De handrem op het vrije woord

Onderzoeksjournaliste en auteur

Perslui of auteurs belanden bij ons niet in de cel. Dat betekent niet noodzakelijk dat het goed gaat met het vrije woord, schrijft Hind Fraihi.

De wereldwijde actie Free the Word! van de auteursvereniging PEN zet traditioneel bedreigde of gevangen schrijvers in het buitenland centraal. Dit jaar is de vraag: wat bij ons? Hoe zit het met de vrije meningsuiting en persvrijheid in België en Nederland? De vraag is pertinent.

België is op het vlak van persvrijheid uiteraard niet te vergelijken met pakweg Rusland, waar kritische pennen spoorloos verdwijnen, of Gaza, waar de ene na de andere journalist sterft onder de bommen van het Israëlische leger. Dat neemt niet weg dat het werk van journalisten en schrijvers de afgelopen jaren moeilijker is geworden. Ze belanden niet in de gevangenis, maar onzichtbare tralies bedreigen hen.

Advertentie

Een recente studie van de UGent, UMons en ULB toont een zorgwekkende tendens. Liefst 56 procent van de journalisten meldt dat ze al te maken hebben gekregen met een vorm van geweld of ander grensoverschrijdend gedrag. Verbaal geweld (41%) en intimidatie (29%) spannen de kroon. Zo’n 5 procent van de journalisten gaf aan al eens het slachtoffer te zijn geworden van fysiek geweld.

Het is geen toeval dat het merendeel van de incidenten plaatsvindt op socialemediaplatformen, waar de comfortabele camouflage van de anonimiteit sommige gebruikers aanspoort hun argumentatie te kruiden met scheldwoorden, verdachtmakingen, complottheorieën, beledigingen, plat racisme of ranzig seksisme. Menig journalist kan een bloemlezing voorleggen van scheldwoorden die de Vlaamse taal rijk is. Wie vrouw is of andere roots heeft, loopt al helemaal in het vizier van de anonieme trollenlegers.

Nu zijn deze socialemediaplatformen nooit louter bedoeld geweest als vriendenclubs om kattenfoto’s te delen of recepten uit te wisselen. En uiteraard moeten journalisten tegen kritiek op hun werk kunnen. Die kritiek hoeft zelfs niet gefundeerd te zijn. En niet iedereen is even fijnzinnig of eloquent in het verwoorden van zijn bezwaren.

Corona

Sinds de coronacrisis is de houding tegenover de media, maar ook tegen auteurs en academici, evenwel bijzonder vilein geworden. Die gedragen zich als slippendragers van een al te draconische overheid, is het verwijt uit de hoek van de coronakritische ‘tegenbeweging’.

Het beeld van de media als woordvoerders van de heersende elite wordt stevig uitgebuit door figuren die zich aan de rand van het democratische debat bevinden.

Sindsdien is het beeld van de media als woordvoerders van de heersende elite blijven hangen. Het wordt stevig uitgebuit door groeperingen en figuren die zich aan (en soms over) de rand van het democratische debat bevinden en die een groot belang hebben bij het verdacht maken van de poortwachters.

Advertentie

Een van de bekendste voorbeelden is Dries Van Langenhove, voorzitter van de extreemrechtse jongerenbeweging Schild en Vrienden, die de verzamelde pers wegzet als ‘leugenachtig’. Op zijn eigen drukbezochte kanalen trekt hij in filmpjes van leer tegen onder meer de Nederlandse jeugdauteur Pim Lammers, omdat die 'de geesten van kinderen vergiftigt'.

Aan de andere kant van het spectrum ageert een klimaatgroep als Extinction Rebellion, die onlangs een debat georganiseerd door het weekblad Elsevier Weekblad verstoorde. Activisten scandeerden slogans telkens als hun tegenstanders aan het woord kwamen. 'Het is fundamenteel ondemocratisch anderen het spreken te beletten op een politieke bijeenkomst', schreef hoofdredacteur Arendo Joustra daarover.

Hier belanden dan wel geen perslui of auteurs in de cel, maar canceling en zelfcensuur in publieke ruimten dreigt hun deel te worden. Het vrije woord, als beginsel van een democratie, trekt dus meer en meer de handrem op. Dat is het begin van een vermolmde rechtsstaat. Waarin het nota bene ieders burgerplicht is om weloverwogen met de vrijheid van meningsuiting om te gaan, want elke vorm van vrijheid vergt discipline.

Advertentie
Gesponsorde inhoud