Kunnen we het nu hebben over perspectief voor onze landbouw?
Nu het Europees Parlement de natuurherstelwet heeft goedgekeurd, is er perspectief voor onze natuur. Kunnen we het nu ook eens hebben over perspectief voor onze landbouw, schrijft Lieven De Schamphelaere, de erevoorzitter van Natuurpunt.
Voor de protesterende boeren was de natuur de zondebok de voorbije weken. Niet het falende landbouwbeleid, hoewel dat weinig boeren aan een degelijk inkomen helpt. Nu het Europees Parlement de natuurherstelwet heeft goedgekeurd, is er perspectief voor onze natuur. Kunnen we het nu ook eens hebben over perspectief voor onze landbouw?
- De auteur
Lieven De Schamphelaere is erevoorzitter van Natuurpunt en voorzitter van Birdlife Europe Central Asia Committee.
- De kwestie
De landbouw is op zoek naar perspectief.
- De conclusie
Voor import moeten we de lat gelijk leggen. Subsidies mogen niet langer verdeeld worden op basis van hectares. En Vlaanderen kan ruimte bieden voor verschillende types landbouwbedrijven.
Het Europese landbouwbeleid van de voorbije halve eeuw zette in op schaalvergroting en intensivering. Dat bracht overvloedig en goedkoop voedsel, wat we vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Maar het leidde ook tot massaal stoppende boeren, een uitdovend platteland, een te hoge milieudruk en een wegkwijnende biodiversiteit. Daarbij moet nu ook de klimaatverandering dringend worden bestreden. Die brengt al lange droogtes, naast stortregens en overstromingen. Zoeken naar perspectief voor de landbouw en onze open ruimte is daarom een hoognodige opdracht voor de hele samenleving.
Voor het ongenoegen van de boeren werden meerdere redenen aangedragen, die elkaar vaak tegenspraken.
Jonge boeren klagen over sterk gestegen grondprijzen, maar die bezorgen boeren die met pensioen gaan dan weer een groot vermogen. We worden aangespoord lokale producten te kopen en er is protest tegen een EU-Mercosur-handelsverdrag, terwijl we meer voedsel exporteren dan importeren. Toen China de import van ons varkensvlees weer toeliet, was er gejuich alom. Ons vorstenhuis promoot mee de Belgische frietcultuur in Azië.
We horen ook pleidooien voor voedselzekerheid, terwijl meer dan de helft van het Vlaamse landbouwareaal wordt gebruikt voor veevoer en we daarnaast nog eens meer dan de oppervlakte ervan in Brazilië gebruiken voor soja voor dat vee.
Jonge boeren klagen over sterk gestegen grondprijzen, maar die bezorgen boeren die met pensioen gaan dan weer een groot vermogen.
Er wordt geklaagd over regelgeving, maar landbouw ontvangt een derde van het EU-budget in de vorm van subsidies. De boeren dringen aan op ‘eerlijke’ prijzen, terwijl landbouwers een bulkproduct voor de wereldmarkt leveren. Verkopen tegen bodemprijzen is dan onvermijdelijk.
Uitgeput en gesteriliseerd
Landbouw is complex, ons voedsel niet vanzelfsprekend en terug naar het verleden kan niet. Wat is het perspectief?
Vooreerst dient landbouw zoals elke activiteit te werken in een milieugebruiksruimte. Elementen daarvan zijn stikstof, broeikasgassen, pesticiden, water en de kwaliteit ervan. Terwijl de industrie al een hele weg heeft afgelegd, heeft landbouw nog een lange te gaan.
Het doel van landbouw is het telen van een bepaald gewas. Natuur die daarmee wedijvert, moet worden bedwongen. We zijn daarin te ver gegaan en hebben landbouwgebied uitgeput en gesteriliseerd van elk ander leven. Dat bedreigt op termijn ook de productie van voedsel.
Landbouwgebied moet opnieuw ook andere functies vervullen die gezonde ecosystemen leveren: levende recyclerende bodems, koolstofopslag, waterberging en -infiltratie, erosiebestrijding door begroeiing, bestuiving van planten en plaagbestrijding door veel insecten. En het behoud van erfgoed en een beleefbaar landschap waarin mensen zich kunnen ontspannen.
Werkend verdienmodel
Hoe creëren we in zo’n landschap kansen op een werkend verdienmodel?
Vooreerst door de lat gelijk te leggen. Internationale handel van voedsel is nodig. Sommige regio’s, zoals het Midden-Oosten, kunnen niet zonder. Maar import dient onder dezelfde milieu- en sociale voorwaarden te gebeuren. Europa werkt aan een kader voor het doorrekenen van geïmporteerde emissies van broeikasgassen.
Terwijl de industrie al een hele weg heeft afgelegd, heeft de landbouw nog een lange te gaan.
We moeten de landbouw ook met publiek geld blijven financieren. Het Europees landbouwbeleid moet wel af van de huidige steun per hectare landbouwgrond. Die maakt grote bedrijven alleen groter, zonder dat er veel tegenover staat voor de samenleving. En het drijft de grondprijzen op. Subsidies moeten gaan naar effectieve diensten die landbouwers leveren. Een zingende veldleeuwerik boven een akker wordt niet over de toonbank verhandeld. We genieten er wel samen van tijdens een wandeling. Die ‘publieke dienst’ door landbouwers moeten we collectief vergoeden met subsidies.
Er is toekomst voor een waaier aan landbouwmodellen. Natuurpunt werkt met honderden boeren samen in landbouwinclusieve natuur. Historische poldergraslanden, ouder dan de torens van Brugge, kregen zo een toekomst.
Daarnaast is er landbouw die nauwelijks grondgebonden is. Plantenteelt wordt een hoogtechnologische en in hoge mate circulair werkende fabriek, die kan worden gekoppeld aan warmtenetten en andere stromen van de industrie.
Onze veeteelt wil ook verder die weg op en claimt de milieuvriendelijkste vlees- en melkproductie van de wereld te zijn. De dieren worden evenwel herontworpen voor een maximale output met een minimale input, met zeewier als voeding om hun uitstoot te reduceren. Afgesloten stalsystemen moeten lekken van stikstof en methaan tegengaan.
Schimmels
Uiteindelijk zal de samenleving oordelen hoever we met dieren die weg willen opgaan. Inzetten op het ontwikkelen van alternatieve eiwitten op basis van planten en schimmels is een veiliger keuze. We hebben daarvoor knowhow en innoverende bedrijven.
Op die manier houden we de helft van Vlaanderen over voor ruimte die naast voedsel ook de andere diensten levert die we als samenleving vragen. Grotere landbouwbedrijven kunnen de investeringen aan voor nieuwe technologie, zoals drones voor monitoring en door AI gestuurde robots. Die nemen werk over van zware tractoren, reduceren het pesticidegebruik door precieze onkruidbestrijding en ontzien kievitnesten. In dat aantrekkelijk landschap ontstaan tegelijk kansen voor kleinere bedrijven, die inzetten op differentiatie zoals de korte keten, bioproducten, streekproducten en verbrede landbouw. Voeding wordt dan een belevenis.
Vooruitgang is gradueel. De richting is wel duidelijk.
Meest gelezen
- 1 Nieuwe telecomoperator Digi duikt met tarieven stevig onder de concurrentie
- 2 Klimaatvoluntarisme Depraetere jaagt coalitiepartners op stang
- 3 Hoe klop je de MSCI World-index: de succesformule van de alfa-meesters
- 4 Belegger schrikt van fitnessambities Colruyt
- 5 Onderzoek naar Didier Reynders: Nationale Loterij wijst op tweede verdachte spelersrekening