De grootste politieke uitdaging is het klimaat
De wetenschap weet wat moet gebeuren om de klimaatverandering tegen te gaan. De politiek volgt niet of onvoldoende.
De klimaatverandering is zonder twijfel de grootste uitdaging van deze eeuw. Ze moet een veel prominentere rol spelen bij de komende Vlaamse, federale en vooral Europese verkiezingen. Maar ecologische partijen zijn er de afgelopen jaren in geslaagd het draagvlak voor de noodzakelijke, grote maatschappelijke omwenteling te verkleinen door hun ongerijmde dogmatische houding op het vlak van nucleaire energie. Dat valt alleen maar te betreuren.
De snelheid waarmee de aarde opwarmt en de voorspelbare disruptieve gevolgen wereldwijd baren ernstige zorgen. Klimaatverandering is eerst en vooral een probleem van risicomanagement, zeggen de klimaateconomen Gernot Wagner en Martin Weitzman. Een analyse die ik deel. Door zijn omvang lijkt het probleem een verlammend effect te hebben op individuele politici, die niet verder kijken dan de volgende verkiezingen. Uit angst voor boze kiezers, veelal opgezweept door populisten en klimaatontkenners, zijn ze niet in staat mensen te overtuigen met een langetermijnvisie die onze planeet leefbaar houdt en de creatie van welvaart op een nieuwe leest schoeit.
De wetenschap weet wat moet gebeuren. De politiek volgt niet of onvoldoende.
De mondiale energiegerelateerde CO₂-emissies zijn volgens het Internationaal Energieagentschap in 2023 met 1,1 procent gestegen tot een record van 37,4 miljard ton. Wereldwijd werd 8,53 miljard ton steenkool verbruikt. Dat absolute record maakt de weg naar een CO₂-vrije productie van welvaart extra lang, ondanks de significant grotere productie van hernieuwbare energie.
Hulde aan de politicus die het lef heeft om de sense of urgency te vertalen naar een helder kiesprogramma waarvan de horizon verder reikt dan de volgende verkiezingen.
We hebben politici nodig die een klimaatbeleid willen voeren dat stoelt op wetenschappelijk toekomstdenken. In alle sectoren zijn meer inspanningen nodig om de klimaatdoelstellingen van de EU tussen 2030 en 2050 te verwezenlijken, vooral in de bouw, de transportsector en de land- en bosbouw, blijkt uit een recent rapport van de adviesraad. De Europese Klimaatwet riep die in 2021 in het leven om wetenschappelijk advies te geven en de klimaatinspanningen op te volgen. De adviesraad waarschuwt dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn als de EU haar doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 wil bereiken.
Maar het eeuwige dilemma blijft dat tussen wat nodig is en wat de politicus de kiezer wijsmaakt om (her)verkozen te raken. Stel u een imaginair verkiezingsdebat voor tussen een snoepventer en een tandarts. De snoepventer verleidt de kiezer met lekkers en belooft eeuwig plezier en geluk. Daarna stelt hij zijn rationele tegenstrever voor als iemand die pijnlijke behandelingen voorschrijft en schetst hij een vooruitzicht van pijn en lijden. De tandarts kan niet anders dan bevestigen dat tandverzorging pijn en lijden met zich meebrengt. Hij kan alleen inbrengen dat de patiënt daar uiteindelijk beter van wordt.
In Europa kiest de kiezer almaar vaker voor de snoepventer. Doen wat noodzakelijk is, vergt politieke moed. Vooral na de verkiezingen. Hulde dus aan de politicus die het lef heeft om de sense of urgency, gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, te vertalen naar een helder kiesprogramma waarvan de horizon verder reikt dan de volgende verkiezingen.
Meest gelezen
- 1 Nieuwe telecomoperator Digi duikt met tarieven stevig onder de concurrentie
- 2 Klimaatvoluntarisme Depraetere jaagt coalitiepartners op stang
- 3 Hoe klop je de MSCI World-index: de succesformule van de alfa-meesters
- 4 Belegger schrikt van fitnessambities Colruyt
- 5 Onderzoek naar Didier Reynders: Nationale Loterij wijst op tweede verdachte spelersrekening