Klussen bij de buren, een jeugdploeg trainen of bijles geven via een app. Het is maar een greep uit de bijverdiensten die belastingvrij kunnen. Dat zogenaamde ‘plussen’ is er ook voor gepensioneerden. Maar dat betekent niet dat elke gepensioneerde zonder gevolgen voor zijn wettelijk pensioen onbelast de handen uit de mouwen kan steken.
Waarmee kunt u onbelast bijverdienen?
Onbelast bijverdienen kan alleen met een klus uit een lijst van toegelaten activiteiten. De volledige lijst vindt u op de site bijklussen.be. De activiteiten vallen uiteen in drie categorieën:
- Occasionele klussen bij particulieren
Voorbeelden zijn kleine onderhoudswerken uitvoeren aan een woning, grasmaaien, bijles geven en administratieve bijstand verlenen, het ophalen van kinderen aan school en een maaltijd voor hen bereiden. De voorwaarde is dat het bijklussen beperkt blijft tot een occasionele activiteit. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om elke week het gras te maaien of op vaste basis bijles te geven.
- Verenigingswerk
U kunt bij een socioculturele vereniging of een openbaar bestuur bijklussen door bijvoorbeeld sporttraining te geven, te gidsen of kinderen te begeleiden in de buitenschoolse kinderopvang. De diensten mogen niet professioneel zijn, maar bij een vereniging mag u wel met vaste regelmaat bijverdienen. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk om wekelijks de grasmat van een voetbalploeg te onderhouden.
- Deeleconomie
Ook als u met een app in de deeleconomie bijverdient, kan dat onbelast. De voorwaarde is dat u voor een platform werkt dat erkend is door de overheid. Bekende voorbeelden zijn ListMinut, Deliveroo, Uber Eats, Helpper, het Bijlesbureau of Parcify. Het populaire Airbnb is niet erkend, waardoor die activiteiten uitgesloten zijn.
Welke gepensioneerden kunnen onbelast bijverdienen?
Baas over uw pensioen
De Pensioengids is op 30/3 verschenen. Bent u abonnee van De Tijd? Klik hier om de gids (PDF versie) te lezen.
→ Iedereen met een wettelijk rust- of overlevingspensioen mag bijklussen bij particulieren en verenigingen. Voorwaarde is dat u al minstens twee kwartalen gepensioneerd bent voor u onbelast bijverdient.
→ Wie een overgangsuitkering ontvangt, mag niet bijverdienen. Zo’n overgangsuitkering wordt betaald aan iemand die zijn huwelijkspartner verliest maar nog niet oud genoeg is om een overlevingspensioen te krijgen.
→ Voor de deeleconomie is die beperking er niet: iedereen kan via een erkend platform bijverdienen.
→ Voor mensen onder het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT, het vroegere brugpensioen) ligt de zaak iets ingewikkelder. Voor hen zijn er enkele beperkingen die gekoppeld zijn aan het tijdstip en de omstandigheden van het ontslag.
Kunnen er gevolgen zijn voor uw wettelijk pensioenbedrag?
Alleen gepensioneerden van 65 jaar die een carrière van 45 jaar op de teller hebben of alleen een zogenaamde overgangsuitkering ontvangen, moeten zich nooit zorgen maken. Zij mogen onbeperkt bijverdienen.
Alle andere gepensioneerden moeten zich aan grenzen houden en mogen maar beperkt bijverdienen boven op hun wettelijk pensioen. Wie zich niet aan het plafond houdt, zal minder of geen wettelijk pensioen meer krijgen. Ook de inkomsten uit het onbelast bijverdienen worden door de administratie als beroepsinkomen beschouwd en tellen dus mee voor de berekening van het toegelaten inkomen (zie blz. 44).
Hoeveel kunt u onbelast bijverdienen?
Ongeacht of een gepensioneerde al dan niet onbeperkt mag bijverdienen, kan er maar beperkt onbelast bijverdiend worden. Het plafond ligt voor iedereen - dus ook voor werknemers en zelfstandigen - op 6.250 euro per jaar (bedrag voor 2019). Dat plafond geldt voor het totaal van de inkomsten uit het occasionele klussen bij particulieren, verenigingswerk en deeleconomie. Als het jaarplafond is overschreden, worden alle inkomsten - dus niet alleen het deel boven het plafond - als beroepsinkomsten belast. De belastingtarieven stijgen met uw inkomen en kunnen oplopen tot 50 procent. Daarenboven komen nog sociale bijdragen. Als de jaargrens is overschreden, kunt u proberen aan te tonen dat het toch geen beroepsinkomen is. Dan wordt het belast als een divers inkomen, tegen 33 procent.
Wie bijklust bij een vereniging of bij particulieren moet zich ook houden aan een maandplafond van 520,83 euro.
Voor twee types van activiteiten is het maandbedrag het dubbele of dus 1.041,66 euro: enerzijds animatoren, leiders, monitoren of coördinatoren die sportinitiaties en/of sportactiviteiten geven en anderzijds sporttrainers, sportlesgevers, sportcoaches, jeugdsportcoördinatoren, sportscheidsrechters, juryleden, stewards, terreinverzorgers-materiaalmeesters of seingevers bij sportwedstrijden.
Bij een overschrijding van het maandbedrag zal het inkomen van die maand definitief als beroepsinkomen worden beschouwd en dus ook worden belast. Er wordt ook nog rekening mee gehouden om na te gaan of het jaarplafond werd nageleefd. Voor de deeleconomie is er geen maandplafond.