Voor rechters is menselijke waardigheid gelukkig wel van tel

Politicoloog

Dat de Raad van State de hervorming van de zorgbudgetten gedeeltelijk heeft vernietigd is een goede zaak. De grondwet beschermt de kwetsbaarsten onder ons, schrijft Fouad Gandoul.

De laatste, weliswaar onvolmaakte, verdedigingslijn tegen asociaal beleid is artikel 23 van de grondwet. Dat bleek deze week nog eens toen de Raad van State de hervorming van de Vlaamse zorgbudgetten gedeeltelijk vernietigde. Een zoveelste blamage voor de Vlaamse regering, die na het fiasco van het nieuwe vervoersplan van De Lijn een pijnlijk begin van het jaar achter de rug heeft.

Met een zorgbudget kunnen personen met een handicap zelf hun zorg organiseren, in plaats van een beroep te doen op een voorziening. Een herziening uit 2020 moest de zorgbudgetten nauwer bij de zorgvraag doen aansluiten. Volgens Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) leverde dat voor het gros van de betrokkenen een hoger budget op, maar anderen zagen het bedrag net dalen.

Advertentie

Artikel 23 is het eerste en enige artikel in onze grondwet dat het recht op een menswaardig leven garandeert, zegt Marie-Françoise Rigaux, emeritus van het Grondwettelijk Hof en de Université Saint-Louis. Volgens het artikel moet een reeks economische, sociale en culturele mensenrechten maximaal gevrijwaard worden. Het standstill-beginsel, dat impliciet in artikel 23 vervat zit, stelt concreet dat het niveau van sociale bescherming door bestaande wetgeving niet ingrijpend mag afnemen zonder een ernstige motivatie van een dwingend algemeen belang.

Door de hervorming gingen de zorgbudgetten van alle personen met een aanvraag van voor 17 maart 2020 er systematisch op achteruit, met 615 tot 10.262 euro per jaar. Omdat dat voor die kwetsbare groep nergens gemotiveerd werd door een dringend algemeen belang vernietigde de Raad van State de hervorming uit 2021 retroactief.

Ongeoorloofde inmenging

Zowel Open VLD als de N-VA heeft het standstill-beginsel – niet voor het eerst - geframed als een ongeoorloofde inmenging van de rechterlijke macht in het politieke beleid. Die onterechte aanval doet afbreuk aan het recht van elke burger op een waardig leven. De opdracht om elk individu een leven in waardigheid maximaal te garanderen rust op alle autoriteiten, dus ook op de rechterlijke macht. Nog een geluk voor mensen met een handicap dat de menselijke waardigheid voor de Raad van State juridisch een essentieel concept is.

De opdracht om elk individu een leven in waardigheid maximaal te garanderen rust op alle autoriteiten, dus ook op de rechterlijke macht.

Artikel 23 vindt zijn oorsprong in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948. Voor een vertaling naar het Belgische recht was het wachten tot de jaren 80 en 90. Pas in 1994 werden de sociale, economische en culturele mensenrechten verankerd in de grondwet. Dat wordt gezien als een belangrijke stap in de strijd tegen armoede.

In de rechtsleer leeft de opvatting dat rechtstreeks afdwingbare afweerrechten zoals burgerlijke en politieke rechten wezenlijk verschillen van sociale, economische en culturele rechten. Die laatste veronderstellen een prestatieplicht van de bevoegde overheid en zouden dus niet rechtstreeks afdwingbaar zijn. Die opvatting is volgens Frédéric Vanneste, eerste auditeur bij de Raad van State, evenwel achterhaald: de Verklaring van Wenen van de VN legde in 1993 vast dat mensenrechten ondeelbaar en onderling afhankelijk zijn.

Advertentie

Artikel 23 beschouwt dus de menselijke waardigheid als een juridische toetssteen voor de bescherming van de kwetsbaarsten onder ons. Dat kan perfect op een objectieve wijze gebeuren zonder dat de rechterlijke macht daarmee haar boekje te buiten gaat. Je zou verwachten dat democraten dat net toejuichen in plaats van het in vraag te stellen. En dat ze beseffen dat mensen met een handicap en hun naasten ook stemrecht hebben.

Advertentie
Gesponsorde inhoud