opinie

Einstein Telescoop kan voor Vlaanderen doen wat CERN voor Zwitserland deed

Econoom en stichter Econopolis

Hoe kunnen we het excellentievuur weer doen branden? Hoe worden we weer aantrekkelijk als vestigingsplaats, behouden we activiteiten met hoge toegevoegde waarde en krikken we het niveau van het onderwijs op? De Einstein Telescoop kan de vonk zijn.

Vlaanderen heeft een nieuw moonshotproject nodig waar overheid, universiteiten en ondernemingen zich achter kunnen zetten. Buitenlandse voorbeelden hebben aangetoond dat bigscienceprojecten niet alleen belangrijke voordelen voor de hele internationale regio hebben, maar ook een stevige economische return voor de gastlanden.

  • De auteur
    Geert Noels is econoom en oprichter van Econopolis.
  • De kwestie
    Vlaanderen probeert samen met Nederland en Duitsland de bouw van de ambitieuze Einstein Telescoop naar het Drielandenpunt te halen.
  • De conclusie
    We mogen niet talmen met investeringen om het project binnen te halen, want de economische return is aanzienlijk.
Advertentie

Samen met Nederland en Duitsland proberen we daarom de Einstein Telescoop binnen te halen. Dat observatorium moet helpen zwaartekrachtgolven te detecteren, waardoor wetenschappers dieper dan ooit tevoren in de ruimte kunnen kijken. Het gaat om een van de meest ambitieuze wetenschappelijke projecten van Europa, waarvoor ook Sardinië nog in de running is. Econopolis heeft de opdracht gekregen de economische return te onderzoeken.

CERN

De Einstein Telescoop is het best vergelijkbaar met het CERN, dat in 1954 in Genève werd opgericht. Bij het grote publiek werd het onderzoekscentrum vooral bekend door de bouw van de Large Hadron Collider (LHC). Die cirkelvormige ondergrondse deeltjesversneller, met een omtrek van 27 kilometer, werd 100 meter diep in de Alpenrotsen uitgehouwen. Bij het CERN werken vandaag 3.000 topwetenschappers. België betaalt jaarlijks 35 miljoen euro om betrokken te zijn bij de projecten, samen met 32 andere landen.

Het CERN groeide uit tot een kraamkamer voor allerhande technologieën die niet meer uit ons leven weg te denken zijn, zoals het world wide web of touchscreens. Dat typeert het serendipiteitseffect van fundamenteel onderzoek: in welke ontdekkingen of toepassingen dat resulteert, weet je niet op voorhand. Wel weten we dat topwetenschappers bij elkaar zetten tot ongelofelijke uitvindingen kan leiden.

©Mediafin

In schaal heeft de Einstein Telescoop veel gemeen met het CERN. Het gaat om kilometerslange vacuüm getrokken buizen die tot min 270 graden worden gekoeld. De structuur wordt 250 meter diep uitgegraven. Elke zijde van de driehoek is 10 kilometer lang.

Advertentie

Het CERN heeft Zwitserland getransformeerd van een lokale, ambachtelijke economie tot een internationaal georiënteerde, erg competitieve en op wetenschappen gebaseerde economie.

De vergelijking is ook treffend wat de vestigingsplaats betreft. De Einstein Telescoop zou worden gebouwd op het Drielandenpunt met Nederland en Duitsland, terwijl het CERN zich op de grens van Zwitserland en Frankrijk bevindt.

De jaarlijkse werkingskosten van de Einstein Telescoop daarentegen bedragen maar een fractie van die van het CERN: 30 miljoen versus 1.500 miljoen euro in 2019. De Zwitsers dragen 4 procent van de werkingskosten van het CERN, niet zo veel meer dan ons land (3%).

Het CERN heeft Zwitserland de afgelopen 70 jaar getransformeerd van een lokale, ambachtelijke economie tot een internationaal georiënteerde, erg competitieve en op wetenschappen gebaseerde economie. De sectoren die op fysica zijn gebaseerd zijn nu even belangrijk voor de Zwitserse economie als handel of industrie. Het CERN heeft ook een boost gegeven aan het aantal STEM-studenten.

Kennisgedreven uitstraling

Omdat de Einstein Telescoop en het CERN zo vergelijkbaar zijn, kunnen we bij ons een gelijkaardig scenario verwachten. En laat dat nu net zijn wat Vlaanderen zo graag wil: blijvend aanknopen bij de essentiële hightechsectoren van de toekomst zoals quantumcomputers, halfgeleiders, sensoren, bigdataprocessing… Alleen dat al maakt de investering de moeite waard.

Een deelname aan het project versterkt bovendien de kennisgedreven uitstraling van de regio. Het zou ons land een nieuwe dynamiek geven in het aantrekken van internationale wetenschappers en hoofdkwartieren. Het zou hét verlengstuk zijn van het nieuwe Flanders Technology & Innovation, dat we in 2024 lanceren. Maar daar stopt het niet. De Einstein Telescoop wordt een project dat ook de grenzen wil verleggen in duurzame constructie, met tunnels 250 meter onder de bodem in de Voerstreek. De inzichten die we daarmee verwerven, kunnen we later gebruiken voor onze mobiliteit en bouwtechnieken.

Wat moeten we doen om de Einstein Telescoop naar hier te halen?  

We hebben het geluk dat onze buren ons nodig hebben: we beschikken over de ideale ondergrond, waardoor maar een kleine 10 procent van de Einstein Telescoop in Nederland en allicht nog minder in Duitsland zal liggen.

We kunnen ook een beroep doen op onze hoog aangeschreven kennisinstellingen, die al volop meewerken aan het ontwerp van de installatie. Vlaams minister van Economie en Innovatie Jo Brouns (CD&V) investeerde in het FWO-projectteam. We beschikken ook over de nodige financiële middelen, al moeten we niet te lang talmen om die beschikbaar te maken.

Als we erin slagen de krachten te bundelen schuilt in de Einstein Telescoop een fantastische opportuniteit om onze regio te doen dromen van een nieuw elan, een project dat problemen oplost en opportuniteiten schept voor mens, maatschappij en economie. De Einstein Telescoop zal ons trots maken en geeft ons de zekerheid dat we over 70 jaar met dankbaarheid zullen terugkijken dat we dat voor elkaar hebben gekregen.

Advertentie
Gesponsorde inhoud