Senior writer

De dalende populariteit van de dieselwagen is maar een bescheiden stap in de strijd tegen de milieuschade die het autoverkeer veroorzaakt.

Er komt vaart in de ontdieseling van het wagenpark in ons land. Van de in de eerste helft van het jaar verkochte auto’s waren er net iets meer dan een derde uitgerust met een dieselmotor. In 2011 was dat nog 75 procent. Bedrijven zijn wat trager met het afzweren van de diesel, maar 77 procent van de particulieren gaf de voorkeur aan een benzinewagen. Vlaanderen toont zich voorloper: daar koos in de eerste zes maanden van dit jaar slechts 12,5 procent van de particuliere kopers voor een diesel.

Particuliere kopers van elektrische wagens vormen voorlopig een nog erg klein clubje.

Daar zijn verscheidene redenen voor. Een eerste, belangrijke is dat het prijsvoordeel bijna volledig is verdwenen. Een dieseltankbeurt kost vandaag in België meer dan dezelfde tankbeurt met super 95-benzine. De jaarlijkse verkeersbelasting voor dieselwagens ligt in Vlaanderen gevoelig hoger dan die voor een vergelijkbare benzinemodel. En de restwaarde van een dieselwagen, voor wie hem tweedehands wil verkopen, is niet langer beduidend hoger dan die van de benzinevariant.

Advertentie

Een tweede reden is dat de reputatie van de dieselwagen beschadigd is door het gesjoemel van een aantal - vooral Duitse - constructeurs met de uitstoottests. Bovendien komen er almaar meer milieumaatregelen die diesels meer viseren dan benzinewagens. Denk aan de lage-emissiezones die in steden als Antwerpen en Brussel zijn ingevoerd. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft bovendien aangekondigd de dieselwagens tegen 2030 volledig te willen bannen uit de hoofdstad. Wie hardnekkig vasthoudt aan een dieselwagen, dreigt zijn mobiliteit dus steeds meer beknot te zien. Ook in Duitsland, waar de diesellobby erg sterk staat, discussieert de regering over maatregelen om de vervuiling door dieselwagens in de steden terug te dringen.

Door diesels in de ban te doen wordt één probleem alvast aangepakt: de uitstoot van fijnstof, een belangrijke oorzaak van de slechte luchtkwaliteit in steden en een oorzaak van infecties van de luchtwegen en van kanker. Maar er is ook een keerzijde: als benzinewagens de plaats van dieselwagens innemen, stijgt de uitstoot van koolstofdioxide, dat mee verantwoordelijk wordt gesteld voor de klimaatverandering. De ene kwaal wordt ingeruild voor een andere. Het is dus geen ontwikkeling die we op veel gejuich moeten onthalen.

De deels of volledige elektrische wagen biedt een beter antwoord op de vervuiling veroorzaakt door de uitlaatgassen van de diesel- en benzineauto’s. Maar de populariteit daarvan blijft voorlopig beperkt. In de eerste zes maanden van 2018 werden in ons land amper 1.705 elektrische wagens gekocht, goed voor een marktaandeel van ‘maar’ 0,51 procent. Marginaal dus. De particuliere kopers van elektrische wagens vormen een nog veel kleiner clubje: in de eerste helft van dit jaar waren ze maar met 264.

De ontdieseling van het wagenpark is een goede zaak, maar is slechts een bescheiden stap in de strijd tegen de uitlaatgassen van auto’s, het lawaai, files en verkeersslachtoffers. De totale autoverkoop neemt nog altijd toe. In de eerste helft van 2018 werden in België 331.369 nieuwe wagens ingeschreven, 3 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Er dient dus nog een lange weg te worden afgelegd.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Formateur Bart De Wever vindt het tijd om het landingsgestel uit te klappen.
Federale onderhandelingen: de landing is nog niet in zicht
Dat Bart De Wever (N-VA) teruggrijpt naar een taxcut in zijn nieuwe sociaaleconomische supernota, valt slecht bij Vooruit. Ook CD&V en Les Engagés vinden de verdeling van de inspanningen nog altijd onevenwichtig.
Gesponsorde inhoud