Carsten Brzeski | Herhaalt Duitse geschiedenis zich toch?

Hoofdeconoom ING Duitsland

Anders dan sommige buurlanden heeft Duitsland geen traditie van voortijdige eindes van coalities. Maar de huidige situatie vertoont opvallende gelijkenissen met 1982, toen de Duitse regering viel.

Honderdduizenden Duitsers gingen de afgelopen weken de straat op, uit angst voor een herhaling van de geschiedenis, de opkomst van het rechts-populisme. Aanleiding was een bijeenkomst van rechts-populisten het afgelopen jaar, waar over de deportatie van buitenlanders werd gefilosofeerd.

De herinneringen aan de Wannsee Konferenz waren opeens weer springlevend en veel Duitsers proberen actief een herhaling van de geschiedenis tegen te houden. Tegelijkertijd is er wel een ander gedeelte Duitse geschiedenis, dat zich wel lijkt te herhalen: het zeldzame geval van een vroegtijdig einde van de regering.

Advertentie

Anders dan sommige buurlanden heeft Duitsland geen traditie van voortijdige eindes van coalities. De val van een kabinet is in de praktijk moeilijk en is, zoals alles in Duitsland, minutieus wettelijk vastgelegd. De Duitse Grondwet stelt onomwonden dat het parlement zelf geen nieuwe verkiezingen kan aankondigen. Alleen de bondspresident mag volgens artikel 63 van de Grondwet het parlement ontbinden. En dat slechts nadat de bondskanselier zelf in het parlement via een motie de vertrouwensvraag stelt.

Dat is in de Duitse geschiedenis sinds de Tweede Wereldoorlog maar zelden voorgekomen, maar als het gebeurde, was er altijd sprake van grote structurele economische problemen. Zoals in 2005 onder Gerhard Schröder en in 1982 onder Helmut Schmidt.

Nieuwe verkiezingen staan voor kanselier Scholz, gezien de sterke verliezen in de peilingen, gelijk aan politieke zelfmoord.

Vooral 1982 vertoont opvallende gelijkenissen met de huidige situatie. Het was de brandbrief van FDP-minister van Economische Zaken Otto Graf Lambsdorff die uiteindelijk tot de val van het toenmalige kabinet leidde. Graf Lambsdorff stuurde in september 1982 een brief aan bondskanselier Schmidt met voorstellen voor economische veranderingen.

De brief had van nu kunnen zijn: kritiek op onduidelijk beleid, gebrek aan langetermijnvisie, te veel bureaucratie en een dringend noodzakelijke modernisering van de Duitse spoorwegen. Een week na het versturen van deze brief trokken alle FDP-ministers zich terug uit het kabinet. Twee weken later stelde Schmidt de vertrouwensvraag, die hij verloor. 

Bijna 42 jaar later is het opnieuw een FDP-minister, partijleider Christian Lindner, die met de toekomst van de regering speelt. Enkele weken geleden in Davos zei Lindner nog dat hij genoeg heeft van de discussie of Duitsland nu de zieke man van Europa is. Duitsland had volgens hem alleen een lange uitputtende fase van groei achter de rug en had nu alleen een sterk kopje koffie nodig om weer op krachten te komen.

Advertentie

Maar afgelopen week klonk toch een ander geluid en had Lindner het over een structureel gebrek een concurrentiekracht. Het interessante van de draai van Lindner is dat hij zijn eigen politieke lot en dat van de partij aan grote economische veranderingen kan verbinden. De meeste Duitsers herinneren zich nog de woorden van Lindner uit 2017, toen hij wegliep van coalitieonderhandelingen met Angela Merkel en de Groenen, omdat 'niet regeren beter was dan slecht regeren'. 

Het is niet waarschijnlijk dat Olaf Scholz ooit zelf de vertrouwensvraag zal stellen. Nieuwe verkiezingen staan voor hem, gezien de sterke verliezen in de peilingen, gelijk aan politieke zelfmoord. Ook voor de FDP en de Groenen is er niets bij te winnen. Maar wat als de FDP nu, net als 42 jaar geleden, beslist om zijn ministers uit het kabinet-Scholz terug te trekken? Schmidt was in 1982 ook niet van plan op te stappen. De geschiedenis blijkt elke keer een cirkel, alles komt terug. Laten we hopen niet álles.

Advertentie
Gesponsorde inhoud