State of the Union | Is Biden een Carter of een Reagan?

hoogleraar internationale politieke economie aan de Johns Hopkins Universiteit in Washington, DC.

De Amerikaanse president Joe Biden wordt al eens vergeleken met Jimmy Carter. Maar hij kan ook een Ronald Reagan worden, schrijft Matthias Matthijs vanuit Washington in de nieuwe tweewekelijkse column State of the Union.

Zowat elke nieuwe bewoner van het Witte Huis heeft een voorganger als idool. Joe Bidens grote voorbeeld is Franklin Delano Roosevelt, de Democraat die tijdens de Grote Depressie in de jaren 30 de regels van het Amerikaanse kapitalisme herschreef met zijn progressieve New Deal-wetgeving.

Barack Obama zocht inspiratie bij Abraham Lincoln, de eerlijke Republikein die na de Amerikaanse Burgeroorlog in 1865 de slavernij afschafte en het als zijn taak zag een gebroken natie te genezen.

State of the Union

In de nieuwe tweewekelijkse column State of the Union peilt Matthias Matthijs vanuit Washington DC de stemming in de VS.

Donald Trump vergeleek zich dikwijls met Andrew Jackson, de zevende president van Amerika, een stoere populist die in 1829 aan de macht kwam door zich aan te prijzen als de directe vertegenwoordiger van ‘het gewone volk’, dat systematisch werd belazerd door de politieke elite. Jackson was ook de president die beroemd werd voor het ‘pad der tranen’, de dodelijke route waarop inheemse Amerikanen werden gedwongen toen ze van hun voorvaderlijk land werden verdreven.

Met welke voorganger kunnen we Biden vandaag het beste vergelijken? Meerdere analisten in Washington vinden dat er opvallende overeenkomsten zijn met Jimmy Carter in 1980. Net als Biden was Carter helemaal niet populair bij een groot deel van de bevolking. De inflatie was hoog, mee gedreven door de stijgende olieprijzen na een nieuw conflict in het Midden-Oosten. De Sovjet-Unie van Leonid Brezjnev was in 1979 het buurland Afghanistan militair binnengevallen, en de Amerikanen gaven een pak financiële steun aan de Afghaanse moedjahedien in hun verzet tegen Moskou. Economisch sprak Carter zelfs van een ‘malaise’ in de Verenigde Staten.

Carters Republikeinse tegenstander was een populist, die zijn campagnespeeches dikwijls eindigde met de zin ‘Let’s make America great again!’ Ronald Reagan won uiteindelijk de verkiezingen gemakkelijk in 1980. Carter wordt nog altijd beschouwd als een relatief zwakke eentermijnpresident, die door een gebrek aan nieuwe ideeën de gestage achteruitgang van Amerika op buitenlands noch binnenlands vlak kon stuiten.

Maar evengoed kunnen we Biden vergelijken met Ronald Reagan in 1984. Velen zijn het misschien vergeten, maar net als zijn conservatieve Britse evenknie Margaret Thatcher was Reagan de eerste jaren aan de macht helemaal niet populair. Er ging behoorlijk wat tijd overheen voor Reagans en Thatchers nieuwe economische recepten - die bestonden uit deregulering, privatisering, hoge intresten en belastingverlagingen - resultaten als lagere inflatie en lagere werkloosheid opleverden.

De campagnevideo van Ronald Reagan: 'It's morning again in America.'

In 1983 keurde meer dan 50 procent van de Amerikanen het beleid van Reagan nog af. Maar tegen de zomer van 1984 begonnen velen van hen de verbetering van de economie ook in hun portemonnee te voelen. ‘It’s morning again in America!’, verklaarde een optimistische Reagan, die op een verpletterende overwinning afstevende. De Democraat Walter Mondale kon alleen in zijn eigen thuisstaat Minnesota winnen. Reagan haalde de andere 49 staten binnen.

In de veel sterker gepolariseerde VS van vandaag is zo’n overwinning uitgesloten. Zowel Trump als Biden is al in twintig staten zeker van winst: Trump in Texas en Florida, Biden in New York en Californië, enzovoort. Wie in november wint, zal afhangen van de kiezersopkomst, van het enthousiasme bij de Democratische of Republikeinse achterban, en van hoe onafhankelijken in een zestal staten stemmen.

Advertentie

Alle peilingen en nostradamussen die zeker zijn van winst voor Trump gaan ervan uit dat de aanhoudende sterke groei van de Amerikaanse economie zich niet zal vertalen in hoger vertrouwen van de gemiddelde consument. Maar de campagne is pas begonnen. Biden heeft nog bijna negen maanden tijd om zijn beleid te verdedigen en de Republikeinen die Nikki Haley boven Trump verkozen ervan te overtuigen dat een stem voor Trump een gevaarlijke sprong in het onbekende is. Een hoogstaande campagne wordt het zeker niet.

In State of the Union peilt Matthias Matthijs de stemming in de VS vanuit Washington DC.

Advertentie
Gesponsorde inhoud