België geeft 5,5 miljoen euro noodhulp aan Syrië

In Koeweit vond vandaag een internationale donorconferentie plaats om geld in te zamelen voor de burgeroorlog in Syrië. Op het einde van de conferentie bevestigde VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon dat alle landen en ngo's samen beloofd hebben 2,4 miljard dollar (1,7 miljard euro) over te maken. 

Dat is iets meer dan een derde van de 6,5 miljard dollar (4,7 miljoen euro) die de Verenigde Naties hoopte op te halen. Dat geld is volgens vice-secretaris-generaal Valerie Amos nodig om humanitaire steun te bieden aan 9,3 miljoen mensen. 

Op de lijst van donoren prijkt Koeweit helemaal bovenaan. Het gastland van de conferentie beloofde 500 miljoen dollar over te maken. Daarna volgt de Verenigde Staten (380 miljoen dollar), het Verenigd Koninkrijk (164 miljoen dollar), Japan (120 miljoen dollar) en Duitsland (110 miljoen dollar). 

Volgens documenten van de Verenigde Naties belooft de Belgische regering een som van 7,5 miljoen dollar aan noodhulp. Dat zou neerkomen op ongeveer 5,5 miljoen euro. Buitenlandse Zaken levert daarvan 800.000 euro, Ontwikkelingssamenwerking de rest.

De crisis in Syrië is een van de goede doelen waarvoor landen wereldwijd het makkelijkst de portefeuille opentrekken. Volgens gegevens van de Verenigde Naties haalden de lidstaten enkel meer geld binnen voor de tropische storm Haiyan op de Filipijnen. 

De Verenigde Naties hoopt dit jaar 6,5 miljard dollar binnen te halen voor Syrië. Daarvan wordt 2,27 miljard dollar echt als 'nodig' aanzien. De 2,4 miljard dollar die beloofd werd in Koeweit lijkt die behoefte dus in te vullen. Er is evenwel een groot verschil tussen effectieve stortingen en beloftes. De verhouding tussen effectieve stortingen en beloftes is 1 op 6.