opinie

Eén coherent Belgisch klimaatplan, en snel

Voormalig directeur-generaal Klimaat Europese Commissie en professor aan het European University Institute in Firenze en de KU Leuven

België moet snel alles op alles zetten om zijn achterstand in de realisatie van 35 procent minder uitstoot goed te maken. En Europa verwacht maar één coherent klimaatplan, en geen zes of zeven plannen.

De verkiezingen hebben de doorbraak voor de klimaatagenda niet vergemakkelijkt. Maar één ding is zeker: een grote meerderheid van de Vlamingen - en niet alleen de Groen-stemmers - ligt wakker van de klimaatverandering. Er is ook veel bereidheid om een steentje bij te dragen. Maar dan moet het beleid wel duidelijk maken tot wat al die steentjes samen leiden.

De Europese staatshoofden en regeringsleiders hebben met consensus beslist om tegen 2030 de uitstoot met minstens 40 procent terug te dringen in vergelijking met 1990. De uitstoot van de energie- en de industriesector valt onder het Europese emissiehandelssysteem. Voor de andere sectoren moeten de lidstaten beleid maken dat de uitstoot van particulieren en gezinnen doet dalen.

Advertentie

België heeft zich geëngageerd zijn uitstoot tegen 2030 met 35 procent te verminderen in vergelijking met 2005. Dat is vergelijkbaar met wat de buurlanden doen. Vandaag zit België rond 12 procent. Er is dus veel werk. Een ander beleid kan de achterstand inhalen en veel economische kansen creëren, rekening houdend met de draagkracht van elke burger.

Als we geen snelwegen en ringen meer willen bijbouwen, moeten we aanvaarden dat de files beter worden beheerd.

Een klimaatmaatbeleid draait vooral om het terugdringen van fossiele brandstoffen. In essentie gaat het om een herziening van het energie-, transport-, industrie- en innovatiebeleid. In Europa is afgesproken dat elke lidstaat een operationeel plan maakt. Dat maakt de inspanningen coherent en vergemakkelijkt samenwerking, eventueel over de grenzen.

Zo had België het niet begrepen. Er zijn zes à zeven ‘plannen’ neergelegd: een voor klimaat en een voor energie, voor elke regio apart, met daarbovenop een samenvatting voor het hele land. Het woord ‘plan’ is bovendien wat overtrokken. Het gaat veeleer om een inventarisatie van op zich uitstekende ideeën.

De Europese Commissie zei vorige week in haar beoordeling van die plannen dat België eigenlijk nog met het echte werk moet beginnen. Het is nodig exact aan te duiden welke maatregelen - stap voor stap, jaar na jaar - de uitstoot zullen doen dalen. Europa verwacht één plan voor België, coherent uitgewerkt tussen federaal en gewestelijk niveau. De grootste uitdaging om de 35 procentuitdaging te realiseren is het aanpakken van de uitstoot van transport en gebouwen.

Doorrekenen

Europa verwacht het herwerkte plan tegen eind dit jaar. De burger kan niet nog eens zes maanden wachten en lijdzaam toezien. Het Planbureau kan min/max-scenario’s voor elke maatregel doorrekenen en aan de regeringsonderhandelaars cruciale informatie geven. De pas geïnstalleerde parlementen kunnen hun klimaatcommissies dan meteen aan het werk zetten.

Advertentie

De essentie van het plan moet bestaan uit tien cruciale maatregelen:

1. We moeten bekijken wat we rationeel/maximaal kunnen doen op het vlak van hernieuwbare energie, tegen 2025, 2030 en daarna. Europa verwacht meer dan de voorgestelde 18,5 procent. De kosten zijn aanzienlijk gedaald en onze bedrijven pikken een goed deel van de wereldwijde markt in.

2. We moeten bekijken wat we rationeel/maximaal tegen 2025 en 2030 kunnen doen op het vlak van energie-efficiëntie, vooral van gebouwen. Wat België tot nu heeft voorgesteld, is te zwak. En er is niet uitgewerkt hoe er te geraken.

3. Wat is het verwachte tekort dat door klassieke energieproductie moet worden opgevangen, voor 2025 en 2030? Hoe kunnen we maximaal de markt laten spelen en de nood aan subsidies minimaliseren? De beslissing over nieuwe investeringen in gasgestookte centrales moet dringend worden genomen. Er is een rationeel debat nodig over de werkelijke kosten en baten van de uitfasering van kernenergie.

4. Pak de salariswagens aan. Een logisch begin zou zijn het onbeperkte gebruik van de tankkaart ter discussie te stellen. De tankkaart is zowat het omgekeerde van het solide principe dat de vervuiler voor zijn vervuiling moet betalen. Een fiscale hervorming moet de auto’s versneld vergroenen en de indirecte verloning via auto’s herzien.

Kunnen we alvast bekijken hoe we woonuitbreidingsgebieden meteen on hold kunnen zetten?

5. Als we geen snelwegen en ringen meer willen bijbouwen, moeten we aanvaarden dat de files beter worden beheerd. Een fileheffing is een onderdeel. Vrijstellingen kunnen, bijvoorbeeld voor wie carpoolt met drie of vier personen.

6. Onderzoek en innovatie moeten sterke pijlers van het beleid worden. De toekomst wordt ‘carbon neutral’. We moeten op grote schaal meespelen in de ontwikkeling van de vele technologieën. Dat beginnen we te leren. Kijk naar wat onder meer IMEC, Umicore, DEME en Elia doen.

7. We moeten inzetten op een circulaire economie. We zijn wereldleiders in gescheiden afvalophaling en -verwerking. Maar de problematiek is breder en vergt heel wat innovaties.

8. Maak werk van de betonstop. Kunnen we alvast bekijken hoe we woonuitbreidingsgebieden meteen on hold kunnen zetten en hoe de werking van het Gemeentefonds kan worden herzien?

9. Het fiscale gunstregime van de luchtvaart moet geleidelijk worden weggewerkt. Laten we dat samen met de ons omringende landen aanpakken en het initiatief van Nederland ondersteunen. Tgv’s en langeafstandstreinen moeten goedkoper worden en vaker rijden.

10. Er is een strategisch plan voor nieuwe investeringen nodig. Daar moeten we de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV, de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) en Belfius voor inschakelen.

In afwachting van zo’n plan moet het werk ingezet door steden, gemeenten en bedrijven nog actiever en voluntaristischer worden voortgezet. Autoluwe infrastructuur, elektrische laadpalen, renovatie van gebouwen, meer hernieuwbare energie. Dat levert ook betere lucht- en levenskwaliteit, financiële voordelen en banen op.

In Europa is de discussie geopend om klimaatneutraal te worden tegen 2050. Dat is de lange termijn. België moet eerst alles inzetten op het wegwerken van de achterstand in zijn 35 procentbelofte. Op basis van een ambitieuzer beleid en goede beslissingen kunnen we de doelstellingen in een tweede fase aanscherpen.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Onder meer de Duitse auto-industrie heeft het zwaar te verduren.
Duitse economie krimpt tweede jaar op rij
Het bruto binnenlandse product van Duitsland is in 2024 met 0,2 procent gedaald, nadat de grootste economie van Europa een jaar eerder al 0,3 procent kleiner was geworden. Vooral de Duitse industrie krijgt klappen.
Gesponsorde inhoud