Advertentie

Houdt Amerika's beursmirakel stand onder Trump?

©Filip Ysenbaert

Na twee uitzonderlijk sterke beursjaren hangt er een stevig prijskaartje aan Amerikaanse aandelen. Zit er nog benzine in de tank, of staat die op ontploffen? Het antwoord hangt af van de onvoorspelbare president Donald Trump. Een ding is zeker: er wacht een woelige rit.

De beleggingswereld is in de ban van ‘exceptioneel’ Amerika. Ondanks de retoriek van Donald Trump, die het tijdens de verkiezingscampagne over ‘de slechtste economie ooit’ had, erft hij maandag bij zijn terugkeer naar het Witte Huis een Amerikaanse beurs en economie in blakende gezondheid. Beide steken de ogen uit van de rest van de wereld.

Vooral de Amerikaanse aandelenbeurs lijkt op een andere planeet te vertoeven. Na twee opeenvolgende jaren waarin de S&P500-aandelenindex telkens minstens 20 procent steeg - een prestatie die geleden was van eind de jaren 90 - is de waarderingskloof met Europese aandelen groter dan ooit.

Advertentie

In de MSCI-index die aandelen uit de hele wereld omvat, vertegenwoordigen de VS intussen liefst twee derde van de totale beurswaarde. Een belegger met een gespreide portefeuille die minder dan twee derde in de VS belegd is, speculeert dus op een afbrokkeling van Amerika’s exceptionalisme.

5%
stresserende rente
De tienjaarsrente in de VS tikte deze week 4,8 procent aan, dicht bij de symbolische grens van 5 procent die aandelenbeleggers bloednerveus maakt.

Speculeren tegen de VS is altijd risicovol, zoals de superbelegger Warren Buffett steevast beweert (‘wed nooit tegen de VS’). Toch rijst de vraag hoelang die Amerikaanse outperformance nog kan duren.

Temeer omdat een angstaanjagend groot deel van de superieure beursprestatie op de schouders rust van een select kransje bigtechbedrijven, de Magnificent Seven (Alphabet, Amazon, Apple, Meta, Microsoft, Nvidia, Tesla). Hun gezwollen beurswaarde weerspiegelt zich ook in de MSCI-wereldindex, waarin het zevental ruim 21 procent voor zijn rekening neemt.

Advertentie

Het zadelt de gediversifieerde wereldbelegger op met een dubbel concentratierisico: een grote blootstelling aan de VS, en binnen de VS een grote exposure tegenover big tech. Hoe gediversifieerd is dat nog?

Advertentie

Techdominantie

Dat de nervositeit over de techdominantie begint toe te nemen, blijkt uit de recordinstroom in een tracker - een beursgenoteerd indexfonds - die aan elk lid van de S&P500 een gelijk gewicht toekent. In de traditionele S&P500-index weegt elk lid mee in verhouding tot zijn beurswaarde, waardoor big tech iedereen in de schaduw stelt.

Niet zo in de Invesco S&P500 Equal Weight-tracker, die in het tweede semester van 2024 14,4 miljard dollar zag binnenstromen. Nochtans won die index vorig jaar slechts 11 procent, minder dan de helft van de 23,3 procent die de S&P500 dankzij zijn bovenmaats bigtechgeweld neerzette. De Equal Weight-index is dan ook een verzekering tegen big tech dat de rol lost, zonder de rest van de Amerikaanse beurs opzij te schuiven.

Toch oogt ook de rest van Wall Street prijzig na de aanhoudende instroom van beleggersgeld in 2024. Een recordbedrag van ruim 1.000 miljard dollar vloeide vorig jaar naar Amerikaanse aandelentrackers, ook uit de rest van de wereld.

Het resultaat is dat niet enkel de Amerikaanse techsector - met zijn exceptionele winstmarges - hoger gewaardeerd is dan vergelijkbare sectoren in het buitenland. In zowat alle sectoren zijn Amerikaanse aandelen duurder (volgens maatstaven zoals de koers-winstverhouding), zelfs als Europese aandelen het voorbije decennium een gelijkaardige winstgroei neerzetten.

Het zijn zulke signalen die hier en daar een zeepbelalarm doen afgaan. Zeker omdat ook de Amerikaanse obligatiemarkt zich vervaarlijk begint te roeren. Daar is de rente op tienjarig staatspapier sinds midden september met een vol procentpunt gestegen tot 4,6 procent. Eerder deze week tikte de rente zelfs 4,8 procent aan, dicht bij de symbolische 5 procent die aandelenbeleggers bloednerveus maakt.

Advertentie

Stijgende rente

Een stijgende rente biedt beleggers een aantrekkelijk alternatief in de vorm van staatspapier, dat minder risicovol is dan aandelen. Des te meer wanneer aandelen relatief duur zijn, wat hun stijgingspotentieel en rendement beperkt. Bovendien heeft die hogere rente een kostprijs voor bedrijven die zich moeten financieren, wat hun winsten drukt. Ook Amerikaanse gezinnen gaan eronder gebukt, via duurdere hypotheken of consumentenkredieten. Dat weegt op de bredere economie.

Net dat laatste maakt de rentestijging enerverend voor aandelenbeleggers. Als de hogere rente een blijvend bloeiende economie weerspiegelt - met een centrale bank die minder geneigd is verder in haar beleidsrente te knippen - is dat niet zo’n groot probleem voor aandelen, want dan is er het vooruitzicht op een mooie winstgroei. Maar wat als de rentestijging te wijten is aan de vrees voor heropflakkerende inflatie, een verder ontsporend begrotingstekort en grote beleidsonzekerheid?

Trumps inflatoire handelstarieven kunnen sneller dan gedacht tot een conflict met de centrale bank leiden. Zeker als die de rente weer moet optrekken.

George Saravelos
Strateeg Deutsche Bank

Enter Donald Trump. Aanvankelijk zorgde zijn verkiezingszege voor euforie op de beurs. Het vooruitzicht op belastingverlagingen en deregulering zou Amerika’s exceptionalisme een nieuwe adem bezorgen. Dat blijft mogelijk, maar intussen is er toch wat twijfel in de markten geslopen. De S&P500 noteert onder de toppen die in de nasleep van Trumps verkiezingsoverwinning bereikt werden.

De terugval is deels te verklaren door de onverwacht robuuste jobmarkt en het laatste, hardnekkige surplus aan inflatie boven de doelstelling van 2 procent. Het noopte de centrale bank (Fed) een pauze in te lassen in de renteverlagingen waarmee ze in september begonnen was. De marktverwachting is dat er in 2025 nog maar één renteverlaging met 25 basispunten volgt, veel minder dan enkele maanden geleden ingecalculeerd werd. Dat betekent een kopwind voor aandelen.

Maar er speelt ook een Trump-factor. De markt lijkt opnieuw op het inflatoire gevaar van Trumps beloofde handelstarieven te focussen. Zijn muur van importtarieven maakt goederen duurder in de VS. De lagere inkomens zouden daarbij proportioneel harder getroffen worden in hun koopkracht, net nu die groep consumenten tekenen van vermoeidheid begint te vertonen.

Advertentie

Enorme schuldenberg

Trumps belastingverlagingen dreigen olie op het inflatievuur te gooien. Bovendien veroorzaken ze groeiende zenuwachtigheid over Amerika’s enorme begrotingstekorten, dit jaar geraamd op ruim 7 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De schuldenberg zwelt zo razendsnel aan, met nieuwe schulden die steeds duurder worden nu de rente in de lift zit. Het reanimeert de beruchte obligatiewaakhonden op de markt, beleggers die hogere rentes eisen als de prijs voor budgettaire roekeloosheid.

Volgens Deutsche Bank-strateeg George Saravelos waren de tariefdreiging en de begrotingsbesognes de twee belangrijkste drijvers van de Amerikaanse markt de voorbije weken. Volgens hem prijst de rentemarkt momenteel ‘snelle maar gematigde’ handelstarieven in. Concreet: 5 procent importtarieven voor de hele wereld (tegenover de eerder beloofde 10 of 20 procent) en 20 procent voor China (tegenover 60 procent).

Voorlopig vormen de zeepbelroepers een kleine minderheid. Fondsbeheerder en columnist Ruchir Sharma is een uitgesproken uitzondering. Hij ontwaart niet minder dan ‘de moeder aller zeepbellen’ in de VS.

Al heerst er onzekerheid: Trump ontkende onlangs een nieuwsbericht dat hij voor gematigde tarieven zou opteren bij zijn terugkeer. Met zijn tarieven wil hij de industrie terughalen naar de VS, inkomsten creëren voor een belastingverlaging en andere landen in de pas laten lopen. Dat ze inflatoir riskeren te zijn, kan volgens Saravelos sneller dan gedacht tot een conflict tussen Trump en de Fed leiden. Zeker als de Fed zich genoopt ziet de rente weer op te trekken.

Waarmee de houdbaarheid van Amerika’s exceptionele beursrit opnieuw in beeld komt. Believers signaleren dat in het eerste jaar van Trumps eerste ambtstermijn, 2017, de S&P500 ruim 19 procent won. Een kunstje dat hij mogelijk kan herhalen bij zijn nieuwe start dit jaar.

Alleen is de context vandaag heel anders. Acht jaar geleden bedroeg de tienjaarsrente slechts 2,4 procent, de helft van nu, terwijl ook de inflatie laag was. De overheidsschuld was een stuk kleiner, wat een belastingverlaging van 1.500 miljard dollar in 2017 veel makkelijker maakte dan vandaag het geval zal zijn. En de S&P500 had er ook geen twee opeenvolgende monsterjaren op zitten (in 2015 was er zelfs een klein verlies).

Advertentie

Kortom: de economische omgeving is nu precairder en woeliger, nog los van Trumps chaotische impulsen. Dat zal zich volgens analisten ook vertalen in een woelig beursjaar waarin achter zowat elke hoek het gevaar loert.

Eerste, stevige test

Te beginnen met de winstcijfers die Amerikaanse bedrijven zullen publiceren. Nu Amerikaanse aandelen prijziger zijn geworden, is winstgroei meer dan ooit cruciaal om de rally gaande te houden. Dat betekent meteen dat de minste teleurstelling afgestraft dreigt te worden via een koersval.

Het Amerikaanse kwartaalseizoen dat net gestart is, met de cijfers over het vierde kwartaal van 2024, belooft alvast een eerste, stevige test te zijn. Analisten rekenen voor de S&P500 op een gemiddelde winstgroei van 12 procent tegenover vorig jaar, stelt de dataleverancier FactSet. Dat is de hoogste groei sinds het vierde kwartaal van 2021, zij het lager dan de 14,5 procent die eind september nog ingecalculeerd werd. De lat ligt dus hoog.

De cheerleaders wijzen op de hoge winstmarges van Amerikaanse bedrijven. Bijna een kwart van de 3.000 grootste bedrijven in de VS geniet een brutowinstmarge van minstens 60 procent, leert onderzoek van Trivariate Research. Een twintigtal jaar geleden kon maar 18 procent van de bedrijven zulke marges voorleggen. Meer ondernemingen hebben nu prijszettingsmacht, signaleren de hoge marges. Dat moet aanhoudende winstgroei mogelijk maken.

Of niet? Er is ook onderzoek dat wijst op de structurele rentedaling en de verlaagde bedrijfsbelastingen als de belangrijkste bronnen van de gestegen winstmarges in de VS de voorbije decennia. Nu de rente weer klimt, dreigt er margedruk.

0
EuFORIE op Wall Street
Geen enkele van de 19 marktstrategen die het nieuwsbureau Bloomberg opvolgt, denkt dat de S&P500 dit jaar zal dalen. Zo’n stalinistische consensus houdt gevaar in.

Artificiële intelligentie

Tenzij de brede verspreiding van toepassingen van artificiële intelligentie (AI) tot een productiviteitsboost kan leiden. Ook dat belooft dit jaar een thema te worden. Amerika’s hogere productiviteitsgroei in vergelijking met andere westerse economieën is een belangrijke verklaring voor diens exceptionalisme.

Terwijl Amerika’s arbeidsproductiviteit - wat de economie produceert per gewerkt uur - met 30 procent is gestegen sinds de financiële crisis van 2008, bleef het Europese cijfer steken op nog geen derde daarvan. De pandemie schudde de Amerikaanse arbeidsmarkt stevig door elkaar en deed werknemers verhuizen naar beter betaalde sectoren met productievere jobs. De vraag is of dat effect niet stilaan is uitgespeeld.

AI moet het stokje overnemen, al lijkt de boost daarvan zich voorlopig te beperken tot een kransje techreuzen dat volop investeert in AI-modellen. Beleggers malen er niet om: Amerika’s dominante positie in AI - mee mogelijk gemaakt door de innovatiekracht, de soepele regelgeving en de grote kapitaalmarkt van de VS - moet een vervolg helpen te breien aan zijn beursdominantie.

Die is trouwens al een hele tijd bezig. Zet je de S&P500 af tegenover de MSCI World-index, dan deden de VS het ruim zevenmaal beter dan de wereldindex sinds begin 1988.

Het belet niet dat de Amerikaanse beurs zichzelf voorbij kan hollen. Volgens diverse maatstaven heeft euforie zich meester gemaakt van Wall Street. Het sentiment is er opperbest. Iedereen wil mee op de trein springen. Zo leert een periodieke rondvraag van de Conference Board dat 56 procent van de Amerikanen gelooft dat aandelen de volgende 12 maanden zullen stijgen. Dat is met voorsprong het hoogste percentage sinds de onderzoeksinstelling in 1987 die vraag is beginnen te stellen.

Gevaarlijke kuddementaliteit

Het wijst op een gevaarlijke kuddementaliteit, ook bij wereldwijde fondsbeheerders overigens: die waren deze eeuw verhoudingsgewijs nooit meer belegd in de VS dan vandaag, toont een rondvraag van Bank of America. Nog eentje: geen enkele van de 19 marktstrategen die het nieuwsbureau Bloomberg opvolgt, denkt dat de S&P500 dit jaar zal dalen. Zo’n stalinistische consensus houdt gevaar in.

Advertentie

Zeker nu Amerikaanse aandelen volgens de veelgevolgde CAPE-ratio - die de koersen afzet tegen de gemiddelde bedrijfswinst van de voorbije tien jaar - zowat op zijn hoogste niveau ooit staat, de dotcomzeepbel uitgezonderd. Hoe hoger de CAPE, hoe meer beleggers betalen voor eenzelfde stukje winst van een bedrijf.

Het probleem met ongebreideld beursoptimisme is dat er beperkte brandstof rest om de koersen verder te stuwen. Iedereen die in het verhaal gelooft, zit al volop in de markt. Het betekent ook dat bij de minste twijfel een forse dreun dreigt als iedereen tegelijk naar de uitgang begint te rennen. Al kan dat gerust nog even duren. Begin 1999 waarschuwden analisten ook al dat Amerikaanse aandelen duur waren. Het weerhield de beurs er niet van fluks verder te klimmen dat jaar. De dotcomzeepbel knapte pas in 2000.

Voorlopig vormen de zeepbelroepers nog een kleine minderheid. Fondsbeheerder en columnist Ruchir Sharma is een uitgesproken uitzondering. Hij ontwaart niet minder dan ‘de moeder aller zeepbellen’ in de VS, met buitensporige begrotingstekorten die er de groei doperen.

Bovendien riskeert Wall Street volgens hem de groeilanden te destabiliseren door massaal geld aan te zuigen. Die landen moeten dan hun rente optrekken om hun munt te ondersteunen (die daalt als er geld wegvloeit), wat hun economieën zuurstof ontneemt. En dat op een moment dat China hen overspoelt met zijn gesubsidieerde productieoverschotten, wat groeilanden belet eigen industrieën uit de grond te stampen.

Als Trump zijn tarieven tegen China lanceert, zal Peking nóg meer moeten dumpen in de rest van de wereld. Zoals gezegd: het belooft een woelig jaar te worden.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Een vestiging van restaurantketen Lunch Garden.
Faillissement voor Lunch Garden en gedeeltelijke overname door CIM Capital
De noodlijdende restaurantketen Lunch Garden gaat het faillissement aanvragen, gevolgd door een gedeeltelijke overname door investeerder CIM Capital. Dat vernam de redactie.
Gesponsorde inhoud