In het gezelschap van reuzen: de eindbalans
Het officiële gedeelte van de economische hoogmis in Lindau zit er op. En net zoals in de katholieke leer is het tijd voor bezinning na deze overdaad aan academische wijsheid.
Het perfecte moment dus om de eindbalans op te maken van de voorbije dagen, waarbij ik meer Nobelprijswinnaars heb ontmoet dan ik ooit had kunnen dromen. Met de meeste waarmee ik wou spreken, is dat min of meer gelukt. Zeker naar het einde van de conferentie toe, was dat geen sinecure. 'De heren zien het zo niet meer zitten om interviews te geven', fluisterde een hostess me toe. 'Ze zijn allemaal zo moe na deze lastige dagen.'
Dat is natuurlijk ook logisch. De 76-jarige Edmund Phelps zag aan het eind van ons gesprek, dat volgde net na een paneldiscussie waar hij deel van uitmaakte, maar bleekjes. De 79-jarige Robert Mundell werd onmiddellijk na zijn interviewsessie weggeleid naar de taxi die hem naar zijn hotel zou brengen. Het zijn krasse knarren, maar de jaren vergen uiteindelijk toch van iedereen zijn tol, ook van reuzen.
Eindbalans
Maar goed, die eindbalans dus. Eerlijk gezegd was ik toch wat ontgoocheld in het gros van de uiteenzettingen vaak herkauwend, oninteressant of irrelevant.
De inhoudelijk interessantste sprekers waren net die Nobelprijswinnaars die in hun uiteenzetting grotendeels voorbij gingen aan technische en complexe modellen, en hun blik op de wereld wierpen.
Edmund Phelps had het over voorbijgestreefde dogma's en het gevaar dat belangengroepen en lobbyisten vormen voor een dynamische, gezonde economie. Ja, zelfs de Arabische Lente kwam er aan bod. 'Die jongeren drukten bij hun protest zo sterk hun wens uit naar die dingen waar ik al zoveel over geschreven heb, maar nu in mijn eigen land (de VS, red.) zo weinig zie: ondernemerszin, vrije keuze, eigen verantwoordelijkheid,...'
Joseph Stiglitz had het op zijn beurt over struisvogelbankieren, enorme fouten in de gangbare pre-crisismodellen ('In de macro-economische modellen die centrale banken gebruiken, is de banksector niet eens opgenomen. Hoe kan je dan een kredietcyclus ernstig beoordelen?'), financiële branddeuren die besmetting tussen zieke banken moeten vermijden, en een eerlijkere inkomensverdeling.
Robert Mundell analyseerde de oorzaken van de grote wisselkoersschommelingen van de voorbije jaren, en hoe de frustratie die veel wereldleiders daarover hebben, aangepakt kunnen worden.
Dat zijn het soort ideeën die het meest zijn blijven hangen. Alleen zullen misschien enkel de journalisten daar echt opgetogen over zijn. Dergelijk 'populistische' denkwerk wordt binnen het academisch milieu al snel opzij geschoven als 'niet ernstig'. Dat konden grote, literair-filosofische economen als John Kenneth Galbraith en Charles Kindleberger in hun tijd al beamen. En dat is jammer, want het betekent onvermijdelijk een verlies aan waardevolle ideeën en inzichten, zoals John Kay, columnist bij Financial Times in een uitstekend commentaar aanhaalt:
The generation of economists who followed John Maynard Keynes engaged in this ad hoc estimation when they tried to quantify one of the central concepts of his General Theory – the consumption function, which related aggregate spending in a period to current national income. Thus they tried to measure how much of a fiscal stimulus was spent – and the “multiplier” that resulted.
But you would not nowadays be able to publish similar work in a good economics journal. You would be told that your model was theoretically inadequate – it lacked rigour, failed to demonstrate consistency. To be “ad hoc” is a cardinal sin. Rigour and consistency are the two most powerful words in economics today.
Vernieuwers
Toch wil ik zeker niet te hard klinken wat de éminences grises betreft. Vernieuwende ideeën, dat is wat de economische wetenschap nu nodig heeft. En dan stel ik eerlijk gezegd meer hoop in die 373 jonge economen die op de conferentie aanwezig waren dan de zeer geleerde en geëerde laureaten. Je kan ook moeilijk verwachten dat enkele zeventigers en tachtigers tot het einde hunner dagen met de antwoorden op de vragen van deze tijd zullen komen.
Ik vraag me wel af welke richting het grensverleggend economisch onderzoek nu zal inslaan. Er was op het congres alvast een aparte sessie voor gedragseconomie, wat alvast veelbelovend klinkt.
Er moeten sowieso nieuwe paden betreden worden, nu de starre paradigma's zijn gesneuveld. Veel van de economische 'zekerheden' gingen door de crisis die in volle kracht uitbarstte na de val van zakenbank Lehman Brothers in september 2008 op de schop.
Het vaak wiskundig bijzonder complexe onderzoek bleek al te vaak mijlenver van de werkelijkheid te staan. En dat is zeker zo voor macro-economische modellen. Zij gaan er namelijk van uit dat de volledige economie bestaat uit ontelbare aan elkaar gelijk zijnde mensen: de homo economici.
Natuurlijk bestaat die niet in het echt, maar het achterliggende idee is dat dit de schonen, representatieve mens is. Maar dan wel met een met een bijzonder supertalent. Want deze mens is rationeel. Hij doet dus geen stomme dingen, en laat zich dus ook niet vangen aan bubbles. Daardoor hebben die macro-economische modellen het ook zo verdomd moeilijk met zeepbellen, die in de echte wereld natuurlijk wel (en maar al te vaak) voorvallen.
Voorspellen
Kay haalt nog een ander interessant pijnpunt in het economisch academisch onderzoek aan:
If you ask why economists persist in making predictions despite these difficulties, the answer is that few do. Yet that still leaves a vocal minority who have responded cynically to the insatiable public demand for forecasts. Mostly they are employed in the financial sector – for their entertainment value rather than their advice.
Persoonlijk deel ik die mening helemaal niet. Maar dat is natuurlijk de journalistieke aard van het beestje. Elke dag zit vol nieuwtjes en raadsels, en daar hoort ook een verklaring bij. Het blijft interessant om de ene te zien kristalliseren als de consensus, terwijl de andere genadeloos in duigen valt. Maar dat laatste is niet eens zo erg. Immers, zoals ik al eens betoogde, Het is heus geen schande om als strateeg je borst nat te maken en naast het zwembad te duiken.
Ook Joseph Stiglitz lijkt er zo over te denken. De topeconoom liet tijdens zijn toespraak optekenen dat 'de test van elke wetenschap de voorspelling is'.
Meest gelezen
- 1 Bonte, het oudste en enige riffelbedrijf van België, stopt ermee: ''Wat moeten wij nu doen?', vragen klanten'
- 2 Élodie Ouédraogo over het einde van Unrun: ‘Ik voelde zo veel schaamte, maar ook opluchting’
- 3 Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
- 4 Euroclear werd bijna voor 2 miljard euro opgelicht, maar parket weigert dat te onderzoeken
- 5 Weinig reden tot toosten bij champagnehuis Vranken-Pommery