Veiligheid garanderen belangrijker voor begroting dan binnenlands getouwtrek
Het garanderen van de veiligheid van alle onderdanen blijft de belangrijkste verantwoordelijkheid van een overheid, schrijft Alexander Mattelaer. Nu de wereld in brand staat, houdt een nieuw begrotingsmodel daar het best rekening mee.
In de marge van de jaarlijkse Veiligheidsconferentie in München stelde premier Alexander De Croo (Open VLD) onomwonden dat België het NAVO-engagement versneld moet uitvoeren om 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie uit te geven.
Tegelijk zijn ook andere investeringsbehoeften urgent en volgen de doemberichten over de stand van de publieke financiën elkaar snel op. De terugkeer van de Europese begrotingsdiscipline betekent dat het land een grote saneringsoefening voor de boeg heeft.
Hoe zijn die zaken te verzoenen? Daarvoor hebben we een model nodig om de overheidsfinanciën een nieuwe structuur te geven. Een model dat niet vertrekt vanuit binnenlands politiek getouwtrek, maar vanuit de dramatisch gewijzigde geopolitieke context.
- De auteur
Alexander Mattelaer is professor aan de VUB Brussels School of Governance en senior research fellow aan het Egmont Instituut.
- De kwestie
Terwijl de federale begroting in slow motion over de kop gaat, dwingt de geopolitieke context ons te investeren in defensie, diplomatie en binnenlandse weerbaarheid.
- De conclusie
Door de Russische dreiging zou het van een haast criminele nalatigheid getuigen dat niet te doen. Een nieuw begrotingsmodel houdt daar het best rekening mee.
Het huidige begrotingskader gaat ook terug op een geopolitiek kantelpunt. Het einde van de Koude Oorlog viel samen met de transformatie van het vroegere unitaire België tot een federale staat bestaande uit gemeenschappen en gewesten.
De Bijzondere Financieringswet van 1989 regelde de geldstromen over de bestuursniveaus heen. Opeenvolgende staatshervormingen wezen daarbij een almaar groter deel van de bevoegdheden en de fiscale inkomsten toe aan de deelstaten. Dat creëerde het huidige carcan, waarbij de federale overheid door de gestage groei van de sociale uitgaven en dotaties aan de deelstaten almaar minder centen overhield voor de eigen kerntaken. Dat proces werd decennialang gefaciliteerd door de structurele onderfinanciering van defensie en in mindere mate de andere residuele federale bevoegdheden.
Permanente vredestijd
De Bijzondere Financieringswet gaat impliciet uit van permanente vredestijd. Ze herverdeelt de inkomsten op basis van de twijfelachtige veronderstelling dat het staatsapparaat geen hiërarchie van taken en verantwoordelijkheden heeft.
Die situatie is niet langer houdbaar. De federale begroting gaat in slow motion over de kop, net op het moment dat de wereld in brand staat, met bestuurlijke verlamming tot gevolg. Daarom kunnen de partijen die een volgende regering willen vormen maar beter beginnen na te denken over een nieuw begrotingsmodel dat vertrekt vanuit de realiteit dat het garanderen van de veiligheid van alle onderdanen zonder meer de belangrijkste verantwoordelijkheid van de overheid is.
Door de uiterst uitdagende internationale omgeving zijn structureel meer middelen nodig om onze toekomst op de lange termijn veilig te stellen. De dreiging van een militair conflict met Rusland maakt dat 2 procent van het bbp echt een ondergrens is geworden voor onze defensie-uitgaven. Dat reflecteert fundamenteel de nood aan meer beter uitgeruste strijdkrachten.
Een groeiend defensiebudget moet ook geflankeerd worden door een doordacht buitenlands beleid met de nodige instrumenten voor internationale samenwerking. In orde van grootte wil dat zeggen dat Defensie en Buitenlandse Zaken op termijn bijna het integrale federale beleidsbudget van vandaag nodig hebben: zo’n 3 procent van het bbp of 18 miljard euro per jaar.
Hybride aanvallen
Bovendien staan binnenlandse en buitenlandse veiligheid niet los van elkaar. Lokale overheden moeten kunnen rekenen op een federaal politioneel en justitieel apparaat, want de strijd tegen drugs, zware criminaliteit en terrorisme stopt niet bij de grenzen van de deelstaten.
De federale overheid moet ook de civiele veiligheid en weerbaarheid van de samenleving kunnen ondersteunen, bij eventuele noodsituaties als hybride aanvallen op onze kritische infrastructuur voor energievoorziening en het financiële betalingsverkeer. Ook voor het blijven innen van de belastinginkomsten, het opmaken van begrotingen en het beheren van de staatsschuld et cetera blijven performante federale administraties noodzakelijk.
Of je in de volgende legislatuur aan de bevoegdheden dan wel aan de financiering van ons staatsbestel sleutelt, de vaststelling blijft dat Rusland een oorlog begonnen is waarvan niemand weet waar die zal eindigen.
In het licht van de nieuwe veiligheidsomgeving heeft de federale begroting dus structureel meer middelen nodig. Dat vergt niet zozeer een nieuwe staatshervorming, als wel de vaststelling dat nationale veiligheid de eindverantwoordelijkheid blijft van elke soevereine staat.
De centrale vraag is of die financiële expansie wordt opgevangen door de financiering van de deelstaten, de sociale zekerheid of de residuele socio-economische bevoegdheden van de federale staat. Wellicht zijn maatregelen in elk van die drie domeinen noodzakelijk. Op het vlak van de socio-economische hefbomen kan een rationalisatie met volledige responsabilisering van één bestuursniveau een uitweg bieden. Daarbij zou een einde komen aan de kafkaiaanse situatie van negen ministers van Volksgezondheid zonder duidelijke eindverantwoordelijkheid. De deelstaten zouden daarbij niet alleen meer beleidsverantwoordelijkheid krijgen, maar die ook moeten nemen in budgettaire zin.
Of je in de volgende legislatuur aan de bevoegdheden dan wel aan de financiering van ons staatsbestel sleutelt, de vaststelling blijft dat Rusland een oorlog begonnen is waarvan niemand weet waar die zal eindigen. Het zou van een haast criminele nalatigheid getuigen om onze collectieve militaire verdediging, onze diplomatie en onze binnenlandse weerbaarheid niet op te schroeven in functie van die harde realiteit. Het minimaliseren van de uitdaging en het uitstellen van beleidsantwoorden maakt het probleem op termijn alleen maar groter.
Echt leiderschap betekent dat je de bevolking geen wensdromen voorspiegelt, maar ze overtuigt van de noodzaak om collectieve inspanningen te leveren voor een betere toekomst. In 1940 kon Winston Churchill niet anders dan de bevolking bloed, zweet en tranen te beloven. Laat het ons niet weer zover laten komen.
Meest gelezen
- 1 Formatie federale regering: landing nog niet in zicht, nieuwe taxcut valt slecht bij Vooruit
- 2 300 tot 400 jobs verdwijnen na doorstart Lunch Garden
- 3 5 favoriete aandelen van Yves Vaneerdewegh (Capricorn Partners): 'Deze marktleider in saunaproducten haalt dezelfde winstgroei als Microsoft'
- 4 Belgische ondernemers over Trump: 'Zijn plannen kunnen leiden tot nog hogere Amerikaanse lonen'
- 5 Bitcoin op recordhoogte na lancering eigen cryptomunt Trump