De Antwerpse Oosterweelverbinding is het grootste infrastructuurproject ooit in Vlaanderen. Internationale waterbouwer DEME speelt daarin een cruciale rol, dankzij zijn expertise op het vlak van ‘afgezonken’ tunnels.
Het Oosterweeltracé maakt de Antwerpse Ring volledig rond en moet zo een oplossing bieden voor het
fileprobleem. Initieel was er sprake van een brug, maar in 2014 besliste de toenmalige Vlaamse regering om de verbinding via tunnels te realiseren. DEME, ooit gestart als baggerbedrijf en intussen uitgegroeid tot een multidisciplinaire speler, is medeverantwoordelijk voor de bouw van de Scheldetunnel. Het gaat om een zogenaamde afgezonken tunnel, die opgebouwd wordt uit verschillende elementen die een voor een onder water worden gebracht (zie kaderstuk).
‘Een afgezonken tunnel is naast een klassieke brug of geboorde tunnel een manier om van de ene oever naar andere te raken’, legt Ronny Simons, General Manager van DEME Infra, uit. ‘De bouw ervan gaat gepaard met baggerwerken, en daar kunnen wij uiteraard het verschil maken. De Kennedytunnel en de Piet Heintunnel in Nederland waren onze eerste verwezenlijkingen op dat vlak.’
De bouw van een gezonken tunnel gaat gepaard met baggerwerken, en op dat vlak kunnen wij het verschil maken.
Momenteel zijn er drie afgezonken tunnelprojecten waar DEME bij de bouw betrokken is. Er is de Nederlandse Blankenburgverbinding, met een tunnel die 309 meter onder water zal lopen. ‘Daarnaast bouwen we ook de Fehmarnbelttunnel die het meest zuidelijke punt van Denemarken met het meest noordelijke punt van Duitsland moet connecteren. Vanaf 2029 zal daarin zowel weg- als treinverkeer rijden over een lengte van 18,5 kilometer onder de zeestraat.’
1,3 KILOMETER ONDER WATER
En er is dus ook het Oosterweelproject, waarbij een tunnel van 1,3 kilometer onder de Schelde wordt aangelegd. ‘We zijn al gestart met de bouw van de tunnelelementen’, zegt Projectmanager Elke Rombaut. ‘En we zijn ook begonnen met het uitgraven van de bouwkuip aan Linkeroever. Begin of midden april gaan we van start met de uitgraving van de bouwkuip aan de andere kant van de rivier. Door de PFOS-problematiek hebben we uiteraard vertraging opgelopen, maar we hopen nu op een snelle oplossing.’
Als alles volgens plan verloopt, zal de Scheldetunnel als onderdeel van het Oosterweeltracé in 2028 afgerond zijn.
‘Zodra alle tunnelelementen gebouwd en getransporteerd zijn naar de juiste locatie, begint het effectieve afzinken. Daarmee zullen we naar alle verwachting begin 2025 kunnen starten. Als alle units ondewater gebracht en met elkaar verbonden zijn, kan de eigenlijke afwerking beginnen. Dat betekent onder meer het aanbrengen van de brandwerende beplating en branddeuren, de wegenis aanleggen en de verkeers- en tunneltechnische installaties voorzien. Als alles volgens plan verloopt, zal de Scheldetunnel in 2028 helemaal klaar zijn.’
GEÏNTEGREERDE AANPAK
Bij DEME werken mensen uit verschillende afdelingen mee aan de bouw van de tunnel. De synergie tussen baggerwerk en civiele werken positioneert de groep als een unieke speler binnen de sector. Beide takken werken dan ook nauw samen, zegt Area Director Benelux Dirk Defloor. ‘We hebben bewust gekozen voor een kruisbestuiving, en die is duidelijk voelbaar. Er zijn zelfs fysieke raakvlakken: beide afdelingen bevinden zich hier in Zwijndrecht vlak naast elkaar.’
DEME Infra, één van de jongste bedrijven binnen DEME, zag het levenslicht in 2016. ‘Toen hebben een aantal mensen vanuit CFE, de bouwfirma van wie we de civiele activiteiten hebben overgenomen, de overstap gemaakt’, zegt Ronny Simons. ‘Dat heeft geleid tot een influx van een specifieke kennis die we voordien niet hadden. Onze Infra-afdeling is intussen uitgegroeid tot een sterke ‘sellingpoint’ naar zowel klanten als partners. We zeggen wel eens grappend dat we binnen DEME nu zowel ‘baggers’ als ‘civiels’ spreken. We werken op een geïntegreerde manier samen: we zoeken steeds samen naar de beste oplossing.’
STRATEGISCHE PARTNERS
DEME is een multidisciplinaire speler, maar werkt voor het Oosterweelproject samen met drie strategische partners: Jan De Nul, Besix en Stadsbader. ‘Het gaat om een volledig geïntegreerde joint venture’, aldus Dirk Defloor. ‘Elke partij levert 25 procent van het materieel en van het personeel aan, en deelt voor een kwart in het resultaat. De specialistische activiteiten worden verdeeld over de partners. DEME is onder meer verantwoordelijk voor de baggerwerken en de droge grondwerken en levert specialisten voor het afzinken.’
‘Zeker op het vlak van afzinken hebben wij doorheen de jaren heel wat expertise opgebouwd’, bevestigt Ronny Simons. ‘Vergeleken met de partners staan we daar duidelijk het sterkst. Het is dan ook één van onze belangrijkste toegevoegde waarden binnen de joint venture. Daarnaast zijn er ook nog andere expertises nodig die we binnen DEME niet hebben, bijvoorbeeld wegeniswerken. De complementariteit van de verschillende partners is dus cruciaal binnen de samenwerking.
DEME-medewerkers zijn het dankzij hun vaak internationale carrière gewend om met andere culturen te werken.
De samenwerking voor de bouw van het Oosterweeltracé is evenwel niet alleen een kwestie van het samenbrengen van specialismen, ook van medewerkers. Dirk Defloor: ‘Bij zo’n groot project zijn al snel een vijfhonderdtal mensen betrokken. We willen liever niet al onze werkkrachten op één project inzetten. Dankzij het partnership kunnen we onze mensen spreiden, net als het materieel. We stellen evenwel vast dat DEME medewerkers een belangrijke troef in handen hebben: ze zijn het gewend om met andere culturen te werken. Dat hebben ze vaak te danken aan hun internationale carrière.
De Scheldetunnel die deel zal uitmaken van de Oosterweelverbinding is een zogenaamde afgezonken tunnel. Die wordt gerealiseerd door eerst verschillende betonnen tunnelelementen te bouwen in een bouwdok. ‘In het geval van de Scheldetunnel gaat het om acht stuks’, legt projectmanager Elke Rombaut uit. ‘Ze zijn elk 160 meter lang, 41 meter breed en ongeveer 10 meter hoog. Je kunt zo’n element vergelijken met een grote afgesloten schoendoos.’
‘De bouw van de tunnelelementen gebeurt in Zeebrugge. Daar is het uitgraven van het bouwdok bijna voltooid. Zodra de acht tunnelelementen er gefinaliseerd zijn, worden ze via de Schelde naar Antwerpen gesleept. Daar laten we ze elk apart in een gebaggerde sleuf afzinken. Om alle onderdelen op de juiste plaats te krijgen, zullen we in totaal 2,5 miljoen kubieke meter moeten baggeren. Na het afzinken maken we de elementen open en verbinden we ze met elkaar. Uiteraard komt er ook nog een aansluiting naar de beide oevers van de rivier.’
Het Oosterweelproject creëert veel werkgelegenheid. Op 22 april organiseert DEME dan ook een Career Day op het hoofdkantoor te Zwijndrecht. ‘Uiteenlopende profielen kunnen bij ons aan de slag’, zegt Ronny Simons. ‘We zoeken niet alleen maar ingenieurs: zij hebben immers ondersteuning nodig van bijvoorbeeld finance, IT en aankoop. Iedereen die de kans wil grijpen om samen met ons antwoorden te bieden op global challenges is welkom.’ ‘We verwelkomen zowel schoolverlaters als ervaren mensen’, vult Dirk Defloor aan. ‘Je moet natuurlijk openstaan om bij te leren. Een opleiding baggeren of afzinken bestaat niet, dus bij ons leer je dat vak on the job. Het is onze plicht om de carrière van collega’s levenslang te faciliteren. Daarom geven we niet enkel de kans om je volop te ontwikkelen in je huidige functie, maar ondersteunen we ook interne mobiliteit binnen onze multidisciplinaire groep.