Hoe kijken de AIG Engineer of the Year-winnaars van 2019 en 2018 naar hun beroep? Wat is er volgens hen nodig om ingenieursstudies aantrekkelijker te maken? En hoe pakken we het tekort op de arbeidsmarkt aan?
De alumnivereniging AIG (Alumni Ingenieurs UGent) en de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur huldigen sinds 2018 jaarlijks een verdienstelijke ingenieur, die onlangs een belangrijke innovatie of een significante maatschappelijke meerwaarde realiseerde. Het is een initiatief dat zowel de ingenieursstudies promoot als inspirerende rolmodellen creëert.
Dankzij zo’n rolmodel begon AIG Engineer of the Year 2018-winnaar Annick De Poorter destijds haar studies burgerlijk ingenieur textielkunde. ‘We hadden een vrouwelijke burgerlijke ingenieur bouwkunde in onze familiekennissenkring. Ze leidde werven in het bouwbedrijf van haar ouders, en groeide uit tot een fenomeen in de mannenwereld. Ik keek daar erg naar op.’
Daarnaast was er ook een leerkracht klassieke talen met een passie voor wetenschap, wiskunde en chemie die Annick De Poorter het zetje gaf om voluit te kiezen voor een ingenieurstoekomst. ‘Die man wilde destijds zélf graag ingenieur worden, maar koos uiteindelijk voor andere studies na een negatief schooladvies. Hij heeft mij aangemoedigd om er volledig voor te gaan. En daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor.’
Coachend onderwijs
Er zijn dus ook coachende inspanningen vanuit het onderwijs nodig om jongeren te inspireren om voor een ingenieurscarrière te kiezen. Volgens Jonathan Berte, AIG Engineer of the Year 2019-winnaar, schiet ons land daar tekort. ‘De domeinen waarin ingenieurs vandaag terechtkunnen, zijn waanzinnig divers. Jongeren hebben een gids nodig die hen door dat bos vol mogelijkheden loodst. Maar onze scholen zijn nog altijd veel te schools: ze hebben te weinig voeling met de werkvloer – dat geldt zelfs voor de STEM-richtingen.’
Kinderen laten proeven van nieuwe technologie – al is het maar tijdens de speeltijd in een soort knutselomgeving – zou een mooie eerste stap zijn. Annick De Poorter: ‘Of doe aan het wervend vertalen van techniek naar de leefwereld van jongeren: vertel wat er allemaal schuilgaat onder de motorkap van hun smartphone. Dát is tastbaar voor tieners. Dat wakkert de leerhonger aan, en vergroot wellicht mee de doorstroom naar ingenieursopleidingen. Het initiatief om dat te veranderen en te versnellen, ligt bij de overheid. Die mag gerust wat meer inspanningen leveren.’
De ingenieur van morgen
Hoe de ingenieur van de toekomst eruitziet? Kennis en expertise blijven belangrijk. Een ingenieur is iemand met een sterke drang om de maatschappij en de wereld te verbeteren door zaken op nieuwe manieren te bekijken. Maar dat lukt niet alleen met technische kennis, onderstreept Annick De Poorter. ‘Meer dan een alwetende specialist is de ingenieur van morgen vooral een teamspeler. Hij of zij werkt doelgericht samen met anderen, kan mensen aansturen en motiveren én kan ook omgaan met heel veel data. Kennis zal dus – nog meer dan vandaag – gecombineerd moeten worden met sociale vaardigheden en communicatie.’
‘De ingenieur van morgen is vooral een teamspeler’
Ingenieurs zijn binnenkort ook actief in vakgebieden die vandaag net vorm krijgen, of nog uitgevonden moeten worden. Jonathan Berte: ‘Ons bedrijf Robovision.ai is gespecialiseerd in artificiële intelligentie. We merken dat onze ingenieurs op de werkvloer regelmatig afwijkende of compleet nieuwe klemtonen moeten leggen – die tijdens hun opleiding niet aan bod zijn gekomen. Een ingenieur elektronica wordt bijvoorbeeld uitgedaagd om zijn werkveld te verbreden of te verleggen wanneer hij in een nieuw IT-werkveld terechtkomt – dat verschillende domeinen met elkaar verbindt. Elk nieuw project bij ons vereist bijpassende ingenieursspecialisaties. Dat maakt het werk extra uitdagend.’
Miniondernemers
‘Ingenieurs zijn binnenkort actief in vakgebieden die vandaag net vorm krijgen, of nog uitgevonden moeten worden’
En dus moet de kennis van de ingenieur van morgen voortdurend bijgewerkt en geactualiseerd worden, om antwoorden te kunnen blijven bieden op de uitdagingen in onze snel veranderende maatschappij. Daarnaast wordt een ingenieur ook een soort miniondernemer in zijn/haar bedrijf of organisatie, meent Jonathan Berte. ‘Ondernemingen veranderen steeds meer in incubatoren. Ze bieden ingenieurs kansen om bijvoorbeeld via interne start-ups of trajecten nieuwe concepten of cultuurveranderingen uit te proberen. Een soort kweekvijver waarin de volgende fases van een bedrijf onderzocht worden. Een ingenieur met ondernemersvaardigheden vervult in die context een sleutelrol. Hij of zij verbindt het oude met het nieuwe – vaak over de afdelingen heen.’
Werkgeversmerk
Dat kan ook een wervingsstrategie zijn voor bedrijven. Door ruimte te creëren voor innovatie en nieuwe initiatieven, versterken ondernemingen hun employer brand. Ze worden interessantere potentiële werkgevers voor ingenieurs die op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging of een eerste werkervaring.
Annick De Poorter: ‘Ingenieurs zijn zowat van nature op zoek naar variatie en vernieuwing. Routine is niet aan hen besteed. Een ingenieur wil heel veel zaken uitproberen, onderzoeken en testen. Een bedrijf dat ingenieurs op zo veel mogelijk verschillende zaken inzet en afwisseling biedt, en dat ook duidelijk communiceert via vacatures en persberichten, haalt die mensen makkelijker binnen én houdt ze veel langer aan boord.’
Tot slot zal ook de aanwerving van buitenlandse ingenieurs de komende jaren steeds noodzakelijker worden, om het tekort aan ingenieurs op onze arbeidsmarkt te verkleinen, meent Jonathan Berte. ‘Dat zie ik niet alleen mogelijk worden via Europese of internationale arbeidsvisa, maar ook door op afstand met buitenlandse ingenieurs samen te werken. Dat kan bijvoorbeeld via interactieve software, digitale communicatietechnologie en augmented reality- en virtual reality-oplossingen. Maar het zou nog véél beter zijn, als we ons onderwijs beter kunnen organiseren, zodat we een bredere uitstroom van ingenieurs krijgen om de noden van onze samenleving aan te pakken.’