Digitaal onderwijs zal op 1980 moeten lijken
Technologie blijft een middel, geen doel, en de digitalisering van het onderwijs zal (opnieuw) falen als tegelijk alle klassieke leerprincipes overboord gegooid worden.
Never waste a good crisis. Met die woorden beschreef Winston Churchill hoe verschrikkelijke gebeurtenissen, zoals de Tweede Wereldoorlog, uiteindelijk tot iets nieuw kunnen leiden. Hij verwees naar de oprichting van de Verenigde Naties. In onderwijsland hopen velen dat de coronacrisis een soortgelijk, disruptief effect kan hebben. Digitaal afstandsonderwijs. Wat vroeger nooit mogelijk bleek, was er plots. Wordt ons onderwijs nooit meer hetzelfde? We moeten een digitale versnelling maken. Maar het onderwijs van morgen zal toch ook op dat van gisteren moeten lijken.
Ja, ons onderwijs ziet er ouderwets uit. Een gestold en afgebrokkeld topproduct waarvan de verre herinnering aan de hoogdagen gesymboliseerd wordt door de staat van onze onderwijsinfrastructuur. Bijna 60 procent van onze schoolgebouwen is ouder dan 50 jaar. Onaantrekkelijk, weinig duurzaam en overvol. Kamperende ouders die wachten zonder wifi. Silicon Valley is ver weg. Onze basis- en secundaire scholen krijgen 67 en 84 eurocent per leerling voor ICT infrastructuur en -ondersteuning. Ja, eurocent. Een vierde van 1 procent van het onderwijsbudget gaat naar ICT. Hoe zit dat in uw bedrijf?
Het coronavirus heeft heel wat op losse schroeven gezet. Die tabula rasa biedt ook nieuwe kansen. Welke, vroegen we onze opiniemakers.
Er zijn ook amper digitale leermiddelen, en weinig professionalisering van digitale vaardigheden bij leraren. Maar onze kinderen zijn digital natives, niet? Wel, in de eerste graad van het secundair haalde 45 procent van de leerlingen in 2011 de minimale eindtermen informatieverwerking niet. Een achteruitgang tegenover 2004. Na 2011 hebben we het niet meer gemeten.
Onderzoek toont dat een combinatie van digitaal en campusonderwijs betere leerprestaties kan opleveren. De technologie biedt oplossingen voor de vraag naar individuele differentiatie die onze arme analoge leraren vandaag overspoelt en overstijgt. Dus doen! Maar dit onderzoek toont alleen wat het potentieel is. Wat kan als er een goede visie is, een plan en de nodige competenties, en als alle randvoorwaarden vervuld zijn. Dat is vandaag niet het geval. Er is veel meer nodig dan de goede wil en de lapmiddelen die we voor de zomervakantie zagen ontluiken.
Economen zijn het erover eens dat we ondanks het begrotingstekort moeten durven investeren, maar alleen waar een duidelijke return te verwachten is. Ons (digitaal) onderwijs moet vooraan in de rij staan. Een goede fysieke en digitale onderwijsinfrastructuur is een kerntaak van de overheid, een noodzakelijke voorwaarde voor elke regio die een kenniseconomie wil zijn. De Vlaamse regering verdubbelde dit jaar de gewone digitale werkingskredieten. Dat moet structureel verankerd en sterk uitgebreid worden. En mensen en vaardigheden mogen niet vergeten worden.
Gidsland Nederland probeerde bijna tien jaar geleden al 'Steve Jobsscholen’. iPads genoeg, maar het werd een ramp.
Dat wordt een hele klus. Er is geen garantie op digitaal succes. Integendeel, nog nooit is een onderwijssysteem erin geslaagd in sterke mate te digitaliseren. Zelfs in het hoger onderwijs, met sterke studenten en veel technologische expertise, lukte het niet. Veel werd verwacht van de massive open online courses (MOOCs). Harvard en het Massachusetts Institute of Technology ontwikkelden een schitterend onlineleerplatform, met middelen waar we in Vlaanderen slechts kunnen van dromen. Het werd een flop. De helft van de ingeschreven studenten bekijkt zelfs nooit de inhoud van een cursus. Slechts een op de tien schrijft zich na een jaar opnieuw in. En wie wel lessen online volgt, blijkt minder te leren dan in het klassiek onderwijs.
In het leerplichtonderwijs probeerde gidsland Nederland bijna tien jaar geleden al ‘Steve Jobsscholen’ uit. iPads genoeg, maar het werd een ramp. De inspectieverslagen waren vernietigend. Kinderen hadden reken- en taalachterstanden, het personeel haakte af. In Vlaanderen probeerden een paar Blankenbergse scholen in dezelfde periode een (gelukkig) voorzichtig afkooksel. Veel verder dan boeken in pdf op een tablet ging het niet. Sedertdien werd er niets meer over vernomen, de revolutie bleef uit. Het onderwijs evolueerde weer naar zijn natuurlijke vorm.
Het leren in de toekomst zal noodzakelijkerwijs deels dat van vroeger zijn, of het zal niet zijn.
De wereld is veranderd, maar de kinderhersenen niet. Het leren in de toekomst zal noodzakelijkerwijs deels dat van vroeger zijn, of het zal niet zijn. Technologie blijft een middel, geen doel. Digitalisering zal (opnieuw) falen als tegelijk alle klassieke leerprincipes overboord gegooid worden. Leren blijft ook altijd een sociaal proces, met klasgenootjes en leraars. Die laatsten hebben in de digitale wereld niet minder, maar meer werk. En ze zullen nog steeds onmisbaar zijn. Maar die computer moet echt naar de klas. Nu!
Wouter Duyck hoogleraar cognitieve psychologie Ugent
Meest gelezen
- 1 Bonte, het oudste en enige riffelbedrijf van België, stopt ermee: ''Wat moeten wij nu doen?', vragen klanten'
- 2 Élodie Ouédraogo over het einde van Unrun: ‘Ik voelde zo veel schaamte, maar ook opluchting’
- 3 Weinig reden tot toosten bij champagnehuis Vranken-Pommery
- 4 Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
- 5 Frankrijk neemt zijn krachtigste kernreactor ooit in gebruik