Ronde van Vlaanderen: ‘Voor hun tv denken veel mannen nog altijd dat ze sneller bergop rijden dan de rensters’
Voor het eerst zal de winnares van de Ronde van Vlaanderen zondag evenveel prijzengeld krijgen als haar mannelijke tegenhanger. Ook het aantal televisiekijkers van de vrouwenrace zit in stijgende lijn. Maar de inhaalrace van de rensters is nog niet gereden. ‘Gelukkig hoor ik niemand meer zeggen dat ze beter beachvolley zouden spelen’
‘Succes, Lotte’, klinkt het van verschillende kanten als de renster de vrachtwagen van haar team SD Worx verlaat om naar de startplek onder de Menenpoort in Ieper te rijden. Zo’n veertig vipgenodigden van de hoofdsponsor steken, champagne in de hand, de Belgische topfavoriete Lotte Kopecky nog een hart onder de riem voor ze in busjes Gent-Wevelgem gaan volgen. Voor de niet-kenners: de race vertrekt sinds 2020 in Ieper en niet in Gent, maar komt wel nog in Wevelgem aan.
‘Wat een verschil met de beginjaren van mijn carrière’, zegt ploegleidster en ex-olympisch en wereldkampioene Anna van der Breggen. ‘Vroeger kwamen we hier met auto’s of een camper aan en zaten we buiten op stoeltjes. Nu is alles geprofessionaliseerd: van de teambussen, over de salarissen tot de voedingsstrategie.’
Breed glimlachend kijkt Erwin Janssen toe. Als stichter en CEO van de ploeg is de Nederlander al jaren een drijvende kracht achter de professionalisering van het wielrennen. ‘Met Dolmans heb ik een succesvol landscapingbedrijf, maar twaalf jaar geleden zag ik ook brood in de opmars van het vrouwenwielrennen.’ Zo ontstond de Dolmans-ploeg, die later de naam van de nieuwe hoofdsponsor Boels kreeg en twee jaar geleden SD Worx werd.
‘Het unieke is dat wij een van de weinige ploegen zijn die alleen voor het vrouwenwielrennen hebben gekozen, en geen afgeleide zijn van een mannenploeg’, zegt Janssen, terwijl hij naar de teambussen van Education First en DSM wijst die even verderop staan en wel ontstaan zijn uit mannenploegen. ‘Wij hebben helemaal geen behoefte om ons met het mannenwielrennen te verbinden. Die focus bepaalt ons succes. Wij hebben korte lijnen en beslissen snel, iedereen weet wat wordt verwacht, we gunnen elkaar de overwinning en hebben maar één doel: het team wint wedstrijden, niet het individu.’
Met toprensters als Kopecky, Lorena Wiebes, Demi Vollering en Marlen Reusser is SD Worx de absolute topploeg van het moment. Het team, dat een kleine dertig werknemers in dienst heeft, beschikt over een budget van ongeveer 4 miljoen euro per jaar. Ter vergelijking: bij de mannelijke tegenhangers als Jumbo Visma, UAE of Ineos is dat zowat het tienvoudige.
Hondenweer
Het enorme verschil in budget illustreert de ongelijke machtsverhoudingen met de mannenkoers. Maar op het terrein wordt de kloof steeds kleiner. Dat zien we als we mee in de wagen van verzorger Andy Degryse stappen om de SD Worx-ploeg op de West-Vlaamse wegen van verse drinkbussen te voorzien. In godvergeten dorpen als Proven en Westouter trotseren tientallen toeschouwers het hondenweer om een uur na de doortocht van de mannen ook de vrouwen toe te juichen.
Vooral sinds de VRT in 2018 de World Tour in het vrouwenwielrennen live op televisie begon uit te zenden, is de opmars van de sport onmiskenbaar. In het veldrijden benaderen de cijfers bij de vrouwen die van de mannen, op de weg is nog een inhaalrace te rijden. Gent-Wevelgem haalde een klein miljoen kijkers bij de mannen, en net geen 600.000 bij de vrouwen.
Toen Kopecky enkele weken geleden spectaculair de Omloop het Nieuwsblad won, was dat zelfs het hoofdpunt in het journaal en vele nieuwssites. Al zal het feit dat niet Wout van Aert maar de minder populaire Dylan van Baarle het haalde bij de mannen daar ook wel mee te maken hebben.
Een hotelkamer is niet goedkoper omdat je er een vrouw in legt.
‘Het is Lotte hier, Lotte daar,’ zegt Janssen. ‘Wat onze sponsors intussen aan mediawaarde terugkrijgen, is gigantisch. De toenemende belangstelling van bedrijven is echt een van de drijvende krachten achter het vrouwenwielrennen.’
Voor SD Worx bood de opmars van het vrouwenwielrennen een unieke kans, zegt CEO Kobe Verdonck. ‘Net als bij onze activiteiten gaat het om een niche die een enorme expansie kent in meerdere landen tegelijk. Voorts is er het feit dat we veel vrouwelijke klanten en werknemers in die business hebben. Die diversiteit was voor ons enorm belangrijk. Wij geloven dat de vrouwen net als in het tennis een volwaardige plaats krijgt naast de mannen, waarbij zoals in Parijs-Roubaix vaker op een andere dag wordt gereden. Nu is het soms nog te vaak een voor- of nagerecht van de mannenkoers.’
Om 5 uur uit bed
Sinds dit jaar is het prijzengeld bij Flanders Classics, de organisator van onder meer Gent-Wevelgem en de Ronde Van Vlaanderen, even hoog bij de mannen als bij de vrouwen. Bij de Ronde van Vlaanderen is dat 50.000 euro. ‘Maar miskijk je daar niet op’, zegt Griet Langedock, voorzitter van de commissie vrouwenwielrennen bij Cycling Vlaanderen. ‘De discriminatie is er nog. Er zit vandaag nog altijd meer dan 110.000 euro verschil in het startgeld. Bij de mannen krijgt een World Tour-team 8.500 euro om aan de start te komen, bij de vrouwen 3.000 euro.’
‘De vrouwenteams zijn misschien met één renster minder, maar dat kan het verschil niet helemaal rechtvaardigen. De ploegen moeten ook hun rensters overvliegen. En een hotelkamer is niet goedkoper omdat je er een vrouw in legt’, zegt Langedock. Ze ziet nog op andere vlakken discriminatie. ‘Het is goed dat er een Luik- Bastenaken-Luik bij de vrouwen gekomen is, maar de start is om 8.40 uur gepland. Als je het transport en het ontbijt meetelt, betekent dat dat de vrouwen om 5 uur uit bed moeten. En dat omdat de mannenkoers niet mag wijken. Waarom kunnen de mannen niet een uurtje later starten en aankomen?’
Langedock was vroeger de organisator van Gent-Wevelgem, tot de koers werd overgenomen door Flanders Classics. Vandaag zit ze als signaalgever op de motor. ‘Ook daar zie je dat veel van mijn collega’s en ook juryleden nog altijd liever de mannenkoers doen.’ Al verdwijnt het seksisme wel langzaam uit de koers, zegt ze. ‘Enkele jaren geleden stond ik met twee ex-renners naar het veldrijden te kijken. ‘Dat is toch helemaal niet voor vrouwen. Zie hoe vuil ze worden’, zeiden ze. ‘Ze zouden beter beachvolley spelen of turnen, dat zijn pas echte vrouwensporten.’ Dat soort uitspraken hoor ik gelukkig niet meer.’
OCMW spelen
Iemand die ook weleens tegen vrouwenschenen durfde te schoppen, is Soudal Quick-Step-baas Patrick Lefevere. ‘Ik ben het OCMW niet, hè’, antwoordde hij twee jaar geleden op de vraag of hij in het vrouwenwielrennen wilde stappen. Intussen is hij van gedacht veranderd. Hij heeft 51 procent van de ploeg AG Insurance-Soudal-Quick-Step, die naast rensters als Justine Ghekiere en Ashleigh Moolman vooral jong talent wil laten doorgroeien.
‘De UCI pusht de mannenteams om ook in het vrouwenwielrennen te investeren. Bij mij is het een positieve en bewuste keuze, maar ik kende te weinig van de vrouwenwereld, dus vond ik het niet opportuun zelf een ploeg uit de grond te stampen’, zegt Lefevere. ‘Zo kwam ik bij de bestaande ploeg van mijn oud-renner Servais Knaven en zijn vrouw Natascha den Ouden terecht. Ik bracht wel alle nieuwe sponsors aan. Ons doel is een project te creëren met een solide basis en te investeren in de toekomstige generaties.’
Den Ouden begon vijf jaar geleden met een juniorenploeg en bouwde die langzaam uit, omdat ze zag dat een tussenstap nodig was voor de meisjes naar het profcircuit wilden overstappen. ‘Sommigen zitten nog op school, trainen tien uur per week en moeten dan plots tegen profs rijden. Intussen hebben we drie teams en zitten we bijna op World Tour-niveau. De belangrijkste uitdaging blijft de sport langer op televisie krijgen. Vooral kleinere ploegen hebben media-aandacht nodig. En in de laatste 30 kilometer van de koers, wanneer de uitzending begint, zie je die soms niet meer in beeld.’
Het vrouwenwielrennen kent een mooie evolutie. Maar om het niveau van de mannen te bereiken zijn nog enkele jaren nodig.
Lefevere deed het dus niet om OCMW te spelen? ‘Die uitspraak is verkeerd begrepen’, zegt hij nu. ‘Ik wilde niet zomaar geld geven. Ik wilde alleen op een ernstige manier instappen, met serieuze sponsors, zodat we ook een degelijk loon kunnen geven. Ik ben hier niet ingestapt om een ploeg te maken van meiden die net voor de bezemwagen rijden.’
Voor AG Insurance was het team interessant omdat het inzetten op de ontwikkeling van nieuw talent aansluit bij de bedrijfswaarden, zegt Heidi Delobelle, de Belgische CEO van de verzekeringsgroep. ‘Uiteraard is het ook vanwege de media-exposure interessant om een wielerploeg te sponsoren. Het voordeel van het wielrennen is dat de sponsor in één naam wordt genoemd met het team. Bovendien is ons wielerteam niet een of twee keer per jaar actief, maar het hele jaar door, zowel op de weg als op de piste. Zo genereren we een grotere return.’
Discussiëren over lonen
Nog een belangrijke indicatie dat het vrouwenwielrennen niet moet onderdoen voor het mannenwielrennen: de UCI heeft bepaald dat de minimumlonen even hoog moeten zijn. Lefevere: ‘Een minimumloon is een goede zaak. Je moet vermijden dat er meiden rondrijden voor 200 of 250 euro per maand. De toekomst van het vrouwenwielrennen hangt ervan af. Als een vrouw van 18 moet beslissen om verder te studeren of voltijds wielrenster te worden, moet je ze genoeg betalen.’
Lefevere vindt de huidige regels wel te streng. De World Tour heeft het minimumloon dit jaar vastgelegd op 32.000 euro voor rensters in dienst van een ploeg en 52.000 euro voor zelfstandigen. ‘Als je alle kosten meetelt, kom je uit op 60.000 euro. Voor toppers is dat geen probleem. Maar voor sommige beginnende rensters is zo’n bedrag gewoon te hoog. Via radio peloton hoorde ik dat een ploeg op omvallen staat omdat de kosten te hoog zijn.’
Van der Breggen, ploegleidster bij SD Worx, deelt die mening. ‘Voor ploegen die op het randje zitten, is zo’n loon inderdaad niet vanzelfsprekend. Er is geen beloftencategorie in het wielrennen, waardoor je met juniormeisjes zit die de overstap moeten wagen zonder dat ze misschien al het juiste niveau hebben. Zo’n loon is vrij hoog voor iemand van 19, en het houdt sommige ploegen tegen om die meisjes een kans te geven.’
Lefevere kreeg kritiek voor zijn uitspraken dat het minimumloon de lat artificieel te hoog legt, onder meer van Sporza-analiste Marijn de Vries. ‘Sponsoren zijn bereid die bedragen te betalen, dus wat wordt dan artificieel gepusht? Dat de groei in reuzensprongen gaat en dat er flinke groeischeuten zijn omdat onderdelen van het vrouwenwielrennen de groei niet kunnen bijbenen, is een feit. Maar artificieel? Nee’, stelde ze op Twitter.
Lefevere reageert laconiek op de discussie. ‘Als het zo makkelijk is, waarom maakt ze dan niet zelf een ploeg? Ik heb het wat gehad met die commentatoren die alles beter weten vanachter hun microfoon. Mocht het zo makkelijk zijn om geld binnen te brengen, hadden niet al veel meer mensen dat gedaan?’
‘Het vrouwenwielrennen kent een mooie evolutie en groeit elk jaar,’ zegt Lefevere. ‘Maar om het niveau van de mannen te bereiken zullen nog enkele jaren nodig zijn.’ Hij verwijst naar de jongste Ronde van Frankrijk. ‘Daar overwogen ze de tijdslimieten aan te passen, omdat anders te veel rensters buiten tijd zouden aankomen. Maar let op: ik vind het een goed idee dat de wedstrijden voor de vrouwen langer en harder worden. Als we hen financieel gelijk behandelen, moeten ze ook gelijk koersen.’
Meer geduld
Anderen pleiten voor iets meer geduld. ‘We mogen niet te snel gaan,’ zegt Griet Langedock van Cycling Vlaanderen. ‘Er heerst nog een groot kwaliteitsverschil tussen de toppers en de buik van het peloton. Ik denk niet dat we de ontwikkeling van het vrouwenwielrennen vooruit helpen als bijna de helft van het peloton niet finisht wegens te zware wedstrijden. Daarom twijfel ik er ook aan of het goed is om vandaag de steile kant van de Kemmelberg aan te doen. Als wat jongere rensters moeizaam omhoog geraken, hoor ik de mannen voor de buis al zeggen dat zij die berg sneller op rijden met hun stadsfiets. Terwijl ze vergeten dat die vrouwen al 100 kilometer het sop uit hun broek geregend zijn.’
Weet je wat het probleem is? Ik krijg veel meer vragen van journalisten over het statuut van het vrouwenwielrennen dan over de koers zelf.
Met de beklimming van die Kemmelberg lijkt het in de koers van vandaag mee te vallen. Gent-Wevelgem voor de vrouwen moet in attractiviteit niet onderdoen voor de koers bij de mannen. De genodigden van SD Worx zien tot hun grote vreugde hoe Reusser, de Zwitserse renster van het team, op meer dan 40 kilometer van de streep wegrijdt van het peloton, twee minuten voorsprong bij elkaar trapt en met een blik die balanceert tussen ongeloof en euforie over de streep fietst.
Opvallend: op de persconferentie achteraf nemen maar zeven van de zowat zestig journalisten in de perszaal even de tijd om haar wat vragen te stellen. Een blik op de computerschermen van de anderen leert dat zij toch vooral een stuk aan het schrijven zijn over hoe Van Aert de overwinning bij de heren aan zijn Jumbo- ploeggenoot Christophe Laporte schonk.
Een lift naar Gent
Terwijl de teambussen van de mannen net achter de meet staan, moeten de rensters na de koers nog minstens een kilometer afleggen. Het komt de ploeg dus goed uit als we aanbieden om Reusser na haar plichtplegingen als winnares een lift naar de bus te geven. En even later zelfs naar haar hotel in Gent, want het is ook voor een succesvolle ploeg als SD Worx puzzelen om elke renster op de plek te brengen waar ze moet zijn. Het zegt iets zegt over hoe laagdrempelig het wielrennen is gebleven. In het voetbal rijden de spelers zelf met hun Mercedessen en Range Rovers weg.
Als Reusser even later naast ons op de passagiersstoel zit, belt ze eerst even naar haar Zwitserse vriend, met wie ze elk detail van de koers analyseert. Daarna gaat ze graag in op onze vraag wat ze van de evoluties in het vrouwenwielrennen denkt. Reusser, die geneeskunde studeerde en pas vrij laat profrenster werd, neemt geen blad voor de mond. ‘Weet je wat het probleem is? Ik krijg veel meer vragen van journalisten over het statuut van het vrouwenwielrennen dan over de koers zelf. Zolang dat gebeurt, houden jullie dat verschil tussen de mannen en de vrouwen in stand.’
We werpen op dat we voor een krant werken die niet aan sportverslaggeving doet, maar daar heeft ze geen oren naar. ‘In feite is het verschil tussen het mannen- en het vrouwenwielrennen gewoon een weerspiegeling van het seksisme dat nog altijd leeft in de maatschappij. En ja, natuurlijk is er nog een niveauverschil tussen de twee werelden en is er een kloof tussen de top en de buik van het peloton. Maar we komen van ver. Het is als een kaas, die moet ook rijpen. Dus doe me een plezier en vraag me in het vervolg gewoon hoe mijn wedstrijd was.’
Meest gelezen
- 1 Trumps vete met Zelensky scheurt westerse alliantie uiteen
- 2 NAVO-leider Rutte dringt aan op herstel van Zelensky-Trump-relatie, Orbán wil EU-gesprek met Rusland
- 3 De middenstand regeert het land niét, zegt econoom Johan Lambrecht: 'Managers zijn geen ondernemers, maar ze kapen wel het debat'
- 4 Tienduizenden zieken zitten onterecht thuis
- 5 De must-reads van het weekend