BASF tackelt stress met slaapcoach en therapeut
Hun wereld is er een van gevaarlijke gassen en explosieve stoffen. Maar bij de chemiereus is het managen van stress bijna even belangrijk als een veiligheidshelm. En dat mag wat kosten. 'Mensen zijn geld waard.'
In het noordelijkste punt van de haven van Antwerpen bestrijkt het chemiebedrijf BASF een terrein van 600 hectare, even groot als de Antwerpse binnenstad. Er staan kranen aan de kades die containers doen verschrompelen tot legoblokjes. Witte wolken fluiten uit blinkende pijpleidingen. Er klinkt een vervaarlijke sirene, een testalarm, zo blijkt.
De Tijd gaat twee weken lang op zoek naar hoe bedrijven omgaan met burn-outs. Doe de test en ontdek hoe vaak u in het rood gaat.
Deel uw ervaringen en zoek mee naar oplossingen in de LinkedIn-groep van De Tijd over human resources.
Dit is geen plek voor doetjes. De Antwerpse site is de tweede grootste van de speler uit Ludwigshafen am Rhein, de grootste chemiegroep ter wereld. In de haven worden in meer dan 50 plants onder andere olie en gas tot chemische moleculen gekraakt. BASF produceert meer dan 9.000 chemische stoffen en halffabricaten, die verwerkt worden in uiteenlopende sectoren, van de auto-industrie tot de farma. Met een omzet van 6,7 miljard euro en 3.227 werknemers is het een van de grootste industriële bedrijven van ons land.
Niets doet vermoeden dat hier duchtig gediscussieerd wordt over ‘zelfzorg’, ‘balans’ en ‘zelfontplooiing'. Maar toch staat BASF onder hr-professionals bekend als een modelbedrijf voor de aanpak van stress op het werk. ‘Als je het beste in mensen naar boven wil halen, moet je ervoor zorgen dat ze zich goed voelen’, zegt bedrijfsarts Elke Verwerft, tijdens een lunch van pestowraps en Cola Zero in een bureau zonder franje. ‘We doen dat in de eerste plaats voor de mensen zelf’, zegt Sabrina Van Gestel van hr, ‘maar ook omdat we geloven dat het beter is voor het bedrijf.’
Hier vind je geen zitzakken of pingpongtafels, geen ‘inspirational quotes’ aan de muur. ‘We doen niet mee aan hypes’, zeggen Verwerft en Van Gestel. ‘En er bestaan geen snelle toverformules.’
Het chemiebedrijf bouwt al meer dan tien jaar gestaag aan een welzijnsbeleid, dat in alle lagen wordt uitgespeeld. De hr-dienst werkt nauw samen met de medische dienst en met de leidinggevenden, zodat signalen van een medewerker met een probleem via zoveel mogelijk kanalen opgepikt kunnen worden. Belangrijk, zegt Verwerft, is dat iedereen mee is: de top, de basis en de sociale partners.
Onze mensen gaan niet met pensioen op 39, zoals Sven Nys.
Essentieel is dat de aanpak doordringt tot op teamniveau, zegt Van Gestel. 'Het gaat om productieploegen met zeven tot twintig mensen die dag en nacht intensief samenwerken, 24 op 7. Ze zien elkaar meer dan hun eigen familie. Het is dus heel belangrijk dat het team zich goed voelt: in het werk, tegenover de leidinggevende, met elkaar.’
Triatlon
De term ‘welzijn’ wordt hier breed geïnterpreteerd. Shiftwerkers kunnen slaapcoaching volgen en krijgen advies over gezonde voeding tijdens het nachtwerk, omdat de nachtpost inhakt op het bioritme. Op dit moment loopt een proefproject waarbij ze hun conditie kunnen laten testen, gevolgd door bewegingsadvies op maat. ‘Fit zijn is belangrijk als je stijgladders van 40 meter moet kunnen beklimmen of moet bewegen in een chemiepak’, zegt Verwerft. ‘Gezond zijn betekent: werken aan je balans, gezonde voeding en beweging. Wie weinig sport, willen we stimuleren om meer te bewegen. Wie op topsportniveau traint voor een triatlon moeten we soms afremmen. Onze medewerkers kunnen niet met pensioen op hun 39ste, zoals Sven Nys. We willen ze lang en duurzaam aan het werk houden.’
Ons motto is nu: vroeg, vroeg, vroeg.
Een werknemer in de chemie verdient volgens het recentste Salariskompas van de KU Leuven 26 procent meer dan het gemiddelde brutomaandloon. Dat zal de arbeidsvreugde zeker niet temperen. Volgens BASF zijn ook de verzuimcijfers laag, al wil het bedrijf de data niet geven. Voor de korte afwezigheden – minder dan een maand – zit het net boven het nationale gemiddelde van 3 procent - op een gemiddelde werkdag zijn in België in een bedrijf met meer dan 1.000 medewerkers drie op de honderd afwezig. Voor verzuim langer dan een maand is het gemiddelde bij grote bedrijven 2,5 procent, voor werknemers die langer dan een jaar afwezig zijn, is dat 4 procent. BASF zegt dat zijn eigen cijfers respectievelijk twee en drie keer lager liggen.
‘Onze focus ligt nu sterk op dat kort verzuim’, zegt Van Gestel. ‘Ons motto is: vroeg, vroeg, vroeg. We willen liever voorkomen dan genezen, en als er iets scheelt, willen we zo snel mogelijk helpen. Onze leidinggevenden zijn ook opgeleid om zo’n gesprek te voeren.’
We doen niet mee aan hypes
Ook als de stressor niet per se tot de verantwoordelijkheid van hr behoort: een alcoholverslaving, een echtscheiding, een zieke ouder, een kind met problemen. ‘We faciliteren en verwijzen mensen door naar de vaak toch complexe zorg. De vraag is altijd: kunnen we iets voor jou betekenen?’
Gratis therapie
Wie toch door stress uitvalt, krijgt professionele coaching door gespecialiseerde klinisch psychologen, betaald door het bedrijf. Na een maand afwezigheid – om welke reden dan ook – neemt de zorgcoördinator contact op. ‘We horen dat veel bedrijven daarmee worstelen: laat ik van mij horen, is dat gewenst? Wij laten onze mensen niét los, maar we spreken af wanneer we weer contact opnemen.’
→ Lees ook Dokter, zit er burn-out in mijn bloed?
Door contact te houden probeert BASF de terugkeer naar het werk zo gemakkelijk mogelijk te maken. ‘We weten uit onderzoek dat na zes maanden afwezigheid de terugkeer lastiger wordt’, zegt Verwerft. De terugkeer wordt in onderling overleg goed voorbereid. ‘In een re-integratiegesprek bespreken we of het werk aangepast moet worden, of een andere functie denkbaar is, in welk regime de persoon terugkeert. Zo’n gesprek voeren we liefst vóór de persoon weer aan het werk gaat. Zodat iedereen weet waar hij staat.’
Dialoog, vertrouwen, zelfs het woord ‘zorganisatie’ valt: hoe pas je die wat wollige begrippen toe in een bedrijf dat wordt gedomineerd door ruwe bonken en cijferende ingenieurs? Negen op de tien BASF-medewerkers zijn een man, meer dan de helft van de werknemers heeft een diploma lager of secundair onderwijs.
‘Als je kijkt naar dit type bedrijf, zou je denken dat het hier lastiger is om over gevoelens te praten’, zegt Verweft. ‘Maar dat is een cliché. Als je enkel met elkaar spreekt als iemand ziek valt, heb je geen dialoog. Onze leidinggevenden worden daarop gescreend en gecoacht.’
Scheelt er iets? Kunnen we als bedrijf iets doen? Dat zijn de vragen
De hr-dienst bouwt zijn beleid ook op data. Als de verzuimcijfers in een bepaalde ploeg opeens omhooggaan, krijgt de leidinggevende een seintje. ‘We zien dat als een middel om onderliggende problemen te detecteren, en om een gesprek aan te knopen: scheelt er iets? Wat zit hierachter? Kunnen we iets doen? Dat doen we ook tijdens het wettelijk verplicht medisch onderzoek, tijdens functioneringsgesprekken, aan het koffieapparaat. Dat zijn allemaal kansen om het gesprek aan te gaan. Hoe gaat het thuis, word je nog uitgedaagd in je job, wat verwacht jij van het werk en strookt dat met onze verwachtingen? Het afstemmen van die verwachtingen is heel belangrijk.’
Altijd perfect
BASF investeerde vorig jaar 221,7 miljoen euro in de Antwerpse site. In het budget gaat geen vast bedrag naar welzijn. ‘Anders zit je met een potje dat op moet’, zegt Van Gestel. ‘Maar als wij een nieuwe maatregel willen testen, kan dat eigenlijk altijd. Als we kunnen aantonen dat die positieve effecten heeft. We werken nog altijd binnen een economische realiteit.’
‘Mensen zijn geld waard’, vult Verwerft aan. ‘We hebben als grote organisatie natuurlijk het voordeel dat veel kennis al in huis is: de medische dienst, een goed uitgebouwde hr, een zorgcoördinator. Zorg is onze taak.’
Eén ding wil Van Gestel benadrukken: het aantal echte, zuiver werkgerelateerde burn-outs is en blijft beperkt. ‘Als je de pers leest, en sociale media wakkeren dat nog aan, zou je denken dat er een steeds groter probleem is. Maar volgens mij wordt die sticker te snel geplakt.’
Ze beaamt dat het werk steeds sneller gaat, organisaties veranderen, installaties worden complexer, meer digitaal. Dat vraagt andere kennis en snellere interventies. ‘Dat vereist extra energie. Maar ook thuis liggen de bordjes goed vol en willen we het allemaal het liefst perfect doen. Het is dààr dat wij als bedrijf op willen inspelen. Om door een snelle interventie erger te voorkomen.’
Deel uw ervaringen en zoek mee naar oplossingen in de LinkedIn-groep van De Tijd over human resources.
Meest gelezen
- 1 Belfius wil stad Bergen niet financieren na doorbraak extreemlinkse PTB
- 2 Golf aan betaalbare e-auto’s op komst, met dank aan strenge uitstootregels
- 3 Nvidia overtreft opnieuw de verwachtingen
- 4 Gentse techspeler Lighthouse haalt 350 miljoen euro op en wordt miljardenbedrijf
- 5 'Rusland viel Oekraïne aan met intercontinentale ballistische raket'