Lalieux gaat voor eenmalige pensioenbonus tot 22.645 euro voor wie langer werkt

Met een stevig mediaoffensief in de Franstalige pers probeert federaal minister van Pensioenen Karine Lalieux woensdag het loopgravengevecht over de pensioenhervorming te doorbreken. Terwijl de liberalen hekelen dat ze niet met een ernstig plan komt om de vergrijzingskosten betaalbaar te maken, zegt Lalieux dat premier Alexander De Croo (Open VLD) haar plannen niet wil bespreken in de regering.

In Le Soir, de regionale SudPresse-kranten La Meuse, La Capitale, La Nouvelle Gazette, La Province en Nord-Eclair én op de RTBf-radio pakt ze daarom woensdag uit met een nieuw voorstel voor de pensioenbonus, het centrale deel van de hervorming. Die bonus moet mensen langer aan het werk houden. In België ligt de wettelijke pensioenleeftijd op 65 jaar, maar gemiddeld stoppen Belgen op iets meer dan 62 jaar met werken.

Lalieux stelt voor dat wie recht heeft op vervroegd pensioen maar alsnog aan de slag blijft een eenmalige kapitaaluitkering krijgt van 7.550 euro per gewerkt jaar, met een maximum van 22.645 euro voor drie extra gewerkte jaren. Dat moet de gepensioneerde het gevoel geven dat die laatste jaren een bonus hebben opgeleverd én goedkoper worden voor de schatkist.

Losse eindje

Het gaat om het belangrijkste losse eindje van de pensioenhervorming die Lalieux in juli voorstelde. Toen wilde ze per gewerkte extra dag het pensioen met 2 tot 3 euro verhogen. Dat levert de overheid kosten op die tot aan het overlijden van de gepensioneerde doorwerken. De pensioenbonus als eenmalig kapitaal uitbetalen zou de pensioenfactuur voor de overheid tegen 2070 met 0,05 procent van het bruto binnenlands product (bbp) verkleinen.

Lalieux benadrukt dat het voorstel in Spanje is ingevoerd en daar de steun kreeg van de Europese Commissie. Die discussie doet ertoe omdat de Commissie van België eist dat de pensioenen betaalbaarder worden voor de overheid. Net daarom kreeg het eerste plan van Lalieux een onvoldoende.

Als de pensioenkosten niet onder controle raken, houdt de Commissie een stuk van de beloofde 4,5 miljard euro relancegeld in. Over hoeveel België zou mislopen, is discussie ontstaan. Aanvankelijk werd gesproken over 850 miljoen euro, de PS verkleinde het tot 150 à 200 miljoen euro en het Rekenhof spreekt nu over mogelijk enkele tientallen miljoenen.

Conclaaf

Het voorstel van Lalieux zou de komende weken besproken worden in de regering. Het is tot nader order niet de bedoeling de discussie te koppelen aan de onderhandelingen over de fiscale hervorming in het regeringsconclaaf van 16, 17 en 18 juni. Al is de kans niet onbestaande dat het alsnog daarop uitdraait. De ambitie van Lalieux is dat de pensioenhervorming op 1 januari 2024 ingaat.

Belasting tweede pijler

Lalieux behoudt andere gevoelige delen van het plan. Ze is bereid te praten over de perequatie, het systeem waarbij het pensioen van gepensioneerde ambtenaren meestijgt met de opslag die nog werkende ambtenaren krijgen. Maar ze blijft er ook bij dat ze de hoogste 3 à 4 procent van de aanvullende pensioenkapitalen - de tweede pijler - extra wil belasten.

Dat ligt niet alleen gevoelig bij werknemers met zo'n pensioen en bij de bedrijven, maar ook bij de vakbonden. Die hebben in het recentste sociaal akkoord afgesproken met de werkgevers dat ze de komende jaren het liefst geen wijzigingen aan de fiscaliteit op die aanvullende bedrijfspensioenen zien. Lalieux zou de belasting daarom maar laten ingaan in 2028.

Vervroegd pensioen

Ook blijft Lalieux voorstander van het recht op vervroegd pensioen na een carrière van 42 jaar. Dat moet toelaten dat wie vanaf zijn 18de een zware job uitoefent en daardoor minder verwachtingen koestert op nog veel gezonde levensjaren, op zijn 60ste met pensioen kan.

Voorts blijft er discussie over de toegangsvoorwaarden tot het minimumpensioen van 1.500 euro per maand. In de minimumvereiste van 30 gewerkte jaren wil Lalieux ouderschaps-, zwangerschapsverlof en andere zorg laten meetellen als gewerkte jaren. Bezwaren daartegen omschrijft ze in de Sudpresse-kranten als 'geweld van rechtse partijen tegen vrouwen.'

Rechts geweld tegen vrouwen

Het blijft niet bij die ene uithaal. Lalieux zet zich in de Franstalige pers stevig af tegen de liberalen in de regering. 'Rechts laat altijd hetzelfde liedje horen. De pensioenen kosten te veel. Alleen hervormingen die werkenden pijn doen, kunnen de vergrijzingskosten in evenwicht brengen. Rechts wil geen solidariteit en verdedigt de rijken en de vermogenden.'

Ze zegt het beu te zijn dat de federale staatssecretaris voor Begroting - Alexia Bertrand (Open VLD) - blijft zeggen dat pensioenen te duur zijn. 'Het zijn de liberalen die met een taxshift een gat in de sociale bijdragen hebben geslagen en cadeaus aan bedrijven geven zonder werkgelegenheid in ruil. De rechtse partijen moeten ophouden met de bevolking ongerust te maken dat we de pensioenen niet kunnen betalen', zegt Lalieux.