Belgische exporteurs verliezen marktaandeel

Hoofdeconoom van Voka

Voor 2025 moet het alle hens aan dek zijn om onze concurrentiepositie te herstellen - of op zijn minst een verdere verslechtering te vermijden.

In sommige hoeken lijkt de idee te leven dat de Belgische economie het op zich nog redelijk goed doet. De vakbonden lanceerden de voorbije weken hun campagne voor veel sterkere loonstijgingen in 2025-2026. De argumentatie lijkt daarbij te zijn dat de bedrijven dat gemakkelijk aankunnen. Daarbij gaan de vakbonden nogal vlot voorbij aan de duidelijke barsten die onze economie vertoont.

Een van de belangrijkste is de concurrentiepositie van onze bedrijven, die zwaar aangetast is. Die concurrentiepositie is bepalend voor onze exportmogelijkheden, en die zijn op hun beurt cruciaal voor onze welvaart. Volgens het Planbureau is een derde van onze economische activiteit en onze jobs direct of indirect gelinkt aan internationale handel. En een belangrijk deel van die activiteit staat onder druk.

Advertentie

Volgens de recentste vooruitzichten van de Nationale Bank zal de Belgische export van 2022 tot 2025 met 13 procent afnemen in volume. Dat is gedeeltelijk een correctie van de coronaboost in de farmasector, maar er is duidelijk meer aan de hand. In 2025 zou onze export op hetzelfde niveau uitkomen als in 2019. In dezelfde periode zouden onze buitenlandse afzetmarkten met zo’n 11 procent groeien. Dat betekent dat de Belgische exporteurs gevoelig aan marktaandeel verliezen. Volgens de huidige verwachtingen zal dat verlies in 2026-2027 verder oplopen.

We moeten alles doen wat we kunnen om de aanzienlijke energiehandicap zoveel mogelijk te verlichten en de loonhandicap terug te dringen.

Omdat de industrie goed is voor meer dan de helft van onze uitvoer zijn de haperende exportprestaties uiteraard nauw gelinkt aan de malaise in de sector. Europese enquêtes naar de inschatting van de concurrentiepositie van de industrie tegenover de rest van de wereld tonen dat in Europa alleen Oostenrijk en Cyprus slechter scoren dan België. Dat heeft te maken met een combinatie van factoren, met loon- en energiekosten op kop. Loonkosten zijn zeker niet de enige factor, maar in de industrie blijven de Belgische loonkosten de tweede hoogste van Europa. Alleen in Denemarken liggen ze hoger. Daar kwam in 2024 opnieuw een stevige indexering bovenop. Uit Voka-enquêtes komen loonkosten de jongste jaren systematisch naar voren als de belangrijkste bezorgdheid van Vlaamse ondernemers.

Over het belang van export voor onze economie bestaat gelukkig weinig discussie, maar die export staat ernstig onder druk door de aangetaste concurrentiepositie van onze bedrijven. Die is ook nefast voor de investeringsbeslissingen van die bedrijven, die bepalend zijn voor ons toekomstig groeipotentieel. Voor 2025 moet het alle hens aan dek zijn om die concurrentiepositie te herstellen (of op zijn minst een verdere verslechtering te vermijden). Dat betekent vooral alles doen wat we kunnen om de aanzienlijke energiehandicap zoveel mogelijk te verlichten en de loonhandicap terug te dringen. Ruimte voor loonstijgingen is er dus niet.

Advertentie
Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Het mandaat bij de Nationale Bank van Steven Vanackere liep tot 1 januari.
Mandaat vicegouverneur Steven Vanackere bij Nationale Bank afgelopen door politieke impasse
Het mandaat van Steven Vanackere als vicegouverneur van de Nationale Bank is woensdag afgelopen. De ontslagnemende regering heeft zijn mandaat niet tijdig verlengd.
Gesponsorde inhoud