opinie

Het energiecompromis is eerbaar

Hoogleraar economie UGent

Het energieakkoord van de federale regering helpt vooral mensen wier koopkracht drastisch daalt door de inflatiegolf. Toch houdt het de stimulansen voor de energietransitie intact.

De Belgische consumentenprijsinflatie loopt de spuigaten uit. We zitten met een jaarlijkse stijging van meer dan 7 procent. Geen gebrek aan economische onheilsprofeten die dit al 15 jaar voorspellen omdat het monetair beleid van de Europese Centrale Bank volgens hen veel te soepel is. Als je lang genoeg brand roept, krijg je altijd wel eens gelijk. Toch heeft de prijskoorts weinig met het monetaire beleid van doen. Het gaat des te meer over de prijzen van olie en gas en over geopolitieke spanningen, de oude duivels van de jaren 70.

De verlenging van het uitgebreide sociaal tarief, de eenmalige verwarmingspremie van 100 euro en de tijdelijke daling van de btw op stroom maken een pak verschil op de energierekening.

Advertentie

De inflatie stijgt vooral omdat de stijgende energieprijzen vrij rechtstreeks leiden tot hogere prijzen voor stookolie, aardgas, diesel, benzine en elektriciteit. Wij betalen die prijsverhogingen allemaal samen via hogere voorschotfacturen en afrekeningen voor gas en stroom, duurdere stookolie en zwaardere wekelijkse rekeningen aan de pomp. Daarnaast zijn olie en gas, of de energie die we ermee maken, een kostenelement in de productie van vrijwel elk product of dienst, waardoor de prijsstijgingen van olie en gas doorsijpelen naar de rest van de economie.

De essentie
  • De auteur: Koen Schoors is hoogleraar economie aan de UGent.
  • De kwestie: De regering-De Croo heeft een akkoord bereikt om de hoge energieprijzen te milderen en de koopkracht te stutten.
  • De conclusie: Het is een eerbaar compromis. Het helpt vooral de minder begoeden van wie de koopkracht door de inflatiegolf drastisch daalt, en houdt de incentives voor de energietransitie intact.

Het spreekt voor zich dat dat uitmondt in hogere lonen. Dat gebeurt via de automatische indexatie van de lonen of door hogere looneisen van de werknemers en vakbonden, want niemand wil massaal koopkrachtverlies lijden. Maar die hogere lonen verhogen opnieuw de kosten voor de bedrijven die dat deels zullen doorrekenen in hogere prijzen, waardoor tweede-ronde-effecten ontstaan. Toch is er geen reden voor paniek. Het proces van prijsstijgingen valt vanzelf stil, als de prijsstijging van olie en gas stilvalt of zelfs wordt omgedraaid.

Minder begoeden

Wij leggen onze studenten uit dat inflatie een stijging van het algemene prijspeil is. De indexatie van de lonen is in principe een eerlijk idee, omdat die de koopkracht van alle lonen vrijwaart, ongeacht hoeveel je verdient. Maar wat we nu meemaken, is geen simpele stijging van het algemene prijspeil. Het gaat om een relatieve prijsstijging van een paar energiedragers, een heel specifieke categorie goederen die zwaar doorweegt in het gemiddelde consumptiemandje en in het bruto binnenlands product (bbp), en daardoor het algemene prijspeil beïnvloedt.

Maar net omdat de prijsstijging relatief is, treft deze inflatie niet iedereen op dezelfde manier. Hoe lager ons inkomen, hoe groter het deel van ons inkomen dat we besteden aan elektriciteit, gas, stookolie, diesel en benzine. Omdat net die producten veel duurder werden, treft de inflatiegolf vooral de minder begoeden in hun portefeuille. Hun koopkracht daalt drastisch. Die fundamentele ongelijkheid heeft onze beleidsmakers er moreel toe verplicht de lat weer iets gelijker te leggen.

Advertentie

Energietransitie

De verlenging van het uitgebreide sociaal tarief tot juni is een zegen voor een miljoen gezinnen met een laag inkomen, die zo genieten van het laagste tarief op de markt. Ook de eenmalige verwarmingspremie van 100 euro en de tijdelijke daling van de btw op elektriciteit van 21 naar 6 procent maken een pak verschil op de energierekening. Daarnaast zorgen de verhoging van de minimumlonen en de afschaffing van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid structureel voor extra maandinkomen voor de laagste inkomens.

Burgers krijgen geleidelijk de juiste incentives om hun energiekosten aan te pakken, zonder ze plots op kosten te jagen.

Toch blijven de incentives voor de energietransitie intact. De btw op gas, dat meer milieuschade veroorzaakt dan elektriciteit, zal niet dalen. Daarbovenop komt er een btw-hervorming met een cliquetsysteem, waarbij de btw de prijsdalingen niet volledig volgt. Daardoor geven we burgers geleidelijk de juiste incentives om hun energiekosten aan te pakken, zonder ze plots op kosten te jagen. Dat alles zal minder kosten dan gedacht, omdat de btw-ontvangsten en de winstbelastingen van elektriciteitsproducenten zullen stijgen.

Onverwachte neveneffecten

Een interessant neveneffect is dat de winsten van de stroomproducenten stijgen. Dat ligt aan het ontwerp van de Europese vrijgemaakte elektriciteitsmarkt. De prijs van alle geproduceerde stroom wordt bepaald door de kosten van de laatste centrale die we moeten aanzetten om aan de vraag te voldoen, dikwijls een gascentrale. Maar de olie- en gasprijzen spelen nauwelijks een rol van betekenis in de productiekosten van bestaande wind-, zon-, water- en nucleaire energie. Als de stroomprijzen met die van gas meestijgen, impliceert dat monsterwinsten voor sommige producenten. Deze inflatieschok leidt dus tot een welvaartstransfer van elektriciteitsconsumenten naar -producenten. Waarom houden we dan vast aan het huidige marktdesign?

De inflatieschok leidt tot een welvaartstransfer van elektriciteitsconsumenten naar -producenten. Waarom houden we dan vast aan het huidige marktdesign?

Een tweede onderbelicht neveneffect van deze kortstondige inflatie is een relatieve daling van de schuldgraad. De inflatie doet zowel de overheidsuitgaven als de -inkomsten stijgen, waardoor het gat in de begroting niet al te veel verdiept. Bovendien is de gemiddelde nominale rente op de overheidsschuld waanzinnig laag in vergelijking met de inflatie en de groei. Daarom zal deze opstoot van inflatie de nominale schuld minder doen stijgen dan het nominale bbp, waardoor hun quotiënt, de schuldgraad, zal dalen.

Advertentie
Gesponsorde inhoud