Redacteur Politiek

We wisten al dat we de ‘gratis’ Facebook-diensten betalen met onze privacy. Maar we moeten ook beseffen dat de ongeschreven spelregels van het publieke debat en de democratie kwetsbaarder worden.

Facebook incasseerde gisteren op Wall Street de grootste klap in jaren omdat het businessmodel van de sociaalnetwerksite frontaal botst met de spelregels van de democratie. De persoonlijke data van miljoenen mensen zijn op slinkse wijze verzameld om Donald Trump te helpen president van de VS te worden. Via een quiz over je persoonlijkheid kreeg een prof zeer persoonlijke data van 270.000 mensen én hun vrienden, wat tot info over 50 miljoen mensen leidde. Die inlichtingen werden doorgespeeld aan het Britse onderzoekskantoor Cambridge Analytica, dat ze gebruikte om de machine van de Trump-campagne sneller te doen draaien.

De politieke wereld reageerde gisteren woest. Zowel Republikeinse als Democratische Amerikaanse parlementsleden vragen dat Facebook-CEO Mark Zuckerberg zich komt verantwoorden. De Britse overheid is een onderzoek gestart. Het doet vermoeden dat meer ­regulering op komst is die zand in de advertentiemachine zal strooien, wat de koersval op de beurs verklaart.

Advertentie

De vraag naar nieuwe, striktere en betere regels is terecht. In een democratie mag je verwachten dat burgers op een neutraal publiek ­forum kunnen samenkomen om zich uit te spreken over het bestuur van hun land. Maar Facebook heeft dat debat deels geprivatiseerd omdat het een monopolist in persoonlijke data is geworden. We omschrijven Facebook doorgaans als een sociaal netwerk waar je met vrienden connecteert, maar samen met Google en Amazon is het het machtigste micromarketingbedrijf geworden dat de wereld ooit heeft gekend.

We omschrijven Facebook doorgaans als een ­sociaal netwerk, maar het is ook het machtigste ­micromarketing­-bedrijf ter wereld geworden.

Facebook slaagde er voor het eerst in te bewerkstelligen dat we onder onze ware identiteit gingen surfen. Omdat veel apps toelaten via Facebook in te loggen is het zelfs voor sommigen de belangrijkste toegangspoort tot het internet. Sinds Facebook de dreiging van Twitter vreesde, dat het publieke debat naar zich toe trok, is het bovendien ook een van de belangrijkste toegangspoorten tot de media geworden.

Met die macht komen verantwoordelijkheden. Want de impact - via nepnieuws, Russische beïnvloeding en nu ook datadiefstal - op de Amerikaanse verkiezingen is ernstig. En daar stopt het niet. Ook over de brexitcampagne van 2016 en de Franse en Nederlandse verkiezingen van 2017 bestaan grote zorgen dat de campagne via sociale media werd verstoord. Op de website van Cambridge Analytics claimt het bedrijf dat het ook expertise heeft opgebouwd in de Italiaanse verkiezingen van eerder deze maand.

Voor zover we weten, is de impact op de Belgische politiek nog niet zo verstorend als in de VS. Maar de tijd van techno-optimisme en naïviteit is voorbij. We wisten al dat hoe meer data we laten rondslingeren, hoe meer privacy we opgeven. Als het product gratis is, ben jij het product. Nu weten we ook dat we de ongeschreven spelregels van de democratie en het publieke debat hebben laten veranderen op een verstrekkende manier die we nog onvoldoende begrijpen. Dat in mei nieuwe Europese regelgeving - GDPR - daarover in werking treedt, is goed nieuws. Maar ze vormt maar de eerste stap in een lange zoektocht.

Advertentie
Gesponsorde inhoud