De anderhalf miljoen Belgen die via een pensioenspaarfonds geld opzijzetten voor de oude dag, hebben in 2018 weinig plezier beleefd aan hun belegging. De waarde van de pensioenspaarfondsen daalde vorig jaar met gemiddeld 8 procent. Aangezien de gemiddelde pensioenspaarder eind 2017 een spaarpot van 12.295 euro had, verloor hij 984 euro.
De dynamische pensioenspaarfondsen, die meer beleggen in aandelen dan in obligaties, waren met een daling van gemiddeld 9,3 procent de grootste verliezers. Defensieve pensioenspaarfondsen, die meer in obligaties beleggen dan in aandelen, konden de schade beperken tot 5,4 procent. Maar op lange termijn is het rendement van dynamische fondsen hoger dan dat van defensieve, omdat aandelen op lange termijn meer opbrengen dan obligaties. Neutrale fondsen beleggen ongeveer evenveel in aandelen als in obligaties. Pensioenspaarverzekeringen, die een gegarandeerd rendement bieden, boekten in 2018 doorgaans positieve rendementen. Maar de ervaring van de voorbije decennia toont aan dat ze op lange termijn lagere rendementen boeken.
Waarom presteerde het ene fonds beter dan het andere?
‘We hebben weinig financiële en cyclische aandelen in portefeuille en nauwelijks Italiaanse obligaties’, zegt Werner Wuyts van het beurshuis Dierickx Leys. Hij beheert het Inter-Beurs-Hermes-Pensioenfonds, dat met een verlies van 6,5 procent het best standhield van alle dynamische fondsen. ‘We profiteerden ook van de sterke prestatie van sommige aandelen, zoals Sofina en LVMH. Sofina heeft de grootste weging in het fonds.’ Die holding leverde in 2018 een rendement van 28 procent op inclusief dividend.
Het dynamische fonds van BNP Paribas Fortis presteerde gemiddeld. ‘Bij de selectie van kleinere aandelen hebben we enkele goede keuzes gemaakt’, zegt Bart Van Poucke. Hij verwijst naar Wolters Kluwer en Edenred, het bedrijf achter de maaltijdcheques. ‘Voorts hebben we relatief veel Amerikaanse aandelen en bijna geen blootstelling aan de groeilanden.’ Amerikaanse aandelen presteerden beter dan Europese en veel aandelen van groeilanden kregen klappen.
Pricos, het dynamisch fonds van KBC, scoorde slechter dan de meeste andere fondsen. Beheerder Paul Beller: ‘Ons grootste nadeel was dat we meer aandelen bezaten dan sommige andere pensioenspaarfondsen en een voorkeur hadden voor kleine en heel kleine aandelen. Die hebben het het voorbije jaar slecht gedaan.’
Het dynamische fonds van Argenta, dat wordt beheerd door Degroof Petercam, was in 2018 ook een van de zwakkere. ‘Dat is vooral te wijten aan de aandelenselectie. Belgische aandelen hebben een uitzonderlijk moeilijk jaar achter de rug en ook onze posities in Franse en Italiaanse aandelen hebben matig gepresteerd’, zegt beheerder Johan Van Geeteruyen. ‘Het is de eerste keer in mijn carrière dat de Belgische aandelenmarkt het als geheel zo slecht deed in vergelijking met andere Europese beurzen.’ De beurs van Brussel zakte in 2018 meer dan de andere in Europa.
Van Geeteruyen beheert ook het defensieve fonds van Argenta. Daar slaagde hij er veel beter in de schade te beperken dankzij de defensievere aandelenselectie. ‘We hebben vrij snel de aandelenpositie van het defensieve fonds afgebouwd. Dat fonds investeert ook minder in kleine aandelen en bedrijfsobligaties.’
Beller waarschuwt dat de rendementen van de defensieve fondsen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. ‘Bij banken die twee pensioenspaarfondsen hebben, investeert het defensieve fonds zowat een derde van de activa in aandelen. Bij banken die drie fondsen hebben (een dynamisch, neutraal en defensief fonds) investeert het defensieve fonds slechts zowat een kwart in aandelen. Ons defensief fonds heeft meer aandelen dan andere defensieve fondsen en presteerde daarom slechter.’
Stijgt het aantal pensioenspaarders?
Ja. Verscheidene banken melden een toename van het totaal aantal spaarders of het aantal nieuwe spaarders. Bij AXA Bank steeg het aantal actieve pensioenspaarverzekeringen met 14 procent. Bij Crelan groeide het aantal nieuwe contracten met 9,2 procent en bij Argenta met 4 procent. KBC, Belfius en AXA Verzekeringen zeggen dat het aantal nieuwe contracten ongeveer stabiel bleef. De gestorte bedragen stegen bij Belfius met 6 procent.
Meer dan de helft van de nieuwe pensioenspaarders die bij BNP Paribas Fortis voor een fonds kiezen, gaan voor een neutraal. Bijna een derde opteert voor een dynamisch fonds en de rest voor een defensief. Ook bij Belfius is bij nieuwe spaarders het neutrale fonds populairder dan de dynamische en defensieve.
We hadden een voorkeur voor kleine aandelen. Die hebben het slecht gedaan.
KBC heeft geen neutraal pensioenspaarfonds maar lanceerde vorig jaar als eerste bank een duurzaam fonds. De meeste nieuwe spaarders kiezen voor het dynamische Pricos en het duurzame fonds Pricos SRI.
‘We merken een daling van het aantal geopende pensioenspaarfondsen ten voordele van de pensioenspaarverzekering’, zegt BNP Paribas Fortis. ‘Het volatiele beursklimaat speelde een belangrijke rol in die verschuiving. Onze pensioenspaarverzekering heeft een sterke en stabiele historiek qua rendement.’
Hoeveel spaarders kiezen voor het hogere maximumbedrag?
Pensioenspaarders kunnen sinds 2018 meer geld stoppen in hun pensioenspaarfonds. Ze konden vorig jaar maximaal 960 euro sparen met een fiscaal voordeel van 30 procent of voor het eerst tot 1.230 euro sparen met een fiscaal voordeel van 25 procent.
Slechts enkele procenten van de pensioenspaarders kozen voor het hogere plafond, blijkt uit een rondvraag van De Tijd. Bij de spaarders met een fonds heeft 1,3 procent (Crelan) tot 8 procent (AXA Bank) 1.230 euro gespaard. Bij de spaarders met een verzekering koos 1 procent (Argenta) tot 10 procent (AXA Belgium) voor het hogere plafond. Bij KBC besliste 4 procent van de klanten met een pensioenspaarfonds om het hogere maximumbedrag te sparen en bij ING 2 procent.
BNP Paribas Fortis en Belfius wilden geen percentages meedelen, maar zeggen dat een ‘erg beperkt’ aantal spaarders opteerde voor het hogere maximumbedrag. ‘We stellen vast dat meer dan twee klanten op de drie die kiezen voor het hogere plafond ouder zijn dan 50 jaar’, zegt Belfius.
Er zijn twee redenen waarom weinig spaarders 1.230 euro opzij hebben gezet. In de eerste plaats is het extra fiscaal voordeel beperkt. Wie 960 euro spaarde, geniet een voordeel van 288 euro. Wie 1.230 euro spaarde, doet een voordeel van 307,5 euro. Een extra spaarinspanning van 270 euro levert dus een fiscaal snoepje van amper 19,5 euro op.
Bovendien hadden sommige financiële instellingen veel tijd nodig om zich voor te bereiden. De klanten van ING, Argenta en KBC Verzekeringen konden pas vanaf oktober of november het hogere maximumbedrag sparen.
Dankzij de indexering van de fiscale barema’s kunt u in 2019 iets meer sparen. U kunt maximaal 980 euro sparen met een fiscaal voordeel van 30 procent en maximaal 1.260 euro met een fiscaal voordeel van 25 procent.
Welke strategie volgen beheerders in 2019?
Enkele beheerders merken op dat 2019 een moeilijk jaar wordt. Ze verwijzen naar risico’s als de handelsoorlog tussen de VS en China, de brexit en Italië. Volgens Van Geeteruyen (Degroof Petercam) zal het eerste halfjaar bepalend zijn. ‘De vraag is wanneer je als beheerder je grote teen in het water kunt steken. Januari is al belangrijk. In welke mate zullen bedrijven de in het vooruitzicht gestelde resultaten halen?’ Deze week kreeg Apple klappen omdat de omzet in het vierde kwartaal van 2018 veel lager was dan verwacht.
‘Wij blijven defensief gepositioneerd’, beklemtoont Van Geeteruyen. ‘We beleggen minder dan normaal in aandelen en meer dan normaal in obligaties, met een voorkeur voor overheidsobligaties. Vorig jaar verkozen we obligaties uit Spanje, Portugal en Italië wegens het interessante rendement. We hebben Italiaanse staatsobligaties bijgekocht telkens het rendement hoger was dan 3 procent.’
Van Poucke (BNP Paribas Fortis) houdt cash opzij om te kunnen inspelen op opportuniteiten. ‘Een actief beheer zal nodig zijn. Overheidsobligaties bieden amper rendement en vormen een asymmetrisch risico. Het risico van een rentestijging is groter dan dat van een rentedaling.’ Een stijging van de langetermijnrente doet de koers van een obligatie dalen, en omgekeerd.
‘Wij focussen op de minst volatiele aandelen en bedrijven met voorspelbare winsten’, zegt Wuyts (Dierickx Leys). ‘In het obligatieluik bewaken we de kredietkwaliteit, focussen we op de buurlanden en blijven we weg van Italië.’
Beller (KBC) signaleert dat hij het gewicht van aandelen binnenkort herbekijkt. ‘Voorlopig beleggen we nog iets meer dan normaal in aandelen. Onze voorkeur voor kleine aandelen is een langetermijnvisie. Veel van die aandelen zijn sterk teruggevallen en zijn nu aantrekkelijk geprijsd. Voorbeelden zijn de industriëlewasmachineproducent Jensen, de biotechspeler Biocartis en het chipbedrijf Melexis. Voorts verkiezen we obligaties met kortere looptijden dan het marktgemiddelde omdat de langetermijnrente zal stijgen.’