opinie

Vlaamse overheid kan factuur woonzorgcentra drukken als ze wil

Gedelegeerd bestuurder Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (VLOZO)

Omdat Vlaanderen tekortschiet in het financieren van de zorgkosten rekenen de woonzorgcentra die door in de dagprijs die bewoners betalen.

Telkens als artikels verschijnen over de kostprijs van woonzorgcentra die het maandelijkse pensioen van velen overschrijdt, klinkt verontwaardiging. Leven in een moderne en comfortabele zorgvoorziening waar een team van zorgprofessionals de klok rond beschikbaar is, is duur.

Een doorsnee Vlaams woonzorgcentrum moet draaiende worden gehouden met ongeveer 160 euro per dag per bewoner. Voor dat bedrag moet het centrum het volgende aanbieden: een kamer met ruime badkamer, drie verzorgde maaltijden per dag, tussendoortjes, permanente zorg waarbij telkens minstens één verpleegkundige aanwezig is, een ruim activiteitenaanbod, kinesitherapie, ergotherapie en logopedie.

Advertentie
  • De auteur
    Johan Staes is gedelegeerd bestuurder van het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk Vlozo.
  • De kwestie
    De factuur voor een verblijf in een woonzorgcentrum is gestegen tot gemiddeld 2.100 euro per maand.
  • De conclusie
    Vlaanderen dekt een deel van de zorgkosten niet, waardoor de woonzorgcentra die doorrekenen in de dagprijs die bewoners betalen.

In theorie financiert Vlaanderen alle zorgkosten, goed voor net iets meer dan de helft van de inkomsten van de woonzorgcentra. In de praktijk schiet de Vlaamse overheidsfinanciering tekort. De bewoner, die in theorie alleen het verblijf, de huur van de kamer, het onderhoud en de maaltijden moet betalen, betaalt elke dag een deel van de zorgkosten in de dagprijs, die in Vlaanderen meestal 60 à 80 euro bedraagt.

Navraag bij de Vlozo-leden leert dat de Vlaamse basistegemoetkoming zorg ongeveer 10 procent van de totale zorgkosten niet dekt. Dat komt vooral door de berekening van de loonkosten voor verpleeg- en zorgkundigen. Die gebeurt op basis van voltijdse equivalenten en niet op basis van de uren en meeruren die ze werkelijk presteren.

Hoe kunnen we uitleggen dat thuisverpleegkundigen u niets kosten, terwijl de oudere in een woonzorgcentrum een deel van de kosten zelf moet betalen?

De overheid topt de financiering van een verpleegkundige bovendien af op 16 jaar anciënniteit, hoewel 57 procent van de verpleegkundigen ouder is dan 40 en normaliter meer dan 16 jaar ervaring heeft. En in een krappe arbeidsmarkt proberen ook woonzorgcentra hun medewerkers soms iets extra's te geven, zoals een hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, de terugbetaling voor het gebruik van openbaar vervoer of een fietsvergoeding. Ook die extra’s financiert de overheid niet.

Mocht Vlaanderen de kosten voor zorg volledig dragen, dan kan het de factuur van het woonzorgcentrum dus drukken. Hoe kunnen we uitleggen dat thuisverpleegkundigen, een federale bevoegdheid, u niets kosten als ze aan huis komen, terwijl de kwetsbare oudere in een woonzorgcentrum een deel van de kosten voor diezelfde verpleegkundige handeling zelf moet betalen?

Advertentie

Vlaanderen kan ook stoppen met het braken van regeltjes en meer flexibiliteit toestaan in personeelsnormen, meer inzetten op preventie - ook bij ouderen - en woonzorgcentra outputgericht sturen. Dat zou de sector de ruimte en de energie geven zich verder te ontwikkelen.

Vlaanderen moet dringend werk maken van een masterplan voor geïntegreerde ouderenzorg. Dat mag geen enkel taboe uit de weg gaan. Vandaag is een op de vijf Belgen ouder dan 65 jaar. Tussen nu en 2040 verdubbelt het aantal 80-plussers. De vaak zware emotionele realiteit van het ouder worden moeten we de komende decennia in de ogen kijken. We moeten moeilijke keuzes maken met en voor ouders, partners, familieleden en onszelf. Dat we daar op individueel niveau niet goed op voorbereid zijn, is begrijpelijk. Niemand kijkt graag zijn eindigheid in de ogen. Maar op het niveau van onze overheden is het onverantwoord.

Advertentie
Gesponsorde inhoud