Oude principes en geldgebrek staan nieuwe EU in de weg

Hoofdeconoom ING Duitsland

Aan leiderschap heeft Duitsland opeens geen gebrek. Tenzij het op de economie aankomt, schrijft Carsten Brzeski.

Wer bei mir Führung bestellt, bekommt sie auch. Wie bij mij leiderschap bestelt, kan het krijgen. De uitspraak wordt aan bondskanselier Olaf Scholz toegeschreven, toen hij nog burgemeester van Hamburg was. Sinds enkele weken lijkt de spreuk in de Duitse regering van Scholz rond te waren. Aan leiderschap is opeens geen gebrek.

De eerste leider is Robert Habeck, de uit de as herrezen topman van de groenen. In een videoboodschap nam hij in niet mis te verstane bewoordingen stelling tegen antisemitisme en tegen aanslagen op Joodse instellingen en burgers. Als eerste in de Duitse regering benadrukte Habeck de historische verplichting van Duitsland. De minister van Economische Zaken dus, niet de bondskanselier of de president. Zelfs Bild Zeitung prees Habeck ervoor.

Advertentie

Christian Lindner, minister van Financiën en baas van de liberale FDP, stond als tweede leider op. Hij moest de onrust in zijn partij beteugelen na de bar slechte verkiezingsresultaten van een maand geleden. Vorige week nog eisten meerdere partijgenoten dat de FDP zich terugtrekt uit de regering. Lindner verzette zich daartegen. Uit eigenbelang of uit overtuiging, dat blijft zijn geheim.

De drijvende kracht in de regering-Scholz blijven de omstandigheden, en niet de eigen visie voor Duitsland.

De derde leider is en blijft Olaf Scholz. Onder zijn leiding kwam het kabinet deze week, samen met de deelstaten, met een antwoord op de toenemende onrust over migratie: meer grenscontroles en toelages voor vluchtelingen die niet contant maar op een betaalkaart worden uitbetaald. Migratie stond vooral door het succes van de AfD weer bovenaan op de agenda. Of de nieuwe maatregelen AfD-kiezers overtuigen, blijft de vraag. 

De drijvende kracht in de regering-Scholz, die inmiddels bijna twee jaar onderweg is, blijven evenwel de omstandigheden, en niet de eigen visie voor Duitsland. Door de nadagen van de pandemie, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, het kruitvat Israël-Palestina en de explosieve aanwas van de AfD was er nog niet veel tijd, ruimte of kracht om toekomstvisies uit te voeren.

En terwijl de (zelfgekroonde) leiders weer meer van zich laten horen, negeren ze allemaal een belangrijk onderwerp: de economie. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne is de economie maar twee van de zes kwartalen gegroeid. Pas in 2025, zo is de verwachting, zal ze weer op het niveau van begin 2022 zijn. De Duitse regering blijft de ernst van de situatie onderschatten en lijkt te hopen op een miraculeus herstel, dat er zonder proactief beleid evenwel niet zal komen.

Duitsland houdt van leiders, maar als de economie wordt genegeerd, zal geen van die leiders, hoe eloquent of begiftigd met historisch besef ook, hoge ogen gooien bij de verkiezingen over twee jaar.

Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud