opinie

Onze welvaartsgroei moet en kan nu anders

Hoogleraar economie UGent

De productiviteitsgroei daalt al decennia, en de ongelijkheid blijft toenemen. Een omslag naar regionale en duurzame economische groei kan dat doorbreken. Welvaartsgroei opgeven is geen oplossing.

De beurzen lijken kerngezond, na hun inenting met miljarden euro’s en het perspectief van meerdere coronavaccins. De echt grote faillissementengolf is er voorlopig niet gekomen. Alles lijkt rustig, maar we zitten gewoon in het oog van de storm. Naarmate corona langzaam richting achteruitkijkspiegel verdwijnt, zal zijn lange staart opnieuw over ons heen trekken en een spoor van vernieling achterlaten.

©Mediafin

Advertentie

Dit is een unieke crisis. We hebben het weggevallen inkomen van burgers en bedrijven op macro-economische schaal ruimschoots opgevangen door tientallen miljarden aan overheidsuitgaven in de economie te pompen. Daardoor is het beschikbare inkomen veel minder gedaald dan de economische productie. Dat was een goede beslissing, maar de problemen van de toekomst zitten vooral aan de aanbodkant.

Het probleem is niet dat er te weinig geld is. Er is geld met hopen, we verzuipen erin. Het probleem is dat de enorme berg spaargeld niet gelijk genoeg is verdeeld en niet duurzaam genoeg wordt aangewend.

We hebben onze bedrijven gered door de monetaire en budgettaire geldsluizen open te draaien en een ware overstroming met liquiditeiten te veroorzaken. Ooit moeten we alles weer wegpompen en de schade opnemen. Sommige bedrijven gedijen dankzij corona, sommige kunnen overleven mits een herstructurering van hun schulden, sommige hebben een bijkomende kapitaalinjectie nodig, andere zijn dan weer rijp voor de sloop.

Triage

Deze triage moet zo snel mogelijk gebeuren. Indien we de herstructurering uitstellen en de uitstaande kredieten gewoon verlengen of vervangen door iets grotere kredieten, financieren we de economische structuur uit het verleden die financieel noch maatschappelijk duurzaam is. Dat zal het economische herstel vertragen en de omslag naar een meer duurzame economie onnodig moeilijk maken. Opdat er iets komt, moet er dus iets gaan. Nodeloos uitstellen heeft geen zin.

Corona heeft de economie structureel veranderd. Er is geen weg terug.

Advertentie

Corona heeft de economie structureel veranderd. Er is geen weg terug. Afstandswerken, hybride vormen van onderwijs, handel zonder fysieke winkels, afhaalhoreca, thuisvakanties, elektrische mobiliteit, herlokalisering van productieketens, groene energie, circulaire economie en korteketenlandbouw kregen door corona allemaal de wind stevig in de rug. Het zijn blijvers, niet alleen omdat het onvermijdelijk is, maar vooral omdat het wenselijk is.

Het probleem is niet dat er te weinig geld is. Er is geld met hopen, we verzuipen erin. Het probleem is dat de enorme berg spaargeld niet gelijk genoeg is verdeeld en niet duurzaam genoeg wordt aangewend. Het voorstel om het idee van welvaartsgroei dan maar aan de kant te zetten is niet vruchtbaar. Dat leidt uiteindelijk tot een economische dag des oordeels, waarna het financiële kaartenhuisje waarop we balanceren van de geschiedenistafel wordt gevaagd.

Implosie

De oplossing is alles in te zetten op regionale en duurzame economische groei. Zo breken we uit de decennialange daling van de productiviteitsgroei en de toename van de ongelijkheid. Als we niet productiever worden, leidt de stagnatie uiteindelijk tot een financiële implosie. Als we niet duurzamer worden, moeten we uiteindelijk op zoek naar een andere planeet. We hebben dus een omslag nodig naar een duurzamer en productiever systeem.

We hebben meer dan genoeg spaarkapitaal opgebouwd om deze omslag te financieren en er is een overschot aan waardevolle investeringsprojecten voor de lange termijn.

We hebben meer dan genoeg spaarkapitaal opgebouwd om deze omslag te financieren en er is een overschot aan waardevolle investeringsprojecten voor de lange termijn. Een nieuwe mobiliteit, een nieuw energiesysteem, nieuwe manieren van werken en shoppen, een betere vorm van huisvesting, gezonder en meer duurzaam voedsel, groenere, koelere en stillere steden, nieuwe vormen van ouderenzorg, eerlijker verdeling van de welvaart.

Het probleem is dat we financiële markten en bedrijven, die verslaafd zijn aan kortetermijnrendement, de rol van tussenpersoon hebben gegeven tussen onze berg spaargeld en investeringsprojecten voor de lange termijn. Zij financieren alleen maar projecten met een redelijk snel en redelijk zeker projectrendement. Projecten met een langetermijnrendement, of vooral een maatschappelijk rendement, kunnen zij niet behappen.

Hefbomen

Daarom is het cruciaal in eerste instantie erg hard te werken aan een duurzaam financieel systeem, een duurzaam budgettair beleid en een duurzaam monetair beleid. Die drie hefbomen moeten op een gerichte manier worden ingezet om onze gemeenschappelijke doelstellingen te realiseren. En laat binnen dat nieuwe kader dan maar het ondernemersinitiatief en de maatschappelijke creativiteit voluit hun rol spelen.

We moeten erg hard werken aan een duurzaam financieel systeem, een duurzaam budgettair beleid en een duurzaam monetair beleid. En laat het ondernemersinitiatief en de maatschappelijke creativiteit dan maar voluit hun rol spelen.

Banken en financiële markten moeten duidelijke en harde incentives krijgen om duurzame projecten te financieren. Een koolstofboekhouding, een taxonomie van groene en bruine projecten, de integratie van milieurisico’s, gerichte aanpassingen van de kapitaalregels, duurzaamheidsscores voor financiële instellingen en producten, en zuurstof voor kleine en lokale banken zijn hier cruciaal.

De overheden moeten minder consumeren en resoluut veel meer investeren in publieke goederen die duurzame productiviteit bevorderen. Dat moet ook voluit meegenomen worden bij het aanbesteden van overheidsopdrachten: niet duurzaam betekent geen overheidsopdracht.

Tot slot mag het mantra van de neutraliteit van monetair beleid bij het vuilnis worden gezet. Bij deze historische omslag moet de ontzagwekkende vuurkracht van de monetaire autoriteiten gericht worden aangewend.

Koen Schoors

Hoogleraar economie Universiteit Gent

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Onder meer de Duitse auto-industrie heeft het zwaar te verduren.
Duitse economie krimpt tweede jaar op rij
Het bruto binnenlandse product van Duitsland is in 2024 met 0,2 procent gedaald, nadat de grootste economie van Europa een jaar eerder al 0,3 procent kleiner was geworden. Vooral de Duitse industrie krijgt klappen.
Gesponsorde inhoud