend zijn we doorlopend open, zodat je op zaterdagnamiddag rond 14.30 uur nog kunt komen lunchen.’ De Croock: ‘Door onze ervaring bij Graanmarkt 13 kennen we de valkuilen en troeven van een fysieke conceptstore. We weten wat verkoopt en wat minder goed werkt.’
Olivier De Croock en Hannes Lefevere willen boven hun conceptstore wonen. ‘Dat zal dan ons vijfde adres zijn. Gemiddeld verhuizen we om de twee jaar’, zegt De Croock. ‘Telkens verandert ons interieur helemaal. De kast van Poul Cadovius is het enige stuk dat overal heeft gestaan. Tien jaar geleden, toen ik Hannes leerde kennen, was ik veel eclectischer. Nu wil ik een interieur met tijdloze basics, aangevuld met bijzondere objecten, accessoires en kunstwerken: stukken die de setting oppeppen. Doorheen het jaar verandert ons appartement ook geregeld. We ontdekken vaak nieuwe merken of doen er collabs mee. En sowieso wisselen we altijd van zomer- naar wintersetting. Waarom zou een huis niet als een garderobe kunnen zijn? Met andere lampen, planten en kaarsen kun je in geen tijd een heel nieuwe look creëren.’
Niet dat De Croock en Lefevere nu zó vaak thuis zijn. Hun appartement is meer een hideaway dan een echte woon- en werkplek. ‘Net daarom is ons interieur zo belangrijk. We willen ons hier kunnen terugtrekken om tot rust te komen en te genieten. Voor mij geeft het rust als het interieur perfect gecureerd is. Ik ben te veel een perfectionist om de styling te verwaarlozen. Als we vrienden op bezoek hebben, doen we nog een extra ‘effort’. We spelen graag met het verrassingseffect: eerst aperitief in de zithoek en dan samen naar de aparte eetkamer, waar ik een interessante tafelsetting maak met seizoensbloemen en servies’, zegt De Croock.
Blijf uit de keuken
Die aparte eetkamer kwam door de typische jarendertigindeling van het appartement. De Croock en Lefevere wilden daar bewust niks aan veranderen. ‘De keuken, living en eetkamer waren al aparte ruimtes. En dat wilden we ook expliciet zo houden. Je kunt in dit appartement echt van de ene scène naar de andere wandelen’, zegt De Croock.
Lefevere: ‘We vinden het fijn dat niet alle functies in één grote ruimte zitten. Ik begrijp eerlijk gezegd ook waarom mensen een leefkeuken willen, waar ze in koken, wonen en gasten ontvangen. Maar waarom moet alles per se daar gebeuren? Is de rest van de woning dan nutteloos? Als kok hou ik er ook niet van dat mensen op een feestje aan mijn kookeiland komen staan en – met de beste bedoelingen – vragen ‘of ze iets kunnen doen’. De keuken is op zo’n moment een rommeltje, dat wil je toch niet delen met je gasten? Ik zorg er wel voor dat ik tijdens een diner zoveel mogelijk bij de gasten aan tafel ben. Zolang ze maar uit mijn keuken blijven.’
Qua stijl is het appartement van De Croock en Lefevere een evenwichtsoefening tussen tijdloos en hedendaags. Tussen leefbaar en fotografeerbaar. Tussen comfort en esthetiek. ‘Ik geef toe: onze sofa van het Spaanse Manuel Larraga is vooral gekozen voor zijn comfort, je kunt er perfect een hele avond in hangen. The Pillow-sofa’s van Kassl niet. Die staan hier voor hun look.’
Zilveren bestek
Als zelfverklaarde perfectionist slaagt De Croock erin zijn appartement toch niet al te gestileerd te laten aanvoelen. Niks staat er toevallig, toch voelt de inrichting spontaan. Die ‘vide-poche’ van Studio Hermano op de salontafel, de keramiek van Antoine Vandewoude en Pierre Culot, de Olga-tafellamp van Ann Demeulemeester voor Serax: het is die perfecte mix van edgy, klassiek en ruw die hun stijl typeert.
Natuurlijk is over alles nagedacht. Toch krijg je bij hen thuis niet het gevoel dat je in een showroom rondloopt waar je niks mag aanraken. De Croock en Lefevere gaan zelfs heel relaxed om met hun interieur. En dat mogen hun gasten ook. ‘Onze aperitiefglazen zetten we gewoon zonder onderleggers boven op de boeken op de salontafel. Het is geen ramp als er eens een vlek is. We eten elke dag met ons zilveren bestek en gebruiken onze mooiste borden continu. Waarom zouden we die mooie dingen moeten opsparen voor gelegenheden?’, vraagt De Croock zich af. ‘Trouwens, lang niet alles hier is duur of waardevol. Evengoed vind ik mooie objecten in een kringwinkel. Laat me rondkijken tussen duizenden lelijke objecten en ik haal er vijf uit waarvan mensen achteraf zeggen: ‘Wow, Olivier, zo mooi, waar heb je dat gevonden? En hoeveel kost het?’’
Bloemen uitverkocht
Dat soort berichten krijgt De Croock dus constant dankzij zijn Instagramaccount met 31.000 volgers. Wat de Antwerpse smaakmaker post, wordt niet alleen gevolgd, maar ook effectief gekocht. Eerlijk is eerlijk: we hebben zelf ook al een kunstwerk gekocht dat hij eerst had gespot. ‘Ik krijg best veel vragen over de meubelen of objecten uit ons interieur. Via die weg weet ik ook waar mensen momenteel naar op zoek zijn’, zegt hij. ‘Hetzelfde geldt voor bloemen. Als ik op Instagram een boeket deel met specifieke bloemen, zijn die de week erna meteen uitverkocht op de Antwerpse zaterdagmarkt. Dat effect is zot. Nu ik dat doorheb, kan ik evengoed die bloemen of interieurobjecten zelf verkopen in onze conceptstore.’
