Het ironische van de ironie

Professor bedrijfspsychologie aan King’s College London

Niet zozeer de brexit, maar de voetballer Raheem Sterling domineerde de voorbije week de Britse kranten. Na een brutaal racistisch incident beschuldigde hij de Britse tabloids ervan racisme mee in de hand te werken. Ook in België is enige bezinning op zijn plaats.

‘De zieken pakt ze alles af om het aan de makakken te geven. Strontwijf.’ Het spijt me dat ik dit letterlijk citeer, maar ik wil de hardheid van zo’n bericht laten doordringen. We weten al lang dat de commentaren op sociale media geen fijnbesnaarde literatuur zijn. Racistische uitspraken schijnen er een constante en we kiezen ervoor te doen alsof ze niet bestaan. Het citaat is een niet eens anonieme reactie op Facebook onder het bericht dat Maggie De Block opnieuw minister van Asiel en Migratie wordt. Die reactie kreeg meer dan 1.000 likes.

Ondanks mijn vertrouwdheid met het fenomeen ben ik daar een nacht ziek van geweest. De kreten zitten niet verscholen in geheime groepen of zo. Ze staan er open en bloot, met naam en toenaam.

Advertentie

‘De zieken pakt ze alles af om het aan de makakken te geven. Strontwijf.’ Het spijt me dat ik dit letterlijk citeer, maar ik wil de hardheid van zo’n bericht laten doordringen.

Manchester City-spits Raheem Sterling werd vorige week persoonlijk aangepakt tijdens een voetbalwedstrijd. Een volwassen, netjes geklede Chelsea-supporter schreeuwt compleet door het dolle heen: ‘you fucking black cunt’. Opnieuw, laten we de hardheid niet verbloemen. De man werd opgepakt door de politie. Hij beweert geen racist te zijn, ontkent de specifieke woorden maar zegt zich ontzettend te schamen.

Sterling zelf reageerde schouderophalend. Hij is het gewoon. Op zondagmorgen postte hij een verklaring op Instagram. Hij wijst naar de manier waarop Britse media over zwarte voetballers berichten, de woorden die ze gebruiken, de verhalen die ze kiezen en hoe die racisme aanwakkeren.

Ook de ongemeen scherpe woorden en beelden waarmee politici en opiniemakers elkaar online bekampen zijn niet onschuldig. Mijn vaststelling is niet nieuw. Schouderophalen zal mijn deel zijn. Toch wil ik naïef oproepen even te reflecteren en de toon te matigen.

Ook de ongemeen scherpe woorden en beelden waarmee politici en opiniemakers elkaar online bekampen zijn niet onschuldig.

Eerlijk, ik ben ervan overtuigd dat geen enkele politicus zelf racistisch denkt. Integendeel, alle politici die ik ontmoet, blijken warme, hartelijke mensen met veel inlevingsvermogen. Zo’n persoonlijke ontmoetingen zijn vaak moeilijk te verzoenen met de hardheid waarmee diezelfde personen op sociale media tekeergaan. Een dag na hun aanvaring in de media blinken Maggie De Block en Theo Francken alweer samen op de foto als goede vrienden.

Commentatoren zeggen dat je het dan ook allemaal niet zo serieus moet nemen. Strategische communicatie en framing behoren nu eenmaal tot het politiek spel. Het onderscheid tussen tactiek en oprechte overtuiging is echter moeilijk te maken. Ik zie het soms ook niet meer. De racistische kreten die volgen op de online schermutselingen zijn in elk geval realiteit.

De grote schrijver Gerard Reve sloot in 1975 een optreden in Kortrijk af met een provocerend ‘Ons land voor ons. Op naar de Blanke Macht!’ Hij was niet aan zijn proefstuk toe. Hij schreef ook aan zijn collega Simon Carmiggelt dat we die Surinamers best ‘allemaal met een zak vol spiegeltjes en kralen op de tjoeki tjoeki stoomboot kunnen zetten, enkele reis Takki Takki Oerwoud’.

Advertentie

Dat was allemaal maar ironie en performance, stelde Gerard Reve. Hij was toch geen racist, integendeel. Hij gebruikte een stijlfiguur die je niet letterlijk moest nemen, dat moest toch duidelijk zijn.

Het publiek opzwepen en de hijgerige vragen van journalisten over wie de perceptieoorlog nu gewonnen heeft, zijn een van de kwalijkste fenomenen van de hedendaagse politiek.

Die andere grote schrijver, Harry Mulisch, reageerde op die uitleg met een vlijmscherp pamflet ‘Het ironische van de ironie’. Zeer lezenswaardig. Daarin betoogde hij dat taal niet onschuldig is, maar werkelijkheid wordt. Het ironische van de ironie is dat je, als je je positie maar lang genoeg speelt, komt vast te zitten in de logica die je opgebouwd hebt: ‘De corpsstudent speelt net zo lang de man met de grote bek tot hij het is.’

Zo is het ook met strategische spelletjes. Plots zit je vast in de loopgraven waar je je spelenderwijs had ingegraven.

Het publiek opzwepen en de hijgerige vragen van journalisten over wie de perceptieoorlog nu gewonnen heeft, zijn een van de kwalijkste fenomenen van de hedendaagse politiek. De effecten zijn reëel, maar niemand neemt verantwoordelijkheid voor de gevolgen van zijn woorden. Daarom, een oproep tot matiging. Voorlopig blijf ik in elk geval een tijdje weg van sociale media.

Advertentie
Gesponsorde inhoud