Advertentie

<B>Pigment</B>: Het goede doel

(tijd) - Miljoenendonaties van sporters en bonden, benefieten allerhande, een oproep aan de sportleiders aller landen om zich te verenigen. De internationale sportwereld mobiliseert massaal ten voordele van de slachtoffers van de allesverwoestende tsoenami's die op 26 december de kusten van Azië en Afrika teisterde. Uniek in de sportgeschiedenis. Maar wel de voortzetting van een trend die ontstond in de jaren negentig van de vorige eeuw.

Bob Geldof schreef op 13 juli 1985 geschiedenis door de wereld van de populaire muziek een geweten te schoppen met Live Aid, een benefiet aan beide zijden van de Atlantische Oceaan ten voordele van de slachtoffers van de hongersnood in Ethiopië. Live Aid heeft zich sindsdien in het collectieve geheugen genesteld, niet alleen bij muziekliefhebbers.

De internationale sportwereld ontbeert een dergelijk ijkpunt. Integendeel, de sportbeelden die op het netvlies van niet-sportliefhebbers staan gegrift, doen vaker denken aan de donkere zijde van de maatschappij: het Heizeldrama, ook al daterend uit 1985, waarbij 39 dodelijke slachtoffers vielen onder de aanhang van voetbalclub Juventus Turijn, of de moord van Palestijnse terroristen op twee Israëlische atleten tijdens de Olympische Spelen van München in 1972.

Advertentie

De ondertussen legendarische woorden van toenmalig IOC-voorzitter Avery Brundage, 'The Games must go on', staan voor velen nog steeds symbool voor de cynische, harde wereld van de topsport, waarin geen plaats is voor mededogen of een greintje menslievendheid.

Sinds de natuurramp van 26 december vorig jaar, is in de internationale sportwereld een nooit eerder geziene golf van solidariteit met de slachtoffers op gang gekomen. De Duitse Formule 1-kampioen Michael Schumacher spant de kroon met een donatie van 10 miljoen dollar (7,6 miljoen euro), zowat alle internationale en nationale sportfederaties storten geld, organiseren benefieten of houden veilingen van sportmemorabilia om geld in te zamelen. Sommige sporters koppelen hun inzet voor het goede doel aan hun prestatie: de Duitse tennisser Nicolas Kiefer maakte bekend dat hij tijdens de drie Australische toernooien in januari 100 dollar doneert voor iedere ace die hij slaat. Gisteren stond zijn teller op zes.

Opmerkelijk was de oproep van de Franse sportkrant L'Equipe aan de leiders van de belangrijkste sportorganisaties om een rondetafelconferentie te organiseren. L'Equipe wil dat mensen als Joseph Blatter, de voorzitter van de wereldvoetbalbond FIFA, Formule 1-baas Bernie Ecclestone, NBA-topman David Stern en Mark Miles, algemeen directeur van het mannelijk proftenniscircuit ATP, een gemeenschappelijke strategie uitwerken om de getroffen gebieden te helpen met de heropbouw. Het voorstel van L'Equipe kreeg al de enthousiaste steun van Jacques Rogge, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC).

De grootste natuurramp aller tijden lijkt de sportwereld voor het eerst aan te zetten tot massale solidariteit. 'Een goede zaak. Want sport is een enorme sociale beweging, zowel letterlijk als figuurlijk. Er zijn wereldwijd 850 miljoen sporters, van wie 99 procent amateurs. In de Europese Unie zijn 750.000 sportclubs, samen goed voor 150 miljoen leden. Sport is de grootste massabeweging ter wereld, met meer vrijwilligers dan gelijk welke religie. Het is een schitterend breekijzer wegens dat gigantische draagvlak. Alleen staat de sportwereld daar zelf te weinig bij stil', zegt Jeroen Scheerder, verbonden aan de KULeuven en auteur van het zopas verschenen boek 'Spelen op het Middenveld', over de functie van sport als sociale motor voor de samenleving.

'Sport wordt wel vaak gebruikt om een boodschap te benadrukken. Denk maar aan sponsoring. Organisaties als Vredeseilanden of Artsen Zonder Grenzen hebben sinds het eind van de jaren tachtig de sport op die manier ontdekt, bijvoorbeeld met sponsorlopen. Artsen Zonder Grenzen organiseert ook nu weer een loopwedstrijd ten voordele van de slachtoffers van de tsoenami's. Ook beleidsmensen gebruiken de sport, omdat die een bijdrage kan leveren tot sociale cohesie en interculturele dialoog. 2004 was het Europees Jaar van de Opvoeding door Sport, 2005 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Jaar van de Sport en de Lichamelijke Opvoeding.'

'Het is uiteraard positief dat de sportwereld deelneemt aan de wereldwijde solidariteit die is ontstaan na 26 december. In die zin is de sport hier echt een spiegel van de maatschappij. De voornaamste kritiek is wel dat het weinig gestructureerd is. Er bestaan wel waardevolle, structurele projecten, maar te weinig. Het zou bijvoorbeeld geen kwaad kunnen om een jaarlijkse sportdag voor de solidariteit te organiseren. Daarvoor kunnen de sportwereld en de niet-gouvernementele organisaties de handen in elkaar slaan, met de topsporters in een duidelijke voortrekkersrol', hoopt Scheerder. 'Als de sport de solidariteit in een vaste vorm kan gieten, krijg je een veel krachtiger signaal.'

Advertentie

'Je ziet bovendien dat de sportverenigingen met een duidelijke structurele solidariteitswerking ook nu weer de eerste waren om te reageren', zegt publicist Raf Willems, de auteur van het boek 'Kan voetbal de wereld redden?'.

'Voetbalclubs met een rijke traditie op dat vlak, zoals Manchester United, Liverpool en Celtic Glasgow, hebben meteen geld vrijgemaakt en hun achterban warm gemaakt om acties te ondernemen voor de slachtoffers van de ramp. Manchester United is in samenwerking met Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, al enkele jaren actief in de betrokken regio. Het investeerde er de afgelopen vijf jaar 2 miljoen euro. Nu gaf de club onmiddellijk 30.000 pond (43.000 euro), en de spelers deden er nog eens hetzelfde bedrag bovenop.'

Tal van Britse voetbalclubs hebben het afgelopen decennium hun sociale rol ontdekt dankzij het project 'Football in the Community'. 'De aandachtspunten zijn de strijd tegen discriminatie, de strijd voor de gelijkheid van vrouwen en minderheden, en de solidariteit met de minderbedeelden in de eigen regio en de derde wereld', verduidelijkt Willems.

Ook individuele sporters en ex-sporters als Johan-Olav Koss, George Weah, Clarence Seedorf, Ayrton Senna, Richard Krajicek, Gustavo Kuerten en Johan Cruijff hebben stichtingen opgezet om de solidariteit te promoten.

De Johan Cruijjf Foundation is al bezig met projecten voor kinderen in Sri Lanka, India en Indonesië. Cruijff wil daarop voortborduren op lange termijn. 'We bekijken nu hoe we de kinderen die zo'n trauma meemaakten, weer aan de gang kunnen krijgen. Het allerergste van elke ramp is namelijk, dat als de volgende komt, de vorige weer wordt vergeten. Vooral dat mag straks niet gebeuren', schrijft Cruijff in zijn nieuwsbrief.

'Cruijff heeft groot gelijk. Alle beetjes helpen uiteraard', zegt Willems, 'maar de grote kracht van de beweging uit het voorgaande decennium is de structuur die erachter zit. Sport is entertainment, maar staat ook voor levenskwaliteit, sociale bewogenheid en solidariteit. In ons land wordt sport nog al te vaak herleid tot entertainment en commercie, en dat is een spijtige zaak. De voetbalbond gaf enkele goede aanzetten, maar blijkbaar zijn onze clubleiders nog niet toe aan solidariteit', betreurt Willems.

De Belgische Voetbalbond voerde de afgelopen jaren acties tegen het racisme, organiseerde voetbalwedstrijden in gevangenissen en pleintjesvoetbal in kansarme wijken van onze grootste steden, in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting. Naar aanleiding van de tsoenamiramp maakte de voetbalbond 25.000 euro over op de rekening van SOS Kinderdorpen.

Het grootste structurele sociale project van de voetbalfederatie loopt al sinds 1986 in de Mexicaanse industriestad Toluca. De Rode Duivels leverden er met een vierde plaats hun beste prestatie op een wereldbeker voetbal. Getroffen door de armoede in hun uitvalsbasis beslisten Jan Ceulemans, Eric Gerets en Jean-Marie Pfaff en co om iets terug te doen voor de lokale bevolking. Het werd Casa Hogar, een home voor wezen en verwaarloosde kinderen.

'Het project loopt nog altijd', zegt Jan Peeters, de voorzitter van de voetbalbond. 'Ieder jaar kunnen er 24 kinderen terecht, van hele kleintjes tot 18-jarigen. Ze worden er opgevangen en voorbereid op een zelfstandig leven. Bovendien hebben we het project een jaar of zeven geleden uitgebreid naar de buitenwijken. Daar hebben we nu vijf bibliotheken die zijn uitgegroeid tot sociale ontmoetingscentra, waar mensen kunnen leren lezen, omgaan met de computer, enzovoort. We hebben voor Casa Hogar een aparte VZW opgericht, die naast de steun van de voetbalbond ook giften ontvangt van personen en bedrijven. Het komt er eigenlijk op neer dat we ieder jaar de facturen betalen van Casa Hogar. Dat loopt toch op tot ongeveer 150.000 euro per jaar.'

Toch komt de voetbalbond slechts sporadisch naar buiten met dit unieke project. Waarom wordt er niet meer ruchtbaarheid aan gegeven, om mensen aan te zetten mee de schouders te zetten onder het goede doel? 'Ach, meneer,' zucht Peeters, 'we hebben ooit eens een voorstelling gegeven van onze sociale projecten aan uw collega's van de voetbalpers. We kregen uiteindelijk meer kritiek dan iets anders. We konden ons geld beter besteden, was de teneur. Dus doen we nu maar in stilte verder.' Dirk VANDENBERGHE

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Iedereen een hoger diploma? 'Wat is er mis met een geweldige stielman?'
Omdat te weinig bso-leerlingen slagen in het hoger onderwijs, coacht de Karel de Grote Hogeschool vanaf dit schooljaar beroepsscholieren naar een bacheloropleiding. Maar is al dat verder studeren wel nodig nu de arbeidsmarkt smeekt om vakmensen? ‘We moeten af van het idee dat de enige weg naar succes via een diploma hoger onderwijs loopt.’
Gesponsorde inhoud