Veel mensen schenken tijdens hun leven al een deel van hun vermogen weg. Om kinderen, kleinkinderen of verwanten een duwtje in de rug te geven. Én om de belastingfactuur te drukken.
Maak de rekening
Het fiscale plaatje is voor velen de belangrijkste drijfveer om al tijdens hun leven een deel van hun vermogen weg te schenken, aan bijvoorbeeld de kinderen of kleinkinderen. Dat komt omdat de tarieven van de erfbelasting hoger zijn dan die van de schenkbelasting. Voor erfenissen in rechte lijn en tussen partners bedraagt de erfbelasting 3 procent (voor het deel tot 50.000 euro), 9 procent (voor het deel tot 250.000 euro) en 27 procent (voor het deel boven 250.000 euro). Daarentegen geldt voor schenkingen van roerende goederen in rechte lijn of tussen partners een vlak tarief van 3 procent.
Verschijnt onze rekentool hieronder niet? Bekijk hem dan hier (ook op mobiele toestellen).
Toch moet u nog niet meteen naar de notaris hollen uit vrees dat de nabestaanden na uw overlijden torenhoge erfbelasting moeten betalen. De schijven van de erfbelasting zijn afhankelijk van het deel dat elke erfgenaam afzonderlijk krijgt. Bovendien wordt de belasting apart berekend voor de roerende en onroerende goederen. Daardoor valt er al een mooie erfenis te verdelen over de kinderen zonder dat ze in de hoogste tariefschijf terechtkomen. De partner of de kinderen kunnen elk 250.000 euro cash en nog eens 250.000 euro aan vastgoed krijgen, zonder meer dan 9 procent erfbelasting te betalen. Dat is nog altijd meer dan de schenkbelasting, maar soms is dat de prijs die mensen willen betalen om tot aan hun dood volledig de baas te blijven over hun eigen vermogen.
Vreest u dat u een deel van uw erfenis zult mislopen?Wilt u exact weten hoe u uw kinderen uit een vorige relatie kunt beschermen? Of vraagt u zich af hoe u zoveel mogelijk aan uw partner kunt nalaten? Stuur uw vraag via www.netto.be/belactie naar de redactie en op dinsdag 17 september (tussen 18 en 21 uur) belt een notaris u gratis op met het antwoord.
Het is zeker de moeite waard om eerst het volledige vermogen in kaart te brengen, om zo een beeld te krijgen van de eventuele erfbelasting. Zo wordt het al snel duidelijk of het opportuun is om al een deel van het vermogen weg te schenken.
Het zijn overigens niet alleen fiscale drijfveren die mensen ertoe aanzetten om te schenken. ‘Ik zie geregeld dat mensen veel voldoening halen uit een schenking’, zegt notaris Bart Van Opstal. ‘De dankbaarheid van de begunstigden is een mooi moment in hun leven. Die ervaring hebben ze niet bij de zakelijke afhandeling van de nalatenschap na hun overlijden. Zeker bij mensen zonder kinderen is dat iets wat soms heel sterk leeft.’
Beslis hoe naakt u wilt zijn
Het is natuurlijk mooi om uw dierbaren een financieel duwtje in de rug te geven en ook het fiscale plaatje van schenkingen oogt aantrekkelijk. Toch zijn er ook nadelen verbonden aan een schenking.
Met een schenking geeft u een deel van uw vermogen weg. Wat u schenkt, bent u onmiddellijk kwijt. ‘Een schenking is ook onherroepelijk’, zegt Van Opstal. ‘Zodra een schenking gedaan is, kan u er in principe niet meer op terugkomen. Wie schenkt, moet dat weloverwogen en na rijp beraad doen. Er is geen weg terug.’
Zeker met de vergrijzing en het feit dat we langer leven, hameren vermogensplanners steevast op het belang om genoeg financiële middelen achter de hand te houden om de oude dag te financieren. Want naarmate u ouder wordt, stijgen vaak ook de medische kosten. En in een latere fase kan ook het verblijf in een bejaardentehuis of zorginstelling aan de orde zijn. Het zijn zware kosten waar u het best rekening mee houdt vooraleer u grote delen van uw vermogen al tijdens uw leven wegschenkt.
Wees een goedzak, maar niet onvoorwaardelijk
Voor schenkingen geldt: gegeven is gegeven. Wel kunt u aan een schenking tal van voorwaarden koppelen.
- Een van de meest voorkomende voorwaarden is het voorbehoud van vruchtgebruik. Daarmee schenkt u de blote eigendom en behoudt u zelf het genot van het geschonken goed. Zo kan u een huis of appartement, een spaarrekening, aandelen of een effectenportefeuille wegschenken. En tegelijkertijd kan u stipuleren dat u nog zelf de huurinkomsten, intresten, dividenden of opbrengsten blijft ontvangen. ‘Op die manier kan de schenker toch nog een zeker inkomstenbehoud organiseren’, aldus Van Opstal. Kreeg u een goed geschonken onder voorbehoud van vruchtgebruik? Dan kan u het goed wel verkopen (tenzij dat uitdrukkelijk is verboden in een clausule van de schenkingsakte), maar ook alleen de blote eigendom. Het vruchtgebruik blijft bij de schenker en dat moet de nieuwe koper eerbiedigen.
- Bij veel schenkingen wordt ook vaak een vervreemdingsverbod opgenomen. Dat houdt in dat de begiftigde het geschonken goed niet mag verkopen, verhuren of in vruchtgebruik geven. Daarmee bouwt de schenker een garantie in dat de begiftigde van de schenking niet naast zijn of haar schoenen loopt en alles meteen weer uitgeeft. Zo’n vervreemdingsverbod moet wel beperkt zijn in de tijd en meestal loopt het af na het overlijden van de schenker.
- Er is nog een brede waaier aan voorwaarden die aan een schenking gekoppeld kan worden. De schenker kan de begiftigde opleggen dat die later eventuele medische kosten moet betalen, bijvoorbeeld om te vermijden dat de schenker financieel in de problemen komt wanneer hij of zij zwaar ziek of hulpbehoevend wordt. Of er kan een onderhoudsclausule worden opgenomen, die de begiftigde verplicht tot het periodiek betalen van een bepaalde som, zodat de schenker nog in zijn levensonderhoud kan voorzien.
‘Voor complexe schenkingen gaat u beter langs bij de notaris, die dan een notariële akte opstelt.’ Bart Van Opstal, notaris
Let op met hand- en bankgiften
Er zijn verscheidene manieren om schenkingen te doen.
- De handgift is de eenvoudigste manier. Daarmee overhandigt u letterlijk een som cash geld of andere roerende goederen (zoals goud, kunst of juwelen) aan de begiftigde. Voor het overige zijn daar in principe geen formaliteiten aan verbonden, al kan het zeker geen kwaad om toch ook een geschreven document op te stellen dat als bewijs kan dienen voor de handgift. Dat moet vermijden dat de erfgenamen - na de dood van de schenker - de schenking in twijfel trekken. Het zou niet de eerste keer zijn dat de begiftigde na een handgift ervan wordt beschuldigd de goederen te hebben gestolen. Ook vanuit fiscaal oogpunt kan zo’n schriftelijk document een grote meerwaarde hebben, vooral om te kunnen bewijzen wanneer de schenking precies heeft plaatsgevonden. Want als de schenker overlijdt binnen drie jaar na de schenking zal er nog erfbelasting verschuldigd zijn op de schenking (zie verder).
- De bankgift is een andere manier om geld te schenken. Daarbij schrijft de schenker eenvoudigweg geld over naar de bankrekening van de begiftigde. Het is dus een zuivere bancaire transactie. Daarna moet wel een document worden opgesteld waarin de schenker aangeeft dat hij het geld heeft overgemaakt.
- Zowel de hand- als de bankgift zijn gemakkelijke manieren om een schenking te doen. Maar ze hebben hun beperkingen. Zo kunnen er geen vastgoed of aandelen op naam mee worden geschonken. Ook het koppelen van voorwaarden aan de schenking is niet mogelijk, hoewel banken vaak toch documenten aanbieden waardoor voorwaarden kunnen worden gekoppeld aan een bankgift. ‘Er is veel rechtsleer die in twijfel trekt of dat wel kan’, zegt Van Opstal. ‘Daarom doet u er goed aan voor meer complexe schenkingen een notariële akte te laten opstellen.’ Het is de notaris die de notariële akte opstelt. Dankzij zo’n akte kan u voorwaarden koppelen aan de schenking, maar in tegenstelling tot een hand- of bankgift moet er wel schenkbelasting worden betaald. Daar staat tegenover dat notariële schenkingen nooit meer onderworpen kunnen worden aan erfbelasting. Schenkingen van vastgoed kunnen ook alleen maar via een notariële akte gebeuren.
Blijf nog drie jaar leven
De drie jaren na een schenking zijn vaak cruciaal om te ontsnappen aan een bijkomende belasting. Daar zijn twee redenen voor:
→ Belastingvrije schenkingen van roerende goederen kunnen alsnog worden belast
Om te beginnen is de periode van drie jaar van belang voor belastingvrije schenkingen. Bij een gewone handgift - waarbij u zonder formaliteiten geld, cash of juwelen overhandigt - is er geen schenkbelasting verschuldigd op die schenking.
Die schenking kan wel nog als een boemerang terugkeren. Als de schenker binnen drie jaar na de schenking overlijdt, moeten de erfgenamen op de schenking alsnog erfbelasting betalen (en dus niet de lagere schenkbelasting). Blijft de schenker in leven na de periode van drie jaar, dan is er helemaal belastingvrij geschonken.
Dat is anders bij een notariële schenking, waarbij een notaris de schenking registreert. Op de schenking betaalt u daar wel 3 of 7 procent schenkbelasting, maar dan is er meteen (en definitief) afgerekend met de fiscus. Ook als de schenker binnen de periode van drie jaar na de schenking overlijdt, zal de fiscus geen erfbelasting meer aanrekenen op de schenking. Vastgoed moet overigens altijd via een notariële akte worden geschonken.
Het is ook mogelijk om te speculeren op een overlijden. Dat kan door een handgift te doen, maar om daar vervolgens wel nog schenkbelasting op te betalen wanneer u als schenker ernstig ziek wordt. Zo koopt u door de betaling van de schenkbelasting de hogere erfbelasting af. ‘Dat is natuurlijk niet mogelijk bij een plots overlijden’, zegt Van Opstal. ‘Dan is er geen mogelijkheid om van een handgift nog een notariële schenking te maken, waardoor er alsnog erfbelasting verschuldigd is.’
→ Schenking van vastgoed kan nog tot een hoger tarief in de erfbelasting leiden
Bovendien kan een schenking tot een periode van drie jaar nog worden meegenomen bij de berekening van de erfbelasting, wanneer de schenker overlijdt en de nalatenschap openvalt.
Stel dat u na uw overlijden aan uw ene kind een vermogen nalaat van 100.000 euro, nadat u twee jaar eerder ook al een schenking deed van 80.000 euro. Op die schenking werd toen schenkbelasting betaald, maar het tarief van de erfbelasting dat wordt toegepast op de resterende 100.000 euro is dat van de schijf tussen 80.000 en 180.000 euro en niet dat van de schijf tussen 0 en 100.000 euro. Voor de 100.000 euro die wordt nagelaten, geldt dus een hoger tarief van erfbelasting.
Dat mechanisme omschrijven experts als het ‘opduweffect’. Bij de schenking van vastgoed zal het opduweffect overigens alleen gelden als er na de schenking nog andere onroerende goederen in het vermogen aanwezig zijn. De erfgenamen van iemand die bijvoorbeeld zijn enige woning schenkt en na twee jaar sterft, hoeven niet te vrezen voor dat opduweffect.
Het is de algemene regel, die bijvoorbeeld onverkort geldt in het Waals Gewest. In Vlaanderen en Brussel wijken de regels omtrent het opduweffect enigszins af. Zo speelt het opduweffect in Vlaanderen alleen bij de schenking van onroerende goederen, zoals een huis of appartement. Daarop bestaat echter één uitzondering: de schenking van bouwgrond. In Brussel speelt het opduweffect helemaal niet.