De weerzin tegen het Nederlands
Franstalige politici vinden al te vaak dat Nederlands beheersen geen noodzaak is bij het uitoefenen van een federaal mandaat.
Geachte voorzitters van de Vlaamse politieke partijen,
Vond u het ook een bijzonder gênant moment toen Kamervoorzitter Eliane Tillieux (PS) niet uit haar Nederlandse woorden kwam bij het bezoek van Willem-Alexander, de koning van onze noorderburen?
De prins van Oranje-Nassau was gelukkig zo galant Tilleux voor te stellen dan maar Frans te spreken, hoewel hijzelf niet zo vlot is in die taal.
Over dat incident hebt u ongetwijfeld de wijze woorden gelezen van Dirk Achten, oud-hoofdredacteur van De Standaard en voormalig hoofd van de federale overheidsdienst Buitenlandse zaken. Hij vroeg zich in zijn oude krant af wat de reactie zou zijn geweest als de vorige Kamervoorzitter, de Vlaming Siegfried Bracke (N-VA), de Franse president Emmanuel Macron niet in diens moedertaal had kunnen toespreken.
U mag er zeker van zijn dat uw Franstalige collega’s dat een onvergeeflijk ‘affront’ gevonden zouden hebben en meteen het ontslag van Bracke zouden hebben geëist. Maar nu was niet één Franstalige partijvoorzitter verontwaardigd. Er zijn zelfs Vlaamse politici die dat ingeburgerde onevenwicht ‘communautaire pacificatie’ noemen.
Nochtans weet iedereen dat dat een onaanvaardbare situatie is. Beste Vlaamse voorzitters, hoe komt het dat u en uw voorgangers dat blijven aanvaarden?
Het zou geen radicale maar eerder een minimalistische Vlaamse eis moeten zijn om van federale ministers tweetaligheid te verwachten.
Misschien is het pijnlijke debacle van Tillieux wel het moment voor u om duidelijk te stellen dat eentaligheid op federaal niveau in 2023 niet langer kan en dat voor de volgende regeringsvorming te laten weten aan Franstalige politici met ambitie. Want die vinden nog al te vaak dat het niet beheersen van de andere meest gesproken landstaal geen probleem hoeft te zijn bij het uitoefenen van een federaal mandaat. Ze beschouwen zichzelf als grote belgicisten en huiveren bij elke uiting van Vlaams-nationalisme. Maar dat ze de taal van de meerderheid in dit land niet spreken, vinden ze niet erg.
De gevallen staatssecretaris Sarah Schlitz (Ecolo) sprak bij haar eerste tussenkomst in de Kamer alleen Frans. Ze had wel een tolk voor doven voorzien, maar ook die gebruikte Franstalige gebarentaal. Pour les Flamands la même chose, zag je haar denken. Op RTL werd ze met haar taalkundige lacune geconfronteerd. Geen zweem van excuses kwam over haar Luikse lippen. Ze zei dat alleen Vlaamse extremisten daar een probleem mee hadden.
Het lijkt wel of Tillieux en Schlitz nog altijd besmet zijn door de Belgische erfzonde, samengevat in de uitspraak van Charles Rogier: ‘La Belgique sera latine ou elle ne sera pas.’ Dat Tillieux Frans sprak tegen Willem-Alexander is misschien zelfs een verre echo van de rancune tegen de nazaat van de vijand in de Belgische onafhankelijkheidsstrijd.
De weerzin tegen het Nederlands kwam er in een eerste fase omdat Franstaligen er de taal van de Hollandse verdrukker in zagen. Nadien werd het ‘Vlaams’ veracht als de taal van de boerkes. En nu linken de nieuwe franskiljons het Nederlands aan het Vlaams-nationalisme.
Natuurlijk zijn er verbeteringen. Het is nu ondenkbaar dat Franstalige eerste-ministers niet tweetalig zijn. Dat was lang anders, tot Edmond Leburton (PS), die als premier in 1973 geen vermaledijd woord Nederlands sprak of begreep. Jean-Maurice Dehousse (PS) maakte het als minister van Wetenschapsbeleid in de regering-Tindemans nog bonter met een regeringsmededeling in het Engels op de toenmalige BRTN.
Paul Magnette en Thomas Dermine zijn als perfect tweetaligen het bewijs dat Franstaligen ook het Nederlands kunnen beheersen, als ze dat willen tenminste.
Partijvoorzitter Paul Magnette en Thomas Dermine (beide PS) zijn als perfect tweetaligen het bewijs dat Franstaligen ook het Nederlands kunnen beheersen, als ze dat willen tenminste. Het zou geen radicale maar eerder een minimalistische Vlaamse eis moeten zijn om van federale ministers tweetaligheid te verwachten.
Geachte voorzitters van alle Vlaamse politieke partijen, bent u bereid als voorwaarde voor uw deelname aan een volgende regering te stellen dat alle kandidaten voor federale topfuncties tweetalig zijn?
Ik wacht met veel belangstelling uw antwoord af!